‘Moge hij spelen in vrede’

logoIdW-e1677570004807.jpg (100×115)

Ter ere van Jerome W. Berryman (1937-2024), geestelijk vader van Godly Play

 

Een betoog, een heldere opbouw, houtsnijdende argumenten, scherpe redeneringen, zelfs als ik het er niet mee eens ben, houd ik ervan. Het zal vast door mijn rationele gereformeerde opvoeding komen. Daar gold: als iets klopt, dan maakt het meer kans om waar te zijn. Nog steeds vind ik dit ergens wel. Mijn preken betogen ook altijd iets, toch wel, al preek ik deels persoonlijk en associatief, raak ik dingen, probeer ik te verwijlen en al leg ik veel niet uit, er zit altijd toch een redeneerlijn in of onder en die moet van mijzelf kloppen. Als een redeneerlijn niet klopt, heb ik de neiging de beste spreker direct af te serveren. Het is daarom wonderlijk waarom ik zo blij ben met Godly Play. Nou ja, misschien is het helemaal niet wonderlijk want Godly Play brengt je daar waar je met rechttoe rechtaan redeneren niet komt.

 

Existentiële ervaringen

Op zes augustus jongstleden is de geestelijk vader van Godly Play overleden, Jerome W. Berryman. Deze Amerikaan met episcopaalse achtergrond heeft vanaf begin jaren zeventig samen met zijn vrouw en anderen een methode van geloofsoverdracht ontwikkeld. De methode noemt het zelf geen geloofsoverdracht maar spreekt over ‘een inwijden in het christelijke taalsysteem’; er wordt een taal aangeleerd, die verder gaat dan woorden alleen. Die ‘taal’ helpt bij het telkens vormgeven van de eigen identiteit te midden van het leven met al z’n ups en downs.

Werkend op de kinderafdeling van een ziekenhuis ontdekte Berryman dat kinderen geen taal hadden voor de existentiële ervaringen die ze daar hadden. Ze werden voorbereid op wat een dokter ging doen aan hun lijf maar gesprekken over angst, je verloren voelen, vertrouwen, dood en leven werden niet aangegaan. Hiervoor ging Berryman verhalen uit de christelijke traditie vertellen met woorden en gebaren en kleine figuurtjes als vertelmateriaal. Hij ging te rade bij (godsdienst)pedagogen Maria Montessori en Sofia Cavaletti. Dit groeide uit tot de methode Godly Play, beproefd in zowel katholieke als protestantse kerken en scholen. In de loop van de tijd heeft Berryman ruim honderd verhalen ontwikkeld. Vanuit de Verenigde Staten kwam Godly Play zo’n vijfentwintig jaar geleden via Groot-Brittannië naar Europa en vindt inmiddels ook een plek in Afrika en Azië.  In geen enkele andere methode die ik ken, zoals Kind op Zondag, Kliederkerk, Bijbel Basics gaan theologie en pedagogiek zó krachtig hand in hand als in Godly Play.

 

Worden als een kind

Berrymans levenswerk kunnen we denk ik het beste verstaan tegen de achtergrond van zijn eigen levensoefening in Jezus’ opdracht om te ‘worden als een kind’. Een queeste waarvan hij, zo vermoed ik, gaandeweg zijn leven ontdekte dat hij daarmee bezig was. In zijn boek Becoming Like a Child – The Curiosity of Maturity beyond the Norm reflecteert Berryman zo breed mogelijk op de opdracht ‘worden als een kind’, veel breder dan een strikte exegese van die bijbelteksten toelaat. (Hij gebruikt de teksten Matteüs 18:3-5, Marcus 9:37, Lucas 18:17, Johannes 3:3-4(!) en de eerste zinnen van uitspraak 22 van het evangelie van Thomas, bij elkaar.) ‘Worden als een kind’ vat Berryman op als een gelijkenis, als een parabel van Jezus en dit zou je exegetisch kunnen verdedigen. ‘Worden als een kind’ leidt ons het koninkrijk in. Gelijkenissen zijn bij Berryman koninkrijkraadsels, die tegelijk ook levensraadsels zijn, die “je telkens weer moet proberen binnen te gaan, wat niet altijd lukt want ze kunnen gesloten blijven, zo zijn gelijkenissen nu eenmaal, maar je moet het blijven proberen want op een dag zal de gelijkenis voor jou opengaan”, zo luidt de vaste introductietekst bij de parabelverhalen van Godly Play.

