Oekraïne, Rusland en de Oecumene

logoIdW

Over de gebeurtenissen in de Oekraïne hebben wij over het algemeen ons oordeel wel klaar. Inderdaad, afgrijselijk wat daar gebeurt. Onbegrijpelijk dat zoiets, zo’n militaire invasie van het ene land in het andere, ook nu weer zomaar gebeurt. Het lijkt of we terug zijn in de sfeer van de Tweede Wereldoorlog.

Is Poetin een tweede Hitler? Die begon immers ook zo, met inpalmen, annexeren, van stukken van buurlanden? Oostenrijk werd in het Duitse Rijk opgenomen. Toen (München!) kwam Tsjechoslowakije aan de beurt en moesten de grensgebieden (‘met veel Duitse inwoners’) eraan geloven. Daarna kwam Polen in het vizier… Poetin lijkt eenzelfde mentaliteit te hebben. Eerst Tsjetsjenië. Toen Georgië. Daarna, in Oekraïne, al snel de Krim, de oostelijke gebieden (de Donbas). En nu: geheel Oekraïne binnengevallen. Het lijkt overigens voor de Russen niet zo soepel te lopen. Maar ondertussen: verwoestingen, menselijke slachtoffers, onvoorstelbaar…

We zijn het er wel over eens: Rusland is hier schuldig. Of liever, die ene: president Poetin. De Amerikaanse president Biden noemde hem ronduit een oorlogsmisdadiger. Ook voor de kerken is het oordeel duidelijk. De Wereldraad van Kerken heeft al diverse malen juist Poetin opgeroepen, de strijd te staken. De Nederlandse Raad van Kerken is die oproep bijgevallen. Dat deden naderhand (eigenlijk ten overvloede) ook afzonderlijke lidkerken, zoals de PKN en de RK Kerk in Nederland. De paus zei, op het Sint Pieterplein: ‘In de naam van God vraag ik u: stop dit bloedbad!’ Zou het indruk maken?

Hebben trouwens juist kérken, kerkelijk instanties, reden om zich over de oorlog in Oekraïne uit te laten? Je zou denken van niet. Ze behoeven immers niet te herhalen wat door politici en regeringsleiders al wordt gezegd. Toch is hier nog iets anders aan de orde. Wat drijft Poetin eigenlijk? Hoe is hij ertoe gekomen, zijn aanspraken in en op buurlanden te laten gelden, uiteindelijk ook met geweld? Historica Beatrice de Graaf wijdde aan deze vraag een interessante column (NRC, 5 maart).  Zij stelt: Poetin is geboeid geraakt door de geschiedenis van zijn land. Rusland heeft een grootse historie. De tsaren van de achttiende en negentiende eeuw hebben dit land uitgebouwd tot een machtige natie. In die tijd, trouwens ook al eerder, behoorde Oekraïne, inclusief de Krim, integraal tot Rusland. Zo ontstond een grootmacht. En dat: met als grondslag het christendom, in concreto: de Russisch-Orthodoxe Kerk. Zo is de Russische historie, de Russische  identiteit, voor Poetin steeds  meer een heilige zaak geworden.

Er zijn in Rusland ook andere kerken en groepen. Maar de Russisch-Orthodoxe Kerk is, officieel, veruit de grootste. Zij heeft de positie van staatskerk.  Van ouds waren er tussen politieke leiding en kerkleiding, tussen tsaar en patriarch, hechte banden. Over en weer hebben die elkaar nodig; de kerk is voor haar positie afhankelijk van de staat, de staat steunt in zijn handelingen op de zegen, de sanctionering, van de kerk. Dat stelsel heet ‘cesaropapisme’. Ook andere Oost-Europese landen met orthodoxe geloofstraditie kennen dat. Maar speciaal het Russische rijk is er op gebouwd. In de communistische tijd verdween die traditie onder de grond, maar nadien bleek ze nog springlevend.

Wij in het westen kennen dat zo niet. Wij hebben hier de ‘Verlichting’ doorgemaakt. Wij zijn, sinds het begin van de negentiende eeuw, meer en meer gewend geraakt aan de scheiding van kerk en staat. Als gevolg daarvan zijn de kerken in ons land, en in heel West-Europa, ook maatschappelijk gezien steeds meer op een zijspoor geraakt. Ze zijn niet langer wat ze toch ook bij ons lange tijd geweest zijn: dominante, bepalende machten. Christen-zijn, kerklid-zijn, is bij ons een kwestie van vrije keuze geworden. Wij hebben de persoonlijke vrijheid (vrijheid van godsdienst, van meningsuiting) hoog in het vaandel. Allerlei opvattingen, leefwijzen, vroeger (christelijk) onbetamelijk geacht, worden nu door velen, ook christenen, ‘gewoon’, verkondigd en gepraktiseerd.

In Oost-Europa heeft die ontwikkeling zich niet voorgedaan. Zeker niet in landen met de Oosterse orthodoxie als dominante traditie. Zoals in Rusland. Daar wordt met name door de leidinggevende kringen met afgrijzen naar het westen gekeken. De westerse samenleving geldt er als ontaard, verwereldlijkt. Men wil de invloed dáárvan zoveel mogelijk buiten de deur houden.

Poetin  wil dat zeker. Als staatspresident voelt hij het als verantwoordelijkheid, het (christelijk-)eigene van de Russische samenleving te handhaven, tegenover bedreigingen vanuit het westen. Daarin wordt hij onvoorwaardelijk gesteund door de Russisch-Orthodoxe kerkleider, patriarch Kirill (ik maakte hem destijds mee als medelid van het Centrale Comité van de Wereldraad). Over zoals de zaken zich in Oekraïne ontwikkelden was Poetin kennelijk meer en meer verontrust. En dan te bedenken dat juist Oekraïne, en de hoofdstad Kiev in het bijzonder, van ouds tot het Russische rijk heeft behoord. Volgens de traditie was Kiev zelfs de bakermat van het Russische christendom en de Russische beschaving. Dáár werden, in het jaar 988, de eerste Russen in de rivier de Dnjepr gedoopt (een reusachtig standbeeld staat nog op die plek). In 1988 werd dat groots herdacht en gevierd (in aanwezigheid van Gorbatsjov).

Natuurlijk is zo het huidige Russische optreden in Oekraïne niet goedgepraat. De oorlog blijft een verschrikking. Is Poetins ideaal werkelijk díé prijs waard? Laten we hopen en bidden dat daaraan spoedig een eind komt. Maar op weg daarheen  zou enig oecumenisch inzicht goed van pas komen.

Karel Blei

Dr. Karel Blei is (emeritus) predikant en oud-scriba van de PKN en woonachtig in Haarlem.

In de Waagschaal, jaargang 51, nr. 4. 2 april 2022