Stemmen uit de kunstwereld (3): Ruud Bartlema

logoIdW

 

Kunst kan godsdienst vernieuwen

Mijn hele werkzame leven als predikant en kunstenaar – en als kunstenaar nog steeds – heb ik me beziggehouden met de vraag naar de verhouding tussen kerk en kunst. In onderstaande opmerkingen heb ik me beperkt tot de eerste van de drie mij door de redactie voorlegde vragen, namelijk of kerk en kunst concurrenten zijn of juist elkaar inspirerende bondgenoten.[1] Ik geloof niet zozeer dat kunst godsdienst kan vervangen, maar ze kan wel nieuwe openingen naar de beleving van godsdienst creëren.

Naar mijn diepste overtuiging zijn zowel godsdienst als kunst vormen of aspecten van wat ik religie noem. Voor mij betekent het woord religie: verbinding maken. En als ik kijk naar het grote Mysterie dat het leven eigenlijk voor ieder mens vormt, gaat het er voor mij in zowel de kunsten als in de godsdienst om uitdrukking te geven aan de ontmoeting met dat Mysterie en het maken van een verbinding tussen het onbenoembare en het benoembare van dat Mysterie, het onzichtbare en het zichtbare. Beiden, de godsdienst en de kunst, geven op eigen wijze en met eigen middelen uitdrukking aan die ontmoeting met het Mysterie en het maken van een verbinding daarmee. Ze zijn geen concurrenten, maar in wezen verschillende vormen van dat zoeken naar de verhouding tot en de verbinding met dat grote Mysterie dat het leven is.

Zo staan de kerken in Nederland al jaren voor de vraag of zij het aandurven een transitie te maken van een institutionele, op dogma’s en vaste overtuigingen gestoelde gemeenschap naar een open en dynamische gemeenschap, waarin de ontmoeting met het Mysterie dat het leven draagt centraal staat, zonder vooringenomenheid. Het gaat in die nieuw te vormen gemeenschap om het zoeken naar nieuwe vormen van spiritualiteit, waarbij verschillende vormen van kunst een belangrijke rol kunnen spelen in het verbeelden van en het communiceren over die spiritualiteit. Te denken valt hierbij aan vele vormen van muziek, beeldende kunst, poëzie, literatuur en theater.

Dit betekent dat er in de huidige plaatsen waar kerkzijn wordt beoefend faciliteiten gecreëerd moeten worden waarin mensen gelegenheid krijgen om nieuwe vormen van spiritualiteit te ontmoeten en te beoefenen, zoals een gelegenheid om elkaar rondom bij voorbeeld concerten, exposities, lezingen, workshops, beeldende kunsten, literatuur, levensbeschouwing en spiritualiteit te ontmoeten en daarover met elkaar in gesprek te gaan en samen te zoeken naar nieuwe rituelen daarbij.

In een heel aantal kerken in Nederland wordt op bovenstaande punten al geëxperimenteerd en wordt er ruimte gecreëerd voor nieuwe initiatieven in het zoeken naar andere vormen van vieringen en spiritualiteit dan men tot nu toe gewend was. Bijvoorbeeld vieringen die geënt zijn op de ontmoeting met beeldende kunstenaars, theatermakers, schrijvers, musici en dichters rondom de vraag naar de spiritualiteit die wil worden gecommuniceerd in het werk dat zij maken.

Ook interessant zijn in dit opzicht vragen naar nieuwe vormen van bijvoorbeeld religieuze kunst die ons uitdagen tot een nieuwe kijk op onze eigen spiritualiteit en op ons religieuze erfgoed. Zo zou op de plek waar de zondagse vieringen plaatsvinden steeds meer ruimte gecreëerd moeten worden om naast de viering te zoeken naar ruimtes voor beleving, ontmoeting, maaltijd en gesprek, waar spiritualiteit nieuwe uitbeeldingen kan krijgen in wellicht nieuwe vormen en rituelen.

Ruud Bartlema

R. Bartlema is beeldend kunstenaar en leraar Joodse mystiek (www.ruudbartlema.nl)

[1]              Zie voor de volledige verwoording van de vragen Stemmen uit de kunstwereld (1) eerder in dit nummer.

In de Waagschaal, jaargang 50, nr. 7. 3 juli 2021