Tutoyeren (commentaar)

Wie wil voorkomen dat in zijn of haar sociale omgeving het structurele gevoel van onveiligheid ontstaat dat we aanduiden met het woord angstcultuur, zou ook eens stil moeten staan bij het verschijnsel tutoyeren.

In ons land begon de opmars van het tutoyeren in andere relaties dan die tussen sociale gelijken in de jaren ’70. Initiatief tot het jijen en jouwen werd meestal genomen door de hoger geplaatste met de bedoeling het machtsverschil met de lager geplaatste weg te nemen. Het klassieke voorbeeld van zo’n hoger geplaatste is Paul van Vliets Majoor Kees. Tot de ideologie van die dagen behoorde de gedachte dat machtsverschillen onwenselijk zijn en gemakkelijk te neutraliseren. Je kon communicatie ‘machtsvrij’ maken door, onder meer, het invoeren van informele, aan de sfeer van de vriendschap ontleende aanspreekvormen.

We laten het gebruik buiten beschouwing dat lager geplaatsten, zoals leerlingen of studenten, van het tutoyeren maakten om zich aan het gezag van hun docenten te onttrekken; inmiddels geldt in grote delen van het onderwijs de regel dat je leraar een ‘u’ is. Interessanter in verband met het verschijnsel angstcultuur is de in vele ongelijke verhoudingen (arbeidsrelaties, sollicitatiegesprekken, verhoudingen tussen volwassenen en kinderen) voorkomende praktijk dat de hoger geplaatste (lees: degene met de meeste macht) via het voorstel tot tutoyeren zijn of haar machtspositie versterkt. Het tutoyeren schept namelijk een quasi informele relatie, waarin het feit dat er tussen hoger en lager geplaatste wel degelijk een machtsongelijkheid of belangenstrijd bestaat aan het zicht wordt onttrokken. De hoger geplaatste heeft daar een drievoudig voordeel bij. Ten eerste kan hij zichzelf ontveinzen dat hij macht heeft. Een opsteker in een cultuur waarin macht nog altijd stinkt. Ten tweede kan hij zich zo ontdoen van allerlei verplichtingen en beleefdheden die een zakelijke verhouding vereist. Ten derde ontneemt hij met het inzetten van een familiaire toon de lager geplaatste de mogelijkheid om zich formeel op te stellen, zoals dat in een niet-vriendschappelijke relatie in wezen gepast is. Van de weeromstuit begint de lager geplaatste zich angstig en onveilig te voelen. Hij begrijpt heel goed dat zijn relatie met de hoger geplaatste niet gelijkwaardig is, maar ziet door de informele aard van het contact geen kans de ander tegenspel te bieden.

Als de sociale verhoudingen niet gelijk zijn of nog zo weinig transparant, dat een betoon van gemeenzaamheid alleen gespeeld kan zijn, is een terugkeer naar formelere omgangsvormen raadzaam. Angstcultuur ontstaat waar we elkaar ongewenst te dicht op de huid komen. Het vousvoyeren is een beproefde methode om afstand te houden.

Udo Doedens

In de waagschaal, jaargang 52, nr. 11, 18 november 2023