Op weg naar de tweesprong

logoIdW

 

Het boek Israël verdeeld van de historicus Jona Lendering kan ik iedereen aanraden. Hij beschrijft om met de ondertitel te spreken Hoe uit een klein koninkrijk twee wereldreligies ontstonden. Het verfrissende is dat hij dat als onpartijdige buitenstaander doet. Velen zullen historische werken over deze periode kennen, maar die zijn toch vaak geschreven vanuit een bepaalde betrokkenheid. Als onderdeel van een geschiedenis van het Jodendom of juist van kerk en christendom. Met dat perspectief wordt geschreven, en daar is ook niets mis mee. Maar een boek dat zo’n perspectief ontbeert, en nuchter, historisch en analytisch het ontstaan van beide wereldreligies Jodendom en christendom nagaat, kan dan plots werken als een geestverruimend middel. Niet dat het leidt tot hallucinaties, integendeel, eerder tot een verscherpte waarneming bij de vraag die dit boek betekent voor christenen en Joden: ‘waar komen wij vandaan?’ Die vraag wordt natuurlijk vaker gesteld maar dan bijna altijd met een bijkomende, al dan niet verborgen agenda, om de orthodoxie te verdedigen of juist de vrijzinnigheid (zoals aandacht voor de vermeende ‘Joodse wortels’ die meteen zou leiden tot een lage christologie – of überhaupt geen christologie meer). Dit historische perspectief, zonder het vroege Jodendom meteen te beschouwen als een voorstadium van iets dat later kwam is ook Lenderings motivatie voor het boek, dat overigens bescheiden van toon is: het is een bijdrage aan lopende discussies, meer niet. De materie is complex, maar ‘boeiend genoeg om me eraan te vertillen’, schrijft hij in het Ten geleide (11).

Dooddoeners

Het zou mooi zijn als mede door dit boek weer een beetje beweging komt in het kerkelijk-theologische veld omtrent de oorsprong van geloof en kerk, de Joodse wortels etc. De Protestantse Raad voor Kerk en Israël heeft een ambitieus studieproject opgezet dat hetzelfde beoogt: nieuwe bezinning op de vragen rond Jezus en Paulus in hun context (werktitel: Jezus en Paulus – Joodse hervormers). Anders gezegd: frisse lucht in een nogal bedompt debat. Het lijkt vastgelopen in clichés en platitudes. ‘Jezus was door en door Joods.’ ‘Paulus en de apostelen voeren een intern-Joods debat.’ ‘Het Jodendom van de eerste eeuw was veelkleurig.’ Op een of andere manier werken deze en vergelijkbare uitspraken bijna altijd als dooddoeners, conversation stoppers. Terwijl ze toch eigenlijk juist vragen om gesprek en verheldering.

Want wat betekent dat door en door Joods zijn van Jezus, praktisch-historisch maar ook theologisch? Met de verschillende stromingen is dat niet helemaal niet zo duidelijk. Duidelijk is wel dat het allemaal om halacha gaat: de verschillende stromingen leggen de Tora en de juiste wijze van Joods leven elk anders uit. Dat moet dus ook voor Jezus en zijn volgelingen gegolden hebben, concludeert Lendering: ‘Reconstructies van de ‘historische Jezus’ die niet ingaan op zijn halachische oordeel, presenteren een on-Joodse Jezus’ (162).

Ook de kwalificatie ‘intern-Joods debat’ lijkt vaak bedoeld om te sussen, maar het maakt het geschil (of conflict) niet per se kleiner. En dat ‘veelkleurige Jodendom’ zou een waarschuwing moeten betekenen om Joods teveel vanuit het latere Jodendom in te vullen. Lendering laat heel mooi zien dat het Jodendom helemaal niet zo strikt monotheïstisch is als het later wordt (115vv.; 181vv.). Er zijn allerlei bovennatuurlijke wezens, tussenfiguren en min of meer verzelfstandigde attributen van God. En er is een heel scala van eschatologische en messiaanse figuren en personages. Kort door de bocht gezegd: er waren allerlei stromingen binnen het Jodendom met een behoorlijk ‘hoge christologie’.

De genoemde uitspraken die dooddoeners zijn geworden zijn voortgekomen uit de ontdekking van het Jodendom en de Joodse context van Jezus (en wat later ook Paulus), vooral in de jaren ’60, ’70 en ’80 van de vorige eeuw. Maar het onderzoek op dit terrein gaat door en is vitaal en volop in ontwikkeling. Dat levert van alles op voor de exegese allereerst, de interpretatie van de woorden van Jezus en Paulus en de andere apostelen. Maar dat prikkelt vervolgens ook de systematisch-theologische verbeelding.

