Preken van King

logoIdW

 

Ter gelegenheid van zijn vijftigste sterfdag verscheen bij uitgeverij Kok een bundel met 16 preken van Martin Luther King jr. (1929-1968) in een Nederlandse vertaling. De bundel heet Sterk door de liefde en is een vertaling van een Engelstalige bloemlezing uit Kings preken die in 1963 verscheen en later is herdrukt met de toevoeging van enkele preken uit Kings laatste levensjaren. De preken dateren dus merendeels van voor 1963 en werden gehouden in de twee baptistengemeenten waaraan King verbonden was, in Montgomery Alabama en in Atlanta Georgia.

Wat iemand meteen zal opvallen die King enkel kent van de filmfragmenten waarop hij als spreker te zien en te horen is, is het doorwrochte karakter van deze preken. King en waarschijnlijk ook zijn hoorders voldoen niet aan het cliché van de negerkerk. Alleen in de laatste twee preken kun je de plaatsen aanwijzen waar tussen de regels door ‘amen’ of ‘halleluja’ geroepen kan worden. In de andere preken is King een predikant die veel weet en uitlegt en graag beroemde dichters en denkers citeert. En altijd is hij een systematicus met een degelijke scholing in de dogmatiek en de filosofie. In preek 14, die geen preek is, maar een opstel over de eigen intellectuele ontwikkeling, leer je King kennen als de intellectuele theoloog die hij onbekommerd was. Hij positioneert zichzelf tussen liberalisme en neo-orthodoxie, ergens in de buurt van Tillich.

Systematische inslag

Met Kings systematische inslag is een zekere pedagogische gedrevenheid verbonden. Hij wil een wereldbeeld overbrengen. Hij spreekt over de ‘ethische principes van het christelijk geloof’ (171) en over de ‘filosofie van het christendom’ (175). De bijbelteksten waar zijn preken bij aanknopen zijn aanleidingen om de ‘christelijke religie’ ter sprake te brengen, niet zelf dragers of getuigen van de boodschap. Exegetische opmerkingen zijn in de preken dan ook nagenoeg afwezig. In het autobiografische essay waar ik net over sprak, wijst King de neo-orthodoxie (lees: de school van Karl Barth) met haar ‘antirationalisme’ en ‘bekrompen kritiekloos biblicisme’ af. Dat vertaalt zich in preken die minder verkondigen ‘wat in geen mensenhart is opgekomen’ dan feiten proclameren die door kwaadwillende machten worden verdonkeremaand. Er zit in King meer Kant dan Kierkegaard.

Een verklaring daarvoor vind ik in de strijd van de burgerrechtbeweging, een onderwerp waar King in elke preek naar terugkeert. Die strijd is in zijn ogen niet zozeer een strijd tegen de zonde als wel een strijd tegen onredelijkheid. Die onredelijkheid gaat weliswaar diep en heeft wortels in de dieptestructuren van de psyche (het ‘tamboer-majoorinstinct’), maar ze kan worden opgehelderd zonder terug te hoeven grijpen op categorieën als zonde, genade en verkiezing. Als mensen zien wat de gevolgen zijn van hun egoïstische handelen en bereid zijn om te dienen in plaats van te heersen – inzichten en voornemens waartoe de figuur van Christus inspireert – dan is het volgens King mogelijk om de onredelijkheid te boven te komen.

Zonde en onredelijkheid

Het lijkt nu of ik Martin Luther King in de een of andere heterodoxe hoek wil zetten, maar dat is niet zo. De verbondenheid van deze preken met de strijd tegen onrecht en racisme en met Kings harde persoonlijke lot maakt ze zo goed als immuun voor theologische scherpslijperij. Ze zijn er te ernstig en, met een ouderwets woord, te nobel voor. De vraag die ik naar aanleiding van deze preken wil stellen heeft dan ook minder betrekking op King en zijn strijd van vijftig jaar geleden dan op mijzelf en de situatie van vandaag. Mijn vraag is of in de situatie van vandaag het probleem van de zonde nog steeds minder urgent is dan dat van de onredelijkheid.

