Net als Jezus worden
De burgemeester van Rotterdam ontbreekt het niet aan lef. Net nu het in Nederland begint door te dringen dat het salafisme een stroming binnen de Islam is, waar ernstige kanttekeningen bij te plaatsten zijn, verklaart hij, dat ook hij een beetje salafist is. Ik snap wel wat hij bedoelt. Door zich zo te presenteren, probeert hij de kaping van de Islam door radicale elementen te doorbreken. Hij claimt als gematigd moslim ook de naam salafist. Want, zo stelt hij ‘een salafist is iemand die op zijn salaf/voorganger wil lijken’.
Het gaat mij om een opmerking die Aboutaleb in de kantlijn van zijn gewraakte uitspraak maakte. Voor hem is een salafist iemand die op zijn voorganger wil lijken. In zijn geval is dat Mohammed, maar zo voegt hij er aan toe: hetzelfde geldt ook voor de Christenen die op Christus willen lijken. Ook zij zijn in zijn definitie salafisten, volgelingen, die de lessen en leefwijze van Christus serieus nemen.
Op die uitspraak is van Christelijke zijde nauwelijks gereageerd is. Toch is het de vraag of Aboutaleb gelijk heeft. Lijkt de navolging van Christus op de navolging van Mohammed? Ik houd het er op, dat met de navolging van Christus iets heel anders bedoeld wordt. Ja, scherper, juist op dit punt wordt het verschil tussen Islam en Christendom duidelijk.
Het behoeft nauwelijks betoog dat ook in het Christendom navolging opgevat wordt, zoals Aboutaleb die beschrijft. In de kerk zingen we met overtuiging het lied van Barnard mee: Een mens te zijn op aarde betekent ‘net als Jezus worden, die ’t ons heeft voorgedaan’ (gezang 538). Inderdaad wat is er mooier dan dat. Jezus de salaf, als voorbeeld voor ons, de salafisten. Wie verlangt daar niet naar. Dat zou ook onze drive moeten zijn. Met enige jaloezie kijken we naar Aboutaleb die dat zo maar in het publieke debat durft te zeggen.
Er is echter nog iets. Elke generatie kent wel de pogingen om net als Jezus te worden. Pogingen die vaak tot verharding, onverdraagzaamheid en zelfs bloedvergieten geleid hebben. Want wat ik in de navolging als het goede voor de stad benoem, kan voor de ander juist het ultieme kwaad zijn. Zo kan het goede doen in navolging van de Heer tot strijd en onderlinge twisten leiden. Net als Jezus worden, zeker, maar hoe?
In de christelijke traditie zijn we gewaarschuwd. Er is geen directe lijn tussen dat wat Jezus vraagt en wat wij doen. Anders gezegd, net als Jezus worden is niet het einddoel van ons handelen. Net als Jezus worden ligt niet in ons vermogen. In de navolging van Jezus gaat het er om, dat juist ons vermogen, onze levensdrift waarmee wij uitdagingen aanpakken, ‘gebroken’ wordt. Waar dat niet gebeurt, gebeuren er ongelukken. Dan vieren we onder het mom van de navolging ons instincten en driften bod. Theologisch gezegd. Dan wordt de navolging tot een wetticisme. Onze doelen worden dan het kader waarbinnen de navolging van Jezus vorm krijgt.
Navolging in het Christendom wordt gekenmerkt door het besef dat wij Jezus vanuit onszelf juist niet kunnen navolgen. Inderdaad, de ontmoeting met Hem leert ons dat wij vanuit ons zelf niet tot enig goed in staat zijn. Onze levenskracht is gebroken. Precies dat mis ik als Aboutaleb over de navolging spreekt. Precies dat is het wat het salafisme, dat gelijk wil worden aan de salaf, tot zo’n gevaarlijke, onverdraagzame kracht in onze wereld maakt. In uiterste consequentie: ik heb de waarheid aan mijn zijde, ik ben gelijk aan de salaf en juist daarom ben ik ten opzichte van de ander verheven.
In het christendom wordt geweten dat wij vanuit onszelf nooit, maar dan ook nooit als Jezus kunnen worden. We lijken ook in de goede dingen die we doen in geen velden of wegen op hem.
Kunnen we dit lied van Barnard dan niet meer zingen? Toch wel. Even daarvoor zegt hij over de mens op aarde; hij leeft van de genade. Precies dat is het geheim. Net als Jezus worden is genade. Het wordt ons geschonken. Dat is het cruciale verschil met de opvatting die Aboutaleb aanduidt.
Onze levenskracht is in de ontmoeting met Jezus gebroken. Tegelijk wordt ons getoond wie wij als mens in de ogen van God zijn: de mens die met zijn medemens leeft. Dat is de belofte van het evangelie. Zo zullen wij worden, zo mogen we elkaar nu reeds aanspreken, wetend dat we dat nu nog niet zijn, wetend dat het ons door onze eigen energie niet lukt om zo mens op aarde te zijn. Het net als Jezus worden, is en blijft een geschenk.
Daarom zijn in de navolging van Jezus de eerste woorden deemoed en dankbaarheid. Ons wordt iets toegerekend, dat we vanuit onszelf niet hebben of bereiken kunnen. In de navolging gaat het er in de eerste plaats om dat te vieren. Pas daarna komt het handelen. Dat handelen blijft bepaald door het vieren. We pakken niets aan, maar speuren in alle bescheidenheid naar enige tekenen waar dit nieuwe mens zijn van Jezus zich al aandient in onze wereld. Waar mogelijk helpen we een handje, zonder enige pretentie, in het besef dat het mensenwerk is.
Vanuit die houding kan ik dan weer Aboutaleb bijvallen. Hij zegt dat hij iedere morgen opstaat met de gedachte en de wil “om het goede te doen voor een stad in Nederland”.
At Polhuis