Ruimte voor personalisme

logoIdW-e1677570004807.jpg (100×115)Ruimte voor personalisme

Veel aandacht is er voor Nieuw Sociaal Contract van Omtzigt. Filosoof Ger Groot legde een verband met het personalisme (Trouw, 24-8-23.) Dit op grond van het uitgangspunt van NSC dat het autonome individu niet voorop staat, maar mensen ‘bezielde personen’ zijn, die ‘zich tot elkaar verhouden met zorg’. Het personalisme deed in theologische kring zijn invloed gelden door o.a. Philip Kohnstamm en Willem Banning en vormde midden 20ste eeuw de achtergrond van Nederlandse Volksbeweging en Doorbraak. Groot verwijst naar het werk van Denis De Rougemont (1906 – 1985). Deze filosoof, pleitbezorger van het federalisme, was een voortrekker van de Europese Unie. Hij zag in alles een federaal verband, ook de liefde was een federatie. Hij wilde afrekenen met het typisch westerse idee van de liefde als romantische bevlieging. De liefde moest recht blijven doen aan ‘de eigenheid van ieder persoon afzonderlijk’. Geen eenheid ten koste van ´authentieke singulariteit´. Ook de relatie tussen de Vader, de Zoon en de Geest zag De Rougemont als een vorm van federalisme (zie Ger Groot, Liefde is een federatie, 2020).

De Rougemonts publicatie Een jaar in het Derde Rijk is een dagboek van zijn verblijf als docent in het Duitsland van het opkomende nationaalsocialisme. De Nederlandse vertaling (1939) van dit boek werd voorzien van een voorwoord van godsdienstwetenschapper Gerardus van der Leeuw. Het boek bevat een getuigenverslag van een toespraak van Hitler in een groot stadion, waar het volk op de tribunes wordt opgezweept. De Rougemont ervaart een ‘collectieve sacrale liturgie’, een massa ‘bevangen door religieuze horror’, schrijft Groot. De Rougements conclusie: het nationaalsocialisme is een religie met rituelen. Van der Leeuw neemt dit graag over. Op dit soort religie zou geen ander antwoord mogelijk zijn dan een andere religie, de christelijke religie, die het volk moet verbinden en tot een eenheid smeden. In een recensie van De Rougemonts boek in Het Vaderland (30 juli 1939) werd zelfs de noodzaak van een ‘Christocratie met hoogpriesterlijk gebed’ gesuggereerd.

Van der Leeuw ergerde zich in zijn voorwoord aan de verzuiling, die het land verdeelde, aan ‘de vierderlei radio-uitzending, velerlei onderwijs, allerlei krant en leeszaal’, waarmee het volk zich voedt en dat zich ‘eigenlijk alleen bij grote gedenkdagen op gemeenschappelijk bezit bezint’. Idealen als vrijheid en democratie waren onvoldoende, meende hij, dat waren uitgeholde begrippen, ‘vreemd aan enig waarachtig geloof’. Was dit een kritische opmerking naar de toen opkomende politieke bewegingen waaruit later de VVD voortkwam?

 

Banning over personalisme

Interessant is de omschrijving van personalisme in het Encyclopaedisch Handboek van het Moderne Denken, uitgave 1950, waarin het denken uit die periode wordt geijkt. Dit Handboek stond onder redactie van theoloog Willem Banning, die zelf het lemma Personalisme verzorgde. Hij stelt daarin, dat de mens als persoon ‘een eigen onherleidbare categorie’ vertegenwoordigt tegenover het zijn der natuur, de collectiviteit, de psyche, het verstand én enig ‘complex van waarden’. Die tellen allemaal wel mee, ‘er wordt alleen gesteld, dat in het proces van persoon-zijn of persoon-worden een nieuwe dimensie van het mens-zijn opengaat, die voor alle andere verhoudingen beslissend is’. Banning verwijst naar het onderwerp Dialogische verhouding in hetzelfde Handboek, waar hij ingaat op Bubers Ich und Du. Ook verwijst hij naar Emil Brunner’s Wahrheit als Begegnung.