Als ik King goed begrijp, is voor hem de onredelijkheid een groter probleem dan de zonde. Hij heeft een samenleving voor zich die nog onvoldoende ‘aufgeklärt’ en geïntegreerd is, een samenleving die evident met twee maten meet en vasthoudt aan privileges waarover even eerder niemand nog had nagedacht. Hoe ga je die samenleving te lijf? Niet uitsluitend meer met argumenten of onderwijs, daarin gaat King verder dan de Verlichting. Hij is een man van actie. Maar ook met zijn acties wil hij zijn tegenstanders opvoeden, zodat zij net als hij gaan geloven in ‘het goddelijke’ (153), het ‘welwillende brein’ (152) en de ‘grote goedaardige kracht’ (141) in het universum. Wat dit aangaat, zie ik parallellen tussen Kings optreden en dat van zijn Amerikaanse collega Frank Buchman en diens Morele Herbewapening. Zij behaalden in dezelfde tijd dat King zijn preken hield aanzienlijke successen in de internationale diplomatie met behulp van een christelijke boodschap van vergeving en naastenliefde. Ik vermoed dat die successen te danken waren aan het feit dat in een globaliserende wereld groepen voor het eerst serieus met andere groepen te maken kregen: kolonisten met gekolonieerden, witten met zwarten, de ene moderne mogendheid met de andere. Deze groepen kregen behoefte aan inzichten en middelen waarmee ze als ze dat wilden tegenstellingen konden overbruggen. Die inzichten en middelen waren op dat moment nog niet voorhanden en de Morele Herbewapening voorzag daarin.

Waarom? Daarom

In 2019 is de vraag hoeveel we nog te verwachten hebben van de toename van communicatieve rationaliteit (de term is van Habermas). Niet dat ik mensen niet langer op hun rationele vermogens aan wil spreken of mensen niet meer wil wijzen op het ‘surplus aan betekenis’ in christelijke of andere tradities. Ik denk alleen dat we nu dichter dan King in de jaren ’60 staan bij de ondoordringbaarheid van de menselijke wil. De jaren ’60 tot en met nu zou je kunnen beschouwen als een doorlopend educatief programma waarin op talloze manieren de gelijkheid tussen de mensen en de broederschap tussen de volken is onderwezen. Het resultaat is dat grote groepen mensen nu heus wel weten dat zwarten (en vrouwen en homo’s) ook mensen zijn en dat het redelijk is om macht te delen als een bevolking voor een aanzienlijk percentage uit moslims bestaat. Toch zeggen ze alsnog ‘nee’ tegen het voorstel om zwarten (en vrouwen en homo’s) en moslims als gelijken te behandelen. Waarom? Daarom.

Hoe ga je om met een verstokte wil? Dat lijkt mij een vraag van nu. De verstokte wil komt aan het licht als de wegen van bewustwording, burgerschapsvorming, milieueducatie en zelfwording zijn bewandeld zonder dat het gewenste resultaat is bereikt. In de Bijbel wordt met de verstokte wil maar weinig geargumenteerd. Er wordt alleen een keuze gepresenteerd, met leven of dood als onverbiddelijke, maar verre van evidente horizon. De predikant van nu heeft misschien niet zoveel meer in handen dan die keuze te herhalen en zelf, als het hem wordt vergund, de keuze te maken. De tijd dat je in de kerk nog heel veel meer had te zeggen dan dat mensen zondaars zijn en dat ze moeten bidden om bekering, is misschien voorbij.

Udo Doedens

Martin Luther King, Jr., Sterk door de liefde, Preken die het hart raken, Kok 2018, 223 pp., ISBN 978 90 435 2937 2, EUR 19,99.

(In de Waagschaal, jaargang 48, nr. 5. 4 mei 2019)