De wegen scheiden – maar waarom?

Lenderings interesse gaat – zie de ondertitel – uit naar het ontstaan van de twee wereldreligies. Hij stelt de vraag waarom de wegen uiteen gaan, hetgeen leidt tot de latere religies Jodendom en christendom. Historisch gezien is dat helemaal niet vanzelfsprekend, omdat de eerste gemeentes en ook Paulus binnen de grenzen van het toenmalige – jawel: brede en veelkleurige – Jodendom bleven (291vv.). Inhoudelijk waren geen van de overtuigingen en praktijken van de christelijke gemeentes on-Joods. Van Paulus zegt Lendering: hij zoekt de grens op, maar blijft er toch binnen (245, vgl. 293). Dat strookt ook met het feit dat Jezus’ volgelingen de eerste decennia Joods bleven leven, naar de tempel bleven gaan (waardoor de discussie ook voortdurend opkomt of niet-Joodse bekeerlingen niet ook besneden moeten worden en de geboden moeten houden).

Lendering wijst een samenstel van historische omstandigheden aan (295vv.). Daarin speelt de val van de tempel een centrale rol. Door de eerste-eeuwse voorlopers van het latere Jodendom en christendom is daar verschillend op gereageerd. Een gevolg ervan is een concentratie van macht en autoriteit in Javne geweest, bij wat later tot het rabbijnse Jodendom zal uitgroeien. Daar werd de val van de tempel waarschijnlijk geweten aan bepaalde radicale stromingen. De teugels voor wat normatief Joods was werden aangehaald. Voor de volgelingen van Jezus was dat niet aanvaardbaar. Zij zullen de val van de tempel juist hebben geduid als straf voor de Joodse autoriteiten (inclusief de Farizeeën in Javne), en voor het niet aanvaarden van Jezus. Wellicht was ook het niet-erkennen van en de weerstand tegen de instroom van niet-Joden een factor. Maar ook de vervolgingen en zelfs de fiscus Judaicus die daarmee verband houdt zullen hierbij een rol hebben gespeeld (een korte samenvatting van het uiteengaan geeft Lendering op 309).

Terug naar de eerste eeuw

Het is allemaal niet alleen informatief en vaak fascinerend om te lezen. Het prikkelt en daagt ook uit. Het uiteengaan in de geschiedenis van Jodendom en christendom is niet ongedaan te maken. Maar zit er in het christendom niet onderhuids en impliciet, maar wel heel diep een zware theologische kwalificatie van dat historische uiteengaan en daarmee van de val van de tempel? Moeten wij de oordelen van toen – zowel de Joodse als de christelijke – overnemen, en zodoende als christenen de val van de tempel als straf voor het ongeloof zien?

Hoe dan ook: er is alle reden om een boek als van Jona Lendering te lezen en te overdenken, en breder om ons opnieuw te verdiepen in de eerste eeuw. Om Jezus en Paulus opnieuw, anders en als het goed is beter te leren kennen, hun woorden beter uit te leggen – in elk geval naar de stand van de wetenschappelijke kennis nu. Het is ook voor het Jodendom veel relevanter dan lang gezien is en daarmee voor de Joods-christelijke verhouding. Want ook dat komt in het onderzoek naar de eerste eeuw – en de eeuwen daarna – in beeld: hoe beide religies zichzelf geworden zijn door zich tegen de ander af te zetten. Dus ook het Jodendom! Dat onze identiteit zo is gegroeid, is alleen al goed om te weten. Het kan ook aanleiding zijn om die antithetisch verkregen identiteit te heroverwegen. En om dat ander waartegen je je hebt afgezet weer op te zoeken. Omwille van die ander en jezelf.

Coen Constandse

N.a.v. Jona Lendering, Israël verdeeld. Hoe uit een klein koninkrijk twee wereldreligies ontstonden, Athenaeum, Polak & Van Gennep, Amsterdam 2014.

 

Op maandag 14 maart is er een studie-conferentie in het kader van de genoemde studieproject van de Protestantse Raad voor Kerk en Israël, over Jezus en Paulus, met o.a. prof. Annette Merz en prof. Peter Tomson. Protestantse Landelijk Dienstencentrum, 10:00-16:00 uur.