Meditatie – Uw vrijmoedigheid  (Hebreeën 10:35)

logoIdW

Vrijmoedigheid is een gave. Het is niet een gestemdheid, maar een gesteldheid (Koopmans). Niet iets van het gevoel, maar van het zijn. Het is namelijk het staan in de vrijheid van Christus, staan op zijn Woord, en dat in een wereld waar men niets ziet dan het tegenstrijdige ervan. Wij zien dood, waar Hij ons leven is. Wij gevoelen in onszelf aanvechting, waar Hij onze zekerheid is. Wij leven met de zwaartekracht en vallen, waar Hij, de gestorvene, ons opricht en doet staan. De vrijmoedigheid is ons geschonken om tegen alle schijn van het tegendeel in te ontvangen wat van ons niet is en voor ons ook niet te bereiken is: leven uit de dood vandaan.

“Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, die een zo groot loon in zich heeft”. Verwerpen, de vrijmoedigheid wegwerpen, doen wij als wij nalaten waartoe wij in deze vermaning worden aangespoord. Als wij niet toegaan in volle verzekerdheid van het geloof, de belijdenis van de hoop niet vasthouden, elkaar niet in liefde vasthouden bij het Woord (Hebr. 10:22-25) – we zouden uit de tegenstrijdigheid weglopen en onszelf uitleveren aan hoe het nu eenmaal is, aan wat voor ogen is en voor handen, binnen de horizon van een gesloten wereld, in de tijd die wegstroomt als zand in de loper; wij zouden zijn teruggebracht tot wat we hebben gerealiseerd of wat is mislukt, en ten laatste is daar de dood. Maar nee, ons is de vrijmoedigheid gegeven, die wondere positie, die gesteldheid, dat vertrouwen dat tegen alles in vasthoudt aan het Woord, aan Christus. Al kan ik het niet geloven, maar dat doet er niet toe, want dan – om het naar woorden van Kohlbrugge te zeggen – dan leg ik mijn hand op het Bijbelblad en houd mij aan Gods Woord.

Deze vrijmoedigheid heeft groot loon in zich. Het is niet een verdiend loon. Verdienen doen wij in de wereld. Ons verdiende loon is de dood. Maar dat verdienen wij niet, zegt het Woord. Zie, ook hier is het de tegenstrijdigheid! Het gaat immers niet om verdiend maar geschonken loon, genadeloon (contradictio in terminis), loon dat besloten ligt in de vrijmoedigheid. Want wie zich aan Christus houdt die zich voor ons verloren gaf, die ons tekort dekt en onze zonde heeft weggedaan, die heeft “een beter en blijvend bezit” (Hebr. 10:34). Christus schenkt ons de vrijmoedigheid. Wie de vrijmoedigheid niet wegwerpt, heeft in de vrijmoedigheid Christus Jezus zelf. En is in Christus bij God – die woont in ontoegankelijk licht.

Wouter Klouwen.

In de Waagschaal, jaargang 49, nr. 10.