Meditatie – Markus 14:27 v.

logoIdW

De geslagen Herder (bij Markus 14,27v.)

Als mensen zich verenigen, doen ze dat altijd op een zekere basis: een buurtvereniging heeft als basis dat je allemaal in dezelfde buurt woont. Leden van een postzegelclub delen de vreugde voor postzegels. Hier gaat het over de grond onder de kerk.

Na de Pesachmaaltijd die een avondmaalsviering werd, brengt Jezus zijn leerlingen bij de woorden uit Zacharia 13: “Ik zal de herder slaan en de schapen zullen verstrooid worden.” Het Oude Testament zou gevat kunnen worden in twee woorden: herder gezocht! Het beeld van een herder is één van de beelden om over God te spreken. Het is vervolgens ook wat Hij vraagt van diegenen die het volk leiden. Niet voor niets wordt David, de herder, koning. In Ezechiël worden de leiders van het volk aangeklaagd – omdát ze geen herders zijn.

Dan komt het Nieuwe Testament: hier ís de Herder! Als Jezus de mensen ziet, ziet Hij hen als schapen die geen herder hebben. Als Hij gelijkenissen vertelt, is er ook één over de goede Herder. En tussen de ‘Ik-ben’-woorden van Jezus klinkt: “Ik ben de goede Herder.” Eindelijk de Herder!

Maar dan die donkere woorden uit Zacharia. Nu Hij er is, zal Hij geslagen worden en de kudde verstrooid … hoe kan dat nou? Hoe met dat met die mensen die zo hard een Herder nodig hebben. Wat is de hemelse logica?
Jezus zegt meer. Niet alleen over het geslagen worden van de Herder spreekt Hij. Daarna klinkt dat ‘maar’ dat alleen Hij kan uitspreken en waar Pasen al in verborgen is. Het laatste is niet het uiteenvallen – het laatste is dat Hij de zijnen zal voorgaan naar Galilea. Het land van de broodvermenigvuldigingen, van doden die werden opgewekt, het land waar Hij als Herder tussen de mensen stond. De gemeenschap die verstrooid gaat worden, zal opnieuw bijeengebracht worden.
Waarom deze weg? In zijn kruisiging en opstanding zal aan het licht komen wie de discipelen echt zijn. Wat je te zien krijgt, valt niet mee: ontbinding, verraad en eigenbelang. Zulke mensen zoekt de Herder op de morgen van Pasen op om hen voor te gaan naar Galilea.

Wat brengt een gemeente bijeen? Niet een gedeelde voorkeur of trouwe inzet. Het is de Herder die geslagen werd om de kudde te beschermen en die opstaat uit onze dood. Hij roept naar Galilea, naar wat daar al te zien is geweest van zijn Koninkrijk. De gemeente verwacht het Koninkrijk met de Herderkoning! En van die verwachting getuigt zij. Met herderlijke woorden en daden.

Niels den Hertog

In de Waagschaal, jaargang 49, nr. 4. 4 april 2020