Openbaring van Johannes – Een ervaring om te lezen
Aanleiding
Raketten slaan in, zaaien paniek en brengen vernietiging. De aarde wordt ziek. Mensen die nog leven, vluchten. Ineens komt de oorlog dichtbij. Dat was het moment waarop ik besloot om het boek Openbaring van Johannes te herlezen. Het werd een ervaring. De bizarre beeldtaal bleek onthullend en ontnuchterend te werken. Als vanzelf begon ik te noteren wat me bij het lezen opviel. Het leverde een handvol impressies op.
Als Johannes het over ‘oorlog’ heeft, denkt hij aan de traumatische ervaring van zijn Joodse volk in de jaren 66-70, de inname van Jeruzalem door Romeinse legioenen, het verlies van het politieke centrum, de verwoesting van de tempel en het lijden van zijn volksgenoten, die stierven in de strijd of aan het kruis, terwijl de overlevenden werden weggevoerd als slaaf. Een tijd waarin hun bestaan ontmenselijkt werd. Hij moet zelf deze Grote Oorlog hebben meegemaakt, van dichtbij of veraf, maar pas veel later, tegen het einde van die eeuw, kon hij erover schrijven. Dat werd het boek ‘Openbaring’, een Oorlogsrequiem, wonderbaarlijk beeldrijk en compact gecomponeerd, een gearticuleerde schreeuw om vrijheid en vrede en vooral een schreeuw om recht.
Lezen in drie delen
Het boek laat zich lezen in drie delen, waarin het achtereenvolgens gaat over de uitbraak van de oorlog (4:1 – 8:5), de strijd om de macht (8:6 – 14:20) en de tijd na de ramp (15:1 – 22:5).
- De vraag naar de uitbraak van de oorlog krijgt een intrigerend antwoord. Op het moment dat de Joodse Messias het besluit neemt om het rijk van recht en vrede te stichten, verzet de wereld zich daar tegen. Ze wil het initiatief om zo’n rijk te stichten in eigen hand nemen. Daar ligt de oorsprong van de oorlog.
- De strijd om de macht ontaardt in een wereldoorlog waarin wordt gestreefd naar de vorming van een alles beheersende politieke staat, als een parodie van Gods rijk. Tegen dit geweld en deze ideologie is geen mens opgewassen, ook de volgelingen van de Messias niet. Ze vluchten en als vluchten niet meer mogelijk is, moeten ze proberen om het vol te houden, met alle kracht die in hen is, tot er bevrijding komt. De oorlog brengt geen vrede maar ondergang.
- In de tijd na de ramp blijkt dat de absolute staat wel veel macht, maar geen bestaansgrond heeft. Ze is immers niet gegrond op sociaal recht en op onderling vertrouwen. In dat besef kunnen de volgelingen van de Messias proberen om na de oorlog hun leven op te bouwen, want er blijkt leven te zijn na de ondergang. Ze ontdekken dat de Stad van de Mens geen toekomst heeft en vroeg of laat zal vergaan. Ze verwachten de komst van de Stad van God, waar Joden en mensen van de andere volken in vrede zullen samenwonen. Intussen krijgen ze de tijd om op te komen voor recht en trouw, waar en wanneer dat mogelijk is.
Het verhaal van de lezer
Het oorlogsverhaal wordt niet verteld in de vorm van een historisch verslag, maar in heftige beelden, die eraan herinneren dat de verschrikkingen veel ouder zijn dan vandaag en die waarschuwen dat het morgen zomaar weer kan gebeuren, overal en altijd. Deze beelden sluiten de ervaringen in van alle mensen die plotseling worden overvallen door oorlog, of door natuurrampen, overstromingen en aardbevingen, door honger en ziekte en dood. Dat betekent dat het verhaal over de Joodse oorlog tegelijk ook het verhaal kan worden van de lezer, die hier en nu door dit boek wordt aangesproken. En dat is precies de bedoeling. Als in een film komen de beelden langs, vaak ontleend aan bijbelse profeten, ritmisch geordend door getal, beweging en geluid, onderbroken door explosies van muziek en gezang. Ze tillen de kijkers op uit de hun vertrouwde werkelijkheid en bieden tegelijk een uitvergroting van die werkelijkheid waarin de oorlogsnood nooit ver weg is. Ze vertellen over de angst, de pijn en de wanhoop van hen die door de dood heengaan. En ze geven aan wat een uitzonderlijke kracht en doorzettingsvermogen mensen moeten hebben om nieuw leven voort te kunnen brengen. In dit boek wordt veel gezongen en gemusiceerd, en wel in alle toonaarden. Er wordt gehuild en er wordt geschreeuwd om hulp en als die hulp komt, wordt er uitbundig gejuicht. Het is één groot gebed om de komst van Gods rijk.
Maarten den Dulk