In een personalistische theologie gaat het, aldus Banning, om ‘de herontdekking van het Bijbels denken en de Bijbels verkondiging’. God wordt niet idealistisch als ‘Logos, Idee, het Absolute, of mystisch als grond of pantheïstisch als het Alzijnde gedacht, maar als Persoon’. Hij is ‘de heilige Wil’, Vader, Koning. Vanwege het persoonlijk karakter van heilswaarheid en openbaring wordt naar deze antropomorfismen gegrepen, maar ‘grif wordt erkend dat al deze termen symbolen zijn’, alleen zó kunnen we over de goddelijke werkelijkheid spreken.

Na WOII is, aldus Banning, personalistisch socialisme de reactie op enerzijds vervlakkende burgerlijkheid, anderzijds op ‘naturalistisch individualisme’, leidend tot ‘ontbinding van de samenleving’. Het is een poging ‘een geestelijke grondslag te leggen voor een politieke en sociale beweging, die mensen van uiteenlopende levensovertuiging zou kunnen verenigen, namelijk in ‘een socialistische ordening, die in de eerste plaats een zedelijke levensvorm op de grondslag van persoonlijke verantwoordelijkheid betekent’. Dat is ´méér dan praktische samenwerking’, maar ‘minder dan een complete levensovertuiging´. ‘De bevrijding van de mens (…) wordt gezocht in de aanvaarding van de mens in zijn persoonlijke verhouding, zowel tot God als tot de naaste’. Niet-godsdienstige personalisten, voegt Banning toe, vervangen God door ‘de mens transcenderende waarden’.

 

Max Scheler

Bij personalisme valt ook de naam van filosoof Max Scheler (1874 – 1928). Een van zijn bekendste werken is Die Stellung des Menschen in Kosmos. Scheler analyseerde het verschil tussen mens en dier. De mens had weliswaar iets plantaardigs én dierlijks, hij was ook een geestelijk wezen. Dat hing samen met zijn openheid naar de wereld. De mens kon zich los maken van zijn organische gebondenheid. Hij was behept met rede, intelligentie, kende waarden, kon een persoon zijn. Maar daarmee bedoelde Scheler niet dat de mens vooral een individu was. Hij was mens in relatie tot andere mensen, als onderdeel van een gemeenschap, waarbinnen hij verantwoordelijkheden droeg. Die gemeenschap noemde Scheler een Gesamtperson, een persoonsgemeenschap, een collectief gekenmerkt door solidariteit en gemeenschappelijke waarden, zoals de natie, maar ook de kerk.

Ruimtelijk beeld

Hoorde bij een dergelijke Gesamtperson ook een ruimtelijk beeld? Het komt ons voor dat na WOII die ´bovenpersoonlijke samenhang´ werd gedacht als de stadswijk. Bekend is De wijkgedachte, waarmee men de stad wilde organiseren naar wijken en buurten, die waren bedoeld om gemeenschap op territoriale grondslag te stichten. De buurt was de eerste kring rond de kleine kring van het gezin, de wijk de volgende, daarna kwam de stad als een verzameling van wijken. In die wijken waren alle dagelijkse voorzieningen te vinden: bakker, slager, maar ook scholen en verenigingsgebouwen. De wijk was ‘ons-kent-ons’. In kerkelijke kring sloeg het idee aan. In de wijk werden mensen weer elkaars naasten, meende Van der Leeuw. Er werd verwezen naar de dorpsgewijze bewoning van Jeruzalem, zoals voorzien door Zacharia. De kerk introduceerde de wijkkerk en nam deze op in de kerkorde. Voor de Rooms-katholieke kerk correspondeerde het idee met de parochie.

