Ontsluiting: Openbaring van Johannes (3)

De vraag

De eerste vraag betreft de oorzaak van de Grote Oorlog van Rome tegen Jeruzalem. De overwinnaars zoeken het antwoord in hun eigen succes. Maar voor de verliezers is er geen antwoord. De hemel is gesloten en als er een God is, is die blijkbaar de regie kwijt. Johannes echter nodigt zijn lezers uit om zowel het ene als het andere perspectief om te draaien. Hij neemt ze nog eens mee in de geschiedenis van de Grote Oorlog. Dat wil zeggen, hij komt niet met een historische analyse zoals zijn tijdgenoot, de Joodse geschiedschrijver Flavius Josefus, met zijn standaardwerk ‘De Joodse Oorlog’ in zeven royale boeken. Johannes is korter van stof. Hij stelt die oorlog niet in historisch, maar in profetisch licht en wel in zeven korte flitsen. En dan ziet alles er ineens anders uit. Niet minder grimmig trouwens.

De ontsluiting van de Schrift (4 – 5)

Wat gebeurt er? Als voor de ogen van Johannes de hemel open gaat, blijkt dat er wel degelijk sprake is van regie. Er wordt geregeerd! Er is zelfs een regering gevormd die bestaat uit een coalitie van vertegenwoordigers zowel van Israël als van de wereld van de vele volken. Die volkenwereld ziet er geducht uit, nu eens lachend als een leeuw, dan weer zwoegend als een stier, het liefst met een humaan gezicht en – het meest indrukwekkend van alles – ze maken een hoge vlucht als van een adelaar. Daarbij vergeleken zitten de twaalf stammen van Israël er wat kleintjes bij, maar wel het dichtst bij de macht. Hoe dan ook, allen hebben er zin in om te regeren en laten dat luid horen. Zij kennen de grondwet, de Thora, waarin Gods regie over de wereld is vastgelegd. Ze kunnen aan de slag. Maar dan meldt zich een probleem. Tot hun verdriet is niemand van die vertegenwoordigers bij machte om de wet werkelijk uit te voeren. Het wil maar niet lukken. Daarvoor zijn de verhoudingen in de wereld te zeer verstoord. Het onrecht laat zich niet uitroeien en het lijden van de mensen wordt er niet minder op, maar méér. Als het erop aankomt, is de Grondwet voor hen een gesloten boek en onuitvoerbaar. In de beeldtaal van Johannes gezegd: het boek is verzegeld met zeven zegels. Nogal een probleem. Er wordt wel geregeerd, maar de regering kan haar besluiten niet handhaven. En dan gebeurt het. Vanuit de kring van de vertegenwoordigers van Israël staat iemand op die doet wat er gedaan moet worden. Het is de Leeuw van Juda, de kracht van Gods volk op aarde. Die Joodse Messias krijgt de volmacht om Gods regering op aarde uit te voeren. Hij doet het, maar hij doet het anders dan anderen. Hij maakt geen hoge vlucht, maar gaat de weg van de mensen die lijden, die veracht worden, opgejaagd en afgemaakt. Hij trekt zich het lot aan van de mens die opgepakt is als een lam dat voor de slacht bestemd is. Als deze Jood verschijnt, komt Gods rijk in de wereld nabij. Iets tè nabij, want de wereld wordt daardoor geconfronteerd met haar misdadige kant. Dàt is wat er gebeurt en uiteraard blijft dat niet zonder gevolgen! Hier wordt het verhaal dan ook zeer grimmig. De volken zitten nu ineens niet meer te wachten op de uitvoering van de Joodse Thora. Ze zeggen wel dat ze verlangen naar het rijk van vrijheid en vrede, maar dan moet het wel gaan op hun voorwaarden. Ze trekken het initiatief haastig naar zich toe. Wanneer Gods rijk hen te dichtbij komt, gaan ze onmiddellijk in verzet. De coalitie breekt uiteen en het wordt oorlog.

