meditatie – Kans

logoIdW

 

Jullie vaders, waar zijn ze? En de profeten, leven zij eeuwig? (Zacharia 1:5)

 Zacharia zet aan tot de herbouw van de tempel. Hij begint zijn getuigenis, zoals misschien alle profeten doen, met een insnede in de tijd. Nu zijn we er anders aan toe dan gisteren. Het heden heeft een met het verleden onvergelijkbare kwaliteit. ‘De HEER was zeer vertoornd op jullie vaderen’. Dat heeft zijn consequenties gehad, maar nu moeten jullie naar de HEER terugkeren. Er is een nieuwe kans om God te horen. De mooiste zin in het eerste stukje Zacharia is vers 5: ‘Jullie vaders, waar zijn ze? En de profeten, leven zij eeuwig?’ Zacharia bedoelt: de schuldigen, de vaders, drukken niet meer beslissend op de huidige tijd en ook de oordelenden, de profeten, hebben het niet eeuwig voor het zeggen.

Dat eerste is een bevrijdende uitspraak. Nog onlangs, bij het herdenken van 75 jaar bevrijding, probeerden we juist te bedenken dat wij niet wezenlijk uit ander hout gesneden zijn dan de mensen die in de oorlog dader of, vaker nog, toeschouwer waren. Zacharia zegt: dat waren jullie vaders. Zij hebben gekozen voor afzijdigheid, voor korte termijn-succes, voor eigen belang, kortom voor het niet luisteren naar God. Maar waar zijn ze nu? Staan ze onderaan de trap om jullie naar bed te sturen als je niet naar hen luistert? Neen. Wij moeten hen eren en vooral de woorden van berouw blijven gedenken die zij ons hebben nagelaten, maar wij kunnen onze beslissingen niet meer op hen terugvoeren. Wij zijn vrij om anders te leven. En we kunnen het ook, want de profeten die het tegen onze vaders opnamen zijn ook verdwenen.

Dat is helemaal een opmerkelijke uitspraak. Van vele profeten staan de woorden notabene in de Bijbel. Toch zijn die kennelijk niet bedoeld om ons blijvend de wet voor te schrijven. Profetenwoorden laten zien dat Gods Woord insneden maakt in de tijd. Profetie is incidenteel en verbonden met de persoon van een profeet. Zij is nodig ter correctie, maar als het erom gaat Gods beeld te dragen, hebben de priester en de koning een streepje voor.

Dus: vader en vaders dominee of moeder met haar gewetenswroeging, alles wat vóór ons is gedaan en waar de staf over is gebroken en waarvan de onaangename gevolgen ook ons hebben getroffen – het heeft minder gewicht dan dat jullie er nu zijn en dat jullie nu de vraag krijgen: geloven jullie eigenlijk nog? Vertrouwen jullie op een wereld van recht? Erkennen jullie nog iets buiten jullie verbeelding, buiten jullie vrees en buiten de ketens van oorzaak en gevolg die jullie rijgen? Zien jullie de kans en grijpen jullie die?

Udo Doedens

In de Waagschaal, jaargang 49, nr. 6. 30 mei 2020