Mag het een ietsje meer zijn? NBV21 nogmaals gewogen

logoIdW

 

Dit jaar liet het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap (NBG) een herziene versie van de Bijbelvertaling uit 2004 verschijnen. Met groot publicitair ‘geweld’ is deze NBV21 in de markt gezet, zelfs met hulp van het koninklijk huis. ‘De NBV21 is de Bijbel voor de 21e eeuw’, meldt het NBG in een folder. ‘Beter, scherper en krachtiger dan de eerste versie.’ Mirjam Elbers acht echter deze herziening ‘zo goed als niets’ waard. Deze reactie lijkt me te kort door de bocht. Ik bevind me ergens tussen deze geringe waardering en de pretentie van de NBG. Laat ik proberen dat toe te lichten.

Bij het bekijken van de NBV21 zie ik duidelijke verbeteringen. Ik begin bij de teksten die ook Elbers noemt. In Gen. 1:2 is ‘nog’ geschrapt. In 1 Kor. 13:13 lezen we niet meer ‘Ons resten geloof, hoop en liefde…’ maar ‘Dit is wat blijft: geloof, hoop en liefde…’. In 1 Sam. 25:21 is het (ook volgens mij onjuiste) ‘Stank voor dank’ gehandhaafd, maar de woorden over David ‘Hij was nog steeds vreselijk kwaad’ in hetzelfde vers zijn terecht geschrapt. Er is meer positiefs te noemen. Om bij Gen.1 te blijven, het ‘Er moet licht komen…’ en het ‘moeten’ in het spreken van God in de volgende verzen is verbeterd in: ‘Laat er licht zijn’ en ‘Laat er midden in het water een gewelf komen…’, zo ook in het vervolg van Genesis 1.

Op incidenteel niveau valt er meer te noemen In Genesis 22 zegt Abraham niet meer tegen Isaak ‘Wat wil je me zeggen, mijn jongen?’, maar ‘Ja, mijn zoon, ik luister’. Zo is in de woorden van Abraham het sleutelwoord ‘zoon’ in de vertaling van dit vers terecht weer te horen. In Rom. 16:2 wordt het gewicht van de rol van Phebe beter onder woorden gebracht: ‘… want zij is velen tot steun geweest’ wordt in NBV21 ‘… want zij heeft velen steun en bescherming geboden.’ Vele kleine wijzigingen zullen het merendeel der Bijbellezers ontgaan. Wie zal het opvallen dat ‘vervuld met de heilige Geest’ veranderd is in ‘vervuld van de heilige Geest’ in Luc. 1:42? Het toont wel aan hoe serieus men te werk is gegaan binnen het kader van de aanvaarde vertaalprincipes.

Lettend op bredere verbanden valt op dat er hier en daar in NBV21 beter op concordantie is gelet. Het Griekse tharsei(te) wordt bij voorbeeld nu steeds vertaald met ‘houd moed’, zo de variëteit in NBV2004 corrigerend.

Voortgaande discussie

Betekent het bovenstaande nu, dat er een einde kan komen aan alle discussie en aan alle voorstellen tot verbetering van de NBV? Mijn antwoord op deze vraag is ‘nee’. Ik noem twee gebieden waar verdere studie nuttig kan zijn voor de NBV: a) concordantie en b) het verschil tussen taalkenmerken en tekstkenmerken.

a) Aan concordantie moet wellicht nog meer aandacht gegeven worden. Ik gebruik dit woord hier in zijn klassieke zin, het door NBG geïntroduceerde begrip ‘functionele concordantie’ buiten beschouwing latend. Meer concordant vertalen kan belangrijk zijn, ook bij teksten waar we de betekenis van concordantie nog niet gezien hebben. Laat ik dat toelichten met een ervaring opgedaan in een bijbelkring in mijn woonplaats. Ik probeerde de betekenis van ‘de boom van de kennis van goed en kwaad’ (Gen. 2:9,17) te doorgronden. Het gaat om een kennis die bij God is (Gen. 3:5,22) en die wij van God mogen ontvangen. Ik werd zeer geholpen door Benno Jacob, die verwijst naar Deut. 30:15,16, waar gesproken wordt over de keuze ‘tussen het leven en het goede – de dood en het kwade’ 1  Het leven en het goede ontvangen we door in de wegen van de Eeuwige te wandelen. Het is geen kennis die wij ons kunnen toe-eigenen door het eigenmachtig te pakken. De Thora wordt ons geschonken en wijst ons de weg naar het leven/het goede. Het helpt mij dus, wanneer ik ook in Deuteronomium 30 lees over ‘goed en kwaad’, terwijl NBV deze woorden vertaalt met ‘voorspoed en tegenspoed’.

Over ‘goed en kwaad’ schrijvend, denk ik ook aan de door Elbers gehekelde vertaling ‘stank voor dank’ in 1 Sam. 25:21. Inderdaad onbegrijpelijk waarom deze vertaling gehandhaafd is, terwijl Deurloo en Ter Linden goed onderbouwd bezwaar aantekenden. Onbegrijpelijk ook, waarom dit handhaven niet ter sprake komt in het boek NBV21, De vertaalmethode toegelicht. 2

b) Taalkenmerken en tekstkenmerken worden terecht van elkaar onderscheiden binnen de vertaalprincipes van het NBG. Taalkenmerken van het Hebreeuws en Grieks mogen in de vertaling weergegeven worden met gebruikmaking van de taalkenmerken van natuurlijk Nederlands. Kenmerken van een specifieke tekst dienen in een vertaling zichtbaar en hoorbaar te blijven. Daarbij rijst bij mij de vraag, hoe om te gaan met het Grieks, dat onder invloed staat van de Septuaginta en niet zonder meer een taalkenmerk van het Grieks is. Ik denk aan de uitdrukking kai idou (‘en zie’), dat wel verstaan is als ‘free Jewish Greek’, waarschijnlijk onder invloed van Septuaginta-Grieks 3. Met deze vraag kan ook het al of niet weergeven van ‘en het geschiedde…’ in Lucas 1-2 bekeken worden. 4Maar inderdaad heeft het zin om dit als Septuaginta-Grieks in de vertaling te laten klinken, wanneer de OT-ische achtergrond van dergelijke uitdrukkingen in de vertaling niet meer te horen zijn?

Wat nu?

Het lijkt me goed, dat de Protestantse kerken in het algemeen deze NBV21 gebruiken. Zonder de Naardense Bijbel en de Herziene Statenvertaling voor groepen met speciale interesse uit het oog te verliezen. Verder hoop ik dat het NBG open blijft staan voor gesprekken over en verbeteringen van NBV21. De ontwikkeling van de Willibrordvertaling van de Katholieke Bijbelstichting ging ook via een voortdurend proces van bewerkingen en herzieningen. Het lijkt me raadzaam te overwegen ook de NBV21 zo’n proces te laten doormaken, zodat er een nog betere versie in de toekomst kan verschijnen.5

P.S.
In de uitgaven van NBV en NBV21 die ik gebruik, valt op dat er in NBV21 bij allerlei tekstgedeelten vele verwijzingen naar andere Bijbelteksten afgedrukt worden. Ook wordt in NBV21 een uitgebreide lijst van bekende Bijbelgedeelten toegevoegd onder de titel Waar kan ik lezen over? Ongetwijfeld een goed hulpmiddel. In beide edities, 2004 en 2021, vinden we lijsten van ‘Aanhalingen uit het Oude Testament in het Nieuwe Testament’ als ook ‘Parallellen in het Oude en Nieuwe Testament’. Maar de inleidingen op de Bijbelboeken in de uitgave van 2004, vind ik niet meer terug in de uitgaven van het NBG.

Barend Drewes

Barend Drewes werkte als nieuwtestamenticus in Indonesië publiceerde daar commentaren op de Bijbelboeken Handelingen en 1&2 Thessalonicenzen; ook is hij betrokken bij de revisie van de Indonesische Bijbelvertaling. Van 1987-1993 was hij rector van het Hendrik Kraemer Instituut.

 In de Waagschaal, jaargang 51, nr. 1. 8 januari 2022