O hoofd vol bloed en wonden. Over de film ‘De man uit Rome’

Op Goede Vrijdag ga ik naar de film in Rotterdam-Zuid. Ik fiets langs het Feyenoord-stadion. Daar liep twee dagen eerder een Ajax-speler een bloedende hoofdwond op door een aansteker die een Feyenoord-fan naar hem toe gooide. Iedereen is daar erg van geschrokken, maar met de opgeklopte sfeer rond voetbalwedstrijden hoeft niemand zich erover te verbazen. De antisemitische leuzen die vooraf werden gescandeerd, zijn al jaren een vast onderdeel van de klassieker. Zie de mens.

De film heet ‘De man uit Rome’, is van regisseur Jaap van Heusden en gaat over de Italiaanse priester Filippo die namens het Vaticaan een vermeend wonder moet onderzoeken in een Limburgs dorp. Daar is ten huize van het gezin Van Slochteren een Mariabeeld gaan huilen. Aan het begin van de film zie je een hond in een vrachtwagencabine zitten, een verwijzing naar de tv-serie ‘dagboek van een herdershond’ met kapelaan Odekerke uit de jaren ‘70 . De gemoedelijke sfeer van het ‘rijke Roomse leven’ is in deze film ingehaald door de tijdgeest. Meerdere personages zeggen niet religieus te zijn en zijn kritisch op de kerk. Maar het wonder maakt veel los en de dorpspastoor gaat daar wijs mee om.

Ergens was het mooi geweest wanneer de film in de streektaal was opgenomen, maar de karakters spreken hoofdzakelijk steenkolenengels met elkaar. De productie moest immers internationaal gefinancierd worden en zo wordt de teloorgang van lokale cultuur ook een thema in deze film, die dus zeker geen feel-good-movie is.

De dorpelingen zijn getraumatiseerd door een schietpartij op de plaatselijke school, waarbij meerdere tieners zijn vermoord. In een paar fragmenten wordt dit ingehouden in beeld gebracht, maar wel zo dat ik mijn handen voor m’n ogen doe: ik wil dit niet zien (vgl. Jesaja 53). De zoon van de familie van Slochteren is één van de slachtoffers, dochter Thérese heeft het ternauwernood overleefd en is sindsdien met stomheid geslagen. Zij is de eerste getuige van de Mariatranen.

Filippo is cynisch, hij gelooft dat de wereld verslaafd is aan de leugen en dat het zijn opdracht is het mirakel te ontmaskeren. Hij is daarin trouw aan de leer van zijn kerk die een bovennatuurlijke oorzaak pas erkent als de natuurlijke zijn uitgesloten. Wat theologisch te betreuren valt: God wordt daarmee de Gatendichter; maar Filippo wil nu eenmaal graag het bijgeloof bestrijden. Als een inquisiteur heeft hij een gereedschapskist met (martel)werktuigen bij zich waarmee hij het Mariabeeld gaat onderzoeken.

Filippo is een gedreven man, maar ook een lijdende knecht, eenzaam en gekweld door een             maagzweer. Hij wordt in elkaar geslagen, tegen het hoofd geschopt, een man van smarten. En wanneer de pijn van het dorp tot hem doordringt, gaat hij twijfelen aan zijn missie. Bij een herdenkingsdienst voor de slachtoffers houdt hij een indrukwekkende preek die hij inzet met het kruiswoord: “Mijn God, mijn God waarom hebt Gij mij verlaten.” De verwijzing naar Golgotha wordt versterkt doordat zijn woorden in de kerk live vertaald moeten worden, zoals in het evangelie ook gebeurt. Filippo bekent dat hij geen troost kan brengen. Alleen de lijdende God kan helpen.

Aan het einde van de film vloeit opnieuw bloed, op een of andere manier brengt het nu verzoening. “Zijn wonden zijn ons tot genezing geworden.”

In een interview met regisseur Van Heusden in de Filmkrant zegt de interviewer: “Ik ben niet religieus, ik vermoed jij ook niet…” Van Heusden: “Dat ben ik wel, ik ga wekelijks naar de kerk.”

Op de terugweg fiets ik weer langs het stadion en de moskee die er tegenover ligt. Het is vrijdagmiddag en ramadan, het is druk, er wordt ook buiten gebeden. Ik vang een flard van een preek op: ‘waar sta jij…’

’s Avonds begint de kerkdienst met ‘O hoofd vol bloed en wonden’.

Franc de Ronde

Franc de Ronde is predikant te Barendrecht (PKN).

In de Waagschaal, jaargang 52, nr. 7, 1 juli 2023