Mensen maken de stad

logoIdW

Stad

 Hoe maak je een stad zó dat hij
staat als een huis waarin je solide

kunt wonen. Wat je ziet is stenen decor
en allerwegen onder een leniger hemel

met velen de spelers. Stil of luidruchtig
bewegen ze zich over markten en bruggen
langs water, door parken voor luchtiger

adem. Ze hebben gezichten, namen,
kunnen elkaar raken en hoe ze

dat doen maakt de plek tot wijkplaats
of wak. De spelers maken de stad.

Dit gedicht is geschreven door de stadsdichter van Rotterdam, Hester Knibbe. Naast burgemeester van Rotterdam ben ik ook een groot liefhebber van poëzie. In 2015 heb ik onze stadsdichter gevraagd haar visie op de stad poëtisch onder woorden te brengen, ter gelegenheid van een lezing, waarin ik dieper inging op de rol van steden in cultureel en economisch perspectief.

Sinds 2009 ben ik burgemeester van Rotterdam. In de afgelopen jaren heb ik de stad goed leren kennen, maar de kracht en dynamiek verrast mij nog steeds. De stad vernieuwt zich voortdurend, alleen al doordat er jaarlijks vijf- tot zesduizend nieuwkomers bijkomen. Ik vergelijk de stad wel eens met een boom die groeit en continu een nieuwe schors krijgt. Maar de kern blijft gelijk, daarin hou je de waarden vast, zoals het internationale karakter, het harde werken, het multiculturele en de tolerantie. Nieuwkomers zullen zich die waarden ook weer eigen maken en de stad op hun schouders nemen. Rotterdam lijkt in dit opzicht op New York: elk jaar komen er vele, nieuwe inwoners bij die de oude wijken, kantoren en bedrijfsterreinen nieuw leven inblazen. Zo geven zij richting aan hun droom in een stad waar alles mogelijk is.

Een prachtig Rotterdams voorbeeld van nieuw leven inblazen is het Schieblock, vlakbij het Hofplein. Dit kantoorgebouw uit 1959 stond op de nominatie om gesloopt te worden. Architectenbureau ZUS (zones urbaines sensibles) betrok het pand als kraakwacht en ontwikkelde een visie op het gebouw en de omgeving. Drie jaar geleden werd het Schieblock omgebouwd tot een cultureel bedrijfsverzamelgebouw. Nu houden architecten, ontwerpers, webdesigners en andere culturele ondernemers hier kantoor en op het dak is een moestuin aangelegd. Op de begane grond is een bijzondere winkel met Rotterdams design gevestigd en eigenzinnige horeca. De energie en creativiteit van dit particuliere initiatief hebben dit gebied getransformeerd van een grijs gebied tot een spannend stukje Rotterdam, waar je met plezier doorheen wandelt.

Niet alleen ondernemers, ook inwoners nemen steeds vaker het initiatief. Zij denken mee over voedsel (stadslandbouw), energie (klimaatneutrale huizen) en over de veiligheid en woonkwaliteit van hun wijk. Bewoners zijn ervaringsdeskundigen pur sang: zij hebben vaak al ideeën voor hun buurt en oplossingen voor problemen voordat er een ambtenaar is langs geweest. Zo gaan overheid en burgers steeds meer toe naar co-creatie, waarbij bewoners mede bepalen wat prioriteit heeft in hun wijk en wie wat doet.

Bewoners denken ook mee over de samenleving. Wat mij de afgelopen tijd diep heeft geraakt is de toewijding waarmee heel veel Rotterdammers werken aan vrede in de stad. Na de aanslagen in Parijs ben ik bij vele bewonersavonden geweest om te praten over hun verdriet, boosheid en angst. Moeilijke onderwerpen gingen we niet uit de weg, we hebben ook niet op alles een pasklaar antwoord. Maar de bereidheid om elkaar de hand te reiken en vast te houden is groot.

In een tijd waarin we steeds meer wereldburgers worden en die onrustige wereld dagelijks via de (sociale) media tot ons komt, neemt de behoefte aan eigenheid toe. Mensen ontlenen hun identiteit aan dat wat het meest nabij is: hun eigen stad of zelfs hun eigen buurt. We beseffen allemaal dat internationale conflicten nooit een wig mogen drijven in onze vreedzame samenleving. Dat kan, als we elkaar recht in de ogen kunnen kijken en in contact blijven met elkaar, ook al zijn we het niet altijd met elkaar eens. Mijn belangrijkste agendapunt is werken aan vertrouwen en ik voel mij daarin gesteund door veel, heel veel Rotterdammers.

Zo zie ik mijn stad: als een broedplaats van sociale en economische vernieuwing, waar bewoners en bedrijven uit alle windstreken zich thuis voelen en het initiatief nemen. Waar niet je afkomst telt, maar je talent, opleiding en ambitie. Waar kleinkinderen van ongeschoolde, vaak analfabete arbeidsmigranten studeren aan de universiteit. Als ik om mij heen kijk als ik de universiteit of een hogeschool bezoek in mijn stad, ben ik vol vertrouwen in de toekomst, net zoals die trotse grootouders.

Maar de roep van de stad is niet alleen een succesverhaal. Er zijn winnaars en verliezers. Wereldwijd nemen de verschillen toe: tussen arm en rijk binnen de steden, tussen stad en land, en tussen stedelijke regio’s. Steden wereldwijd zullen in de toekomst een zwaardere opgave hebben om te werken aan de noodzakelijke sociale stijging van mensen.

En dat kunnen ze. Met gericht beleid zijn steden in staat de kraamkamer te worden van nieuwe generaties burgers die gemotiveerd zijn de stad op de schouders te nemen. Daar is goed onderwijs voor nodig. Dat is de voedingsbodem voor je talent, ambitie en sociale vaardigheden. Om steden in hun kracht te zetten, moet Nederland zijn burgers en ondernemers serieus nemen. Zij hebben de ideeën, zij moeten het gaan doen. Terwijl bestuurders praten en schrijven, zoeken zij naar partners om hun plannen te verwezenlijken, of hebben die al gevonden. De spelers maken de stad, zoals Hester Knibbe schrijft. Het is aan ons, bestuurders, hun een speelveld te gunnen en te ondersteunen in hun dromen en ambities.

Ahmed Aboutaleb

A. Aboutaleb is burgemeester van Rotterdam