Maar De wijkgedachte werkte niet. Dat had vooral te maken met een andere bovenpersoonlijke samenhang, namelijk de zuil waartoe iemand behoorde. Hervormden, Gereformeerden, Rooms-Katholieken en onkerkelijken kochten bij hun eigen bakker en gingen naar hun eigen school; en vier bakkers en vier lagere scholen in één wijk, dát was te veel van het goede. Over Bannings ‘praktische samenwerking’ en Van der Leeuws ergernis gesproken…

Scenario’s

Is er een nieuwe ruimtelijke verbeelding van een mogelijke Gesamtperson, van een nieuw sociaal contract, een nieuwe civil society in wisselwerking met overheid en markt? Is dat soms de regio? We horen bij de nieuwe politieke bewegingen over mienskip en noaberschap, en die vind je niet in de Randstad, maar in provincie en regio, in dorpen en op het platteland.

Het Planbureau voor de Leefomgeving kwam onlangs in Ruimtelijke Verkenning 2023 met vier scenario’s voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland anno 2050, de vertaling van verschillende maatschappijbeelden. In het scenario Mondiaal ondernemend zijn grote bedrijven de voornaamste actoren, de samenleving is (niet personalistisch, maar) individualistisch, het marktdenken domineert. Er ontstaat een ringvormige agglomeratie van Randstad, Brabantse, Gelderse en Overijsselse steden: de Middenstad. In het scenario Snelle wereld doet digitalisering afstanden verdwijnen, digitaal is belangrijker dan fysiek, er is een veelheid aan leefstijlgroepen. Men leeft in netwerken. Verstedelijking is als een lappendeken over het land verspreid. In het scenario Groen Land voelen mensen zich onderdeel van de natuur, materiële welvaart is vers twee, de vrijheid om te consumeren  wordt ingeperkt. Natuur-inclusief is de norm. Water en bodem vormen de fysieke onderleggers voor woon- en leefomgeving. Openbaar vervoer verbindt woon- en werkplekken. Tenslotte Regionaal geworteld, dat ons brengt naar de wereld van mienskip en noaberschap. Mensen zien zichzelf als onderdeel van een gemeenschap, die zorgt voor burgers, natuur en landschap; lokale en regionale gemeenschappen maken de dienst uit. De natuur is vooral recreatief. De omgeving is (regionaal) herkenbaar, op nationale schaal een mozaïek van kleinschalige omgevingen. De wijk komt terug als het dorp in de stad. Het primaat ligt bij regionaal bestuur. Is dit het ideaalbeeld dat doorschemert bij NSC en ook BBB? NSC wil provinciale kiesraden. De openheid tot de wereld, waarover Scheler sprak, wordt ingeperkt: reductie van arbeids- en studentenmigratie. Men heeft een kandidaat speciaal voor het regio-belang. Wordt Nederland een federatie van streken, elk met hun eigen couleur locale? Gaat personalisme op in regionalisme? Onwillekeurig komt in herinnering hoe de NH-kerk op initiatief van Willem Banning na WOII probeerde de eigenheid van Nederlandse regio’s in kaart te brengen door middel van socio- en reliografische studies. Naast de wijk ook toen al de regio.

 

Mix

Anno 2050 zal het beeld van Nederland een mix van genoemde scenario’s tonen, die elkaar versterken én ontregelen. De wijkgedachte leidde tot wijkgemeente en wijkkerk. Hebben ook genoemde scenario’s een eigen kerkvorm? PopUp- en internetkerken voor de eerste twee, groene kerk en theologie voor het derde, het dorpenproject voor het regionale scenario? Er moet misschien nog wat gepionierd worden, maar hopelijk met als perspectief, zoals Banning de kern van het theologisch personalisme typeerde: ‘herontdekking van het Bijbels denken en de Bijbelse verkondiging’.

Kees Doevendans

Streamer 1: Van der Leeuw ergerde zich in zijn voorwoord aan de verzuiling

Streamer 2: We horen bij de nieuwe politieke bewegingen over mienskip en noaberschap, en die vind je niet in de Randstad

In de waagschaal, jaargang 52, nr. 11, 18 november 2023