Het antwoord (6:1 – 8:5)

Johannes vertelt over de uitbraak van de oorlog in zeven korte flitsen. Telkens als één van de zeven zegels van de Grondwet wordt verbroken, wordt het heftiger. Vier ruiters kondigen, als would-be messiassen, de komst aan van een bloedbewind, zaaien overal dood en verderf en grijpen zo naar de macht. Als zo de eerste vier zegels zijn ontsloten, lijkt het alsof deze strijders op alle fronten gewonnen hebben. Gods rijk gaat geheel en al verscholen achter dit geweld van de wereldoorlog.

Bij de ontsluiting van de drie laatste zegels, verandert het beeld. De blik wordt eerst gericht op de verliezers in het belegerde Jeruzalem, zij die bij de tempel hun laatste toevlucht hadden gezocht. Worden hun gebeden gehoord, de klachten, het angstgeschreeuw, de doodskreten? Hoe lang moeten ze nog wachten? Vervolgens wordt er toch ook iets van Gods tegenkracht merkbaar. De oorlog stuit op haar grenzen. Dan blijkt dat het oorlogsgeweld helemaal niet leidt tot overwinning, maar tot zelfvernietiging. Zij die de oorlog begonnen zijn, weten op den duur niet meer waar ze het zoeken moeten. De tegenkracht wordt ook positief merkbaar doordat er op aarde een soort verzetsleger gevormd wordt, zowel uit de stammen van Israël als uit de volken. Er wordt een menigte mensen ‘verzegeld’, zoals de Thora verzegeld was. Dat wil zeggen, ze worden ingezet als duizenden mini-Thora’s, als living human documents, als brieven van de Messias (2 Kor. 3:3), die goede informatie bieden over de vreedzame opbouw van de samenleving. Als de Geest het geeft, gaan ze open. Dan tekenen ze met hun woorden en daden verzet aan tegen onrecht en ontrouw, vernedering en onderdrukking. Dat komt hen wel duur te staan, want ze worden erom vervolgd en verdrukt. Ze riskeren hun leven ermee. Maar hun leven zal in Gods hand worden bewaard, ze zullen getroost worden en voorgoed bij God geborgen zijn.

Tenslotte, bij het openen van het zevende en laatste zegel, horen we hoe de gebeden van allen die geleden en gestreden hebben zullen worden verhoord (8:1-5). Hun wanhoop, angst en pijn worden bij God gebracht en dan worden deze gebeden, vermengd met het vuur van Gods woede, teruggesmeten op de aarde. Allen die verantwoordelijk zijn, zullen ermee geconfronteerd worden. De volken zullen worden afgerekend op hun oorlogsmisdaden.

Waarom komt er steeds weer oorlog?

De vraag in het eerste en kortste hoofddeel van het boek Openbaring was: waarom brak de oorlog uit waarin Rome Jeruzalem vernederde? Het antwoord kwam uit een onverwachte hoek. Wanneer de Grondwet van het rijk van de vrede in werking treedt en de Joodse Messias zich laat gelden, komen de andere volken in opstand. Ze kiezen voor de handhaving van hun eigen Wetten en wel met grof geweld. Dat is de reden dat deze oorlog uitbrak. We kregen dus geen subtiele afweging van allerlei historische motieven, zoals de toenemende druk van de bezetting door Rome en slecht bestuur van de bewindvoerders of opstandige bewegingen in het Joodse volk en falend leiderschap in Jeruzalem en zeker geen sluitende, religieuze verklaring in de zin dat God het allemaal zo gewild heeft. Niets van dat al. Er wordt maar één reden gegeven en die is even onverwacht als bizar. De komst van het Messiaanse vrederijk roept gewelddadig verzet op. En dat gebeurt steeds weer. Zulk verzet maakt onze geschiedenis tot een geschiedenis van strijd!

Maarten den Dulk

In de Waagschaal, jaargang 52, nr. 6, 27 mei 2023