Leviathan: het Rusland van Poetin als vraag aan Europa

logoIdW

 

Een portret van Poetin is in de werkkamer van de corrupte burgemeester Vadim Sergejevits duidelijk aanwezig. Een jonge, bijna knipogende Poetin. In deze burgemeester krijgt het regime van Poetin gestalte in de film Leviathan. Een andere scène toont de portretten van Brezjnev, Lenin en Gorbatsjov, vergeeld, soms achter gebarsten glas. Ze dienen als doelwit, als schietschijven tijdens een uitstapje met veel wodka, shashlik en een beetje schieten. Jeltsin wordt zelfs de eer van beschieting en bespotting niet waardig gekeurd.

Door de kritiek werd Leviathan van regisseur Andrey Zvyagintsev ontvangen als een portret van het Rusland van Poetin. Toch is de meesterlijke film veel meer dan dat, en of het een aanklacht is tegen Poetin valt te betwijfelen. Zvyagintsev heeft meermaals benadrukt dat de aanleiding voor zijn film juist een Amerikaans verhaal is van iemand die als gevolg van een onteigening compleet door het lint gaat. De bijbelse verwijzingen geven ook aan dat het om universeel verhaal dat min of meer toevallig in Rusland speelt. