Meditatie – Bezittelijke voornaamwoorden

logoIdW

 

 – bij Jeremia 42 en 43

Luther heeft geleerd dat het evangelie schuil gaat in de bezittelijke voornaamwoorden. Het  ongeloof zullen we dan ook via die kleine woordjes wel op het spoor komen. Hier in ieder geval. Schijnbaar onzekere mensen melden zich bij de profeet en verzoeken hem om voor hen tot de Here te gaan om te vragen welke weg ze moeten gaan – tot twee keer toe zeggen ze iets bij de Naam dat pijnlijk klinkt: ‘uw God’.

In zijn antwoord blijkt Jeremia een profeet met een goede boodschap. Hij belooft hun om voor hen tot de Here te bidden. En alsof hij hen niet goed heeft verstaan duidt hij Hem terloops aan als: úw God. De afstand die zij – om welke reden eigenlijk? – in acht nemen, wordt overbrugd en dan klinkt er meteen Evangelie.

Het lijkt aanvankelijk echter tegen dovenmansoren gezegd. In hun antwoord klinkt weer de afstand. Plechtig beloven ze alles te zullen doen wat úw God ons opdraagt. Maar in tweede instantie lijkt het kwartje gevallen en verzekeren ze de profeet bij voorbaat van hun gehoorzaamheid aan de woorden die hij namens de Here ‘ónze God’ zal spreken – of die woorden nu wel of niet goed uitkomen voegen ze er nog aan toe.

Die belofte blijkt te vlug gegeven. Want als na tien lange dagen wachten de profeet met de woorden van hún God (43:1!) komt – woorden vol belofte en heil! – zijn de hoorders er snel mee klaar. Dit kúnnen niet de woorden van ‘onze God’ zijn. Ónze God zou toch zeker instemmen met onze plannen, zodat we rustig ‘God met ons’ op onze koppelriemen konden schrijven? Wij vroegen niet meer dan dat Hij tekenen zou bij het kruisje. De inhoud hadden we zelf al bedacht.

Toegegeven: de weg die Jeremia wijst lijkt de onverstandiger weg. En al klinken er heilvolle woorden – de weg naar dat heil lijkt zo tegen alles in te gaan dat ze hun belofte niet nakomen. Een God hebben die je de jouwe noemen kunt is tot daaraan toe. Maar dan moet Hij niet van die lastige dingen zeggen.

Juist zo echter is God ónze God. Waar het Woord komt, ontmoet het ons als tegenstander, heeft diezelfde Luther gezegd. Nee, Hij komt niet tekenen bij het kruisje – Hij doorkruist onze wegen en maakt ons zo vrij van onszelf en onze dwaasheid: ‘Ik ben de Here, úw God!’

Niels den Hertog

In de Waagschaal nummer 11, jaargang 49, 14 november 2020