Meditatie: De vierde dag

logoIdW

‘…het is reeds de vierde dag!’ (Johannes 11:39)

In de Schrift is de derde dag beslissend. Ten derden dage is Jezus opgestaan. En op de derde dag was er een bruiloft in Kana. Maar als we dan in de geschiedenis van Lazarus lezen, dat Lazarus reeds vier dagen in het graf lag (Joh. 11:17), kan dat maar één ding betekenen. Het is te laat. Zelfs Jezus is te laat… De tijd is voorbij. Dat is met de dood zo. Er zijn geen dagen meer, geen kansen. Wat gebeurd is, is gebeurd. De dood is de harde werkelijkheid van het voldongen feit, waar niet aan te tornen valt. Hoe zou de Heer hem nog vinden?

Het is alsof de evangelist Johannes met de vierde dag de onbarmhartige werkelijkheid van de dood extra wil onderstrepen. Reeds de vierde… Maar het verhaal gaat verder. Want Jezus, Hij is de opstanding en het leven in eigen persoon. Jezus kent ons stervend bestaan. ‘Die ’t leven is, kent onze dood’ (Ad den Besten). En dus riep Hij ‘met luider stem: Lazarus, kom uit! En de gestorvene kwam uit, de voeten en de handen gebonden met grafdoeken, en er was een zweetdoek om zijn gelaat gebonden’ (Joh. 11:43-44).

Hij die onze dood gestorven is en ten derden dage is opgestaan, is bij machte om ons te bevrijden van de banden van de dood, al is het reeds de vierde dag, of de vijfde of de hoeveelste dag ook. Ik denk eigenlijk dat de evangelist Johannes met de vierde dag niet de macht van de dood heeft willen onderstrepen, maar de macht van de Heer. Want Hij kent zijn tijd. Hij zal komen en roepen: Kom uit! Al moeten wij de tijd verduren, en bidden wij:

O Here Jezus, zie de mens:
wij leven naar de laatste grens,
en er wordt niets van U vernomen.
Gij kent uw tijd, Gij zult wel komen,
maar wij zijn bang en roepen zeer:
Kom haastig, o kom haastig Heer!(1)

Wouter Klouwen

(1) Ad den Besten, Gezang 275: 3 (Liedboek 1973)

In de Waagschaal, jaargang 48, nr. 11. 9 november 2019