Meditatie. Liefhebben tot aan de voleinding

logoIdW

toen Jezus wist dat zijn uur gekomen was […], heeft hij de zijnen […] liefgehad tot aan de voleinding (Joh. 13:1)

De timing van Jezus is anders dan de onze. Zijn uur is al gekomen. Hij heeft de liefde al voleindigd, op het bevrijdingsfeest van Pesach. Toen hij de voeten van de leerlingen waste, zág je hoe hij hen heeft liefgehad tot het einde, tot aan de voleinding.

Daarbij gaf Jezus de opdracht elkaar lief te hebben. Ook dat kun je zien. De eerste brief van Johannes herinnert aan de constatering van het evangelie dat niemand ooit God heeft gezien. Waar het evangelie van Johannes vervolgens Jezus aanwijst als degene die ons God toch heeft doen kennen, ziet de brief God zichtbaar worden in de onderlinge liefde: ‘als wij elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons voleindigd’ (1 Joh. 4:12).

De liefde moet bij ons telkens nog op z’n plek vallen. Maar dat gebéurt dan ook. Dankzij Jezus die de lijdensweg van Gods liefde in deze wereld volbracht aan het kruis, wordt ook in onze beperkte mate van liefhebben Gods liefde voleindigd. Liefde bestaat, vergeving gebeurt, verzoening kán, waar mensen zich laten aanspreken door het altijd nieuwe gebod: heb elkaar lief.

Zó bestaat God. God is liefde. Niet dat we Gods bestaan moeten aflezen aan onze mate van liefhebben. Daar kunnen we het snel verdwijnende geloof in God in ons land natuurlijk niet mee redden. ‘Hierin bestaat de liefde’, schrijft Johannes: ‘dat God óns heeft liefgehad en zijn zoon zond als verzoening voor onze zonden’ (1 Joh. 4:10).

Ook in tijden van oorlog bestaat de liefde, overal waar mensen zich voor elkaar inzetten. Daar vind je te midden van dodelijke verwoesting momenten van levende bevrijding, zoals we in Jezus’ weg de bevrijding van de wereld al hebben gezien (1 Joh. 4:14). Dit jaar vieren we nationale Bevrijdingsdag in confrontatie met Europese oorlogstijd. Dat zullen we blijven doen, tot het bittere eind, en daar doorheen tot aan de vol-einding.

In Het bittere kruid schrijft Marga Minco over de Sederavond: ‘Dan verhaalde mijn vader op zangerige toon van de uittocht uit Egypte en wij aten van het ongezuurde brood en het bittere kruid, opdat wij het nog zouden proeven – tot in lengte van dagen.’ Wij blijven die bitterheid proeven. Maar van de schotel met de bittere kruiden wordt tot in lengte van dagen ook al het zoet geproefd van de uiteindelijke bevrijding, van de voleindigde liefde.

Gerben van Manen

In de Waagschaal, jaargang 51, nr. 5. 30 april 2022