Berryman ziet in de gelijkenis ‘worden als een kind’ een kind-volwassen paradox. Die paradox kan je niet reduceren tot alleen maar kind-zijn of de andere kant op, tot alleen maar volwassen zijn; ten volle moet je het kind-zijn en het volwassen-zijn tegelijkertijd aangaan, dat is de nieuwe menselijke natuur. In het boek gaat hij de letterlijke betekenis van kind-zijn langs en komt tot: dankbaar zijn voor het leven, de onontkoombare afhankelijkheid van het individu van de wereld om zich heen en tot kennisvergaring door spel. De desbetreffende bijbelteksten wijzen op kinderen als mystieke theologen die ons wijzen op onze identiteit. De mens en de geloofsgemeenschap vinden hun identiteit in de Schepper, zijn co-creator tegen rigiditeit en chaos (lees: het kwaad) in. Dat creëren gaat dan over maken, over tot stand brengen, in welke vorm dan ook, telkens opnieuw, op ieder moment, in elke levensfase. Hierin mag je gerust iets zeer christocentrisch zien, de beweging van Christus’ opstanding uit de dood. Maar bij Berryman is dit evengoed scheppingsleer.

Berrymans denken is rijk en onderzoekend en zich er voortdurend van bewust dat denken, denken met een open-eind moet zijn en niet met een vaste conclusie, ‘soft-closure’ noemt hij het. Dit maakt dat hij lastig te lezen is want je weet nooit precies waar je nu bent en waar je aan toe bent, iets wat je bij kennisboek, wat Becoming Like a Child toch is (het is geen roman), wel verwacht. Maar het past wel bij hoe de methode Godly Play werkt en waarin Berrymans denken wel tot zijn recht komt.

 

Altijd dezelfde werkwijze

De grootste ontdekking die Godly Play mij gegeven heeft, is dat het de scheidslijn tussen ingewijd en niet-ingewijd opheft. Het maakt daarbij niet uit of ik het met kinderen, tieners, volwassenen of in het verpleeghuis doe. Als predikant en docent is het reuze lastig om daar te zijn waar je toehoorders zitten en je ervaart hierbij altijd je beperktheid. Bij Godly Play doe je die poging tot aanpassen simpelweg niet. Je doet een Godly Play bijeenkomst altijd op dezelfde manier. Je gebruikt altijd dezelfde tekst, de woorden van het verhaal liggen vast net als de bewegingen die je met het vertelmateriaal maakt, hoe je bij elkaar zit, hoe je mensen ontvangt, de aankleding van de heilige ruimte. Het maakt niet uit wie je daar ontvangt, het is altijd dezelfde werkwijze. Wonderlijk genoeg werkt dit. Dit komt omdat er wel ruimte is voor die toehoorder. Een ruimte die toehoorders zelf vullen. Nadat het verhaal is verteld (en ook tijdens het verhaal mag er spontaan gereageerd worden), worden deelnemers tot reactie uitgenodigd door de bijbehorende vragen te stellen. “Ik vraag mij af …of je ooit het goede, groene gras hebt gevonden”, één van de vragen bij de gelijkenis van de Goede Herder. “Nu vraag ik mij af…wie de naaste is van de mens die pijn is gedaan”, de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan en vervolgens ga je alle figuranten van het verhaal langs en vraagt wie de naaste van die is. Op de verwonderingvragen mag vrij gereageerd worden, ook naar elkaar en als verteller blijf je mensen tot reageren uitnodigen en combinaties maken van wat verteld is en gezegd wordt, je zoekt en je tast samen. Je kan daarin dus kwetsbaar zijn want er is geen goed of een fout antwoord, er is ruimte om in de war te zijn. Mensen reageren uiteraard vanuit hun eigen concrete leven. Nu heeft iedereen dat eigen leven en dit maakt dat het niet uitmaakt of je ingewijd bent of niet. Dit heeft iets weldadigs, ook iets enorm ruimhartigs en past zo prachtig bij het heil dat er voor iedereen is.

Op de Europese Godly Play conferentie in september 2022 in Mechelen betoogde hoogleraar Marianne Moyaert dat Godly Play past bij de narratieve identiteit zoals je die bij Ricoeur vindt. Identiteit is nooit af, vormt zich telkens weer, is niet gesloten maar open, er vindt continue herinterpretatie plaats in samenhang met anderen. Bij Godly Play krijgen deelnemers veel ruimte als interpreterende wezens in de gemeenschap die daar bij elkaar is. Misschien overbodig om te zeggen, maar ook kinderen zijn interpreterende wezens. Het uitgangspunt hierbij is er één van vertrouwen. Kinderen, of niet-ingewijden, hebben al een lijn met God waardoor ze het leven in al z’n slordigheid aankunnen, daar mag je vanuit gaan.

Jerome Berryman is niet meer onder ons. Ik vraag me af, hoe het nu met hem is. Eén keer heb ik hem in levenden lijve mogen aanschouwen, en dat was via een videoverbinding tijdens de conferentie in Mechelen. Licht geamuseerd en zacht ontroert keek de tachtigplusser de zaal in en zag een deel van zijn levende nalatenschap, driehonderd Godlyplay-vertellers aan de andere kant van de oceaan. Moge hij spelen in vrede.

 

Sibilla Verhagen

Ds S. Verhagen is predikant (PKN) te Uithoorn

In de Waagschaal, nr. 11, 9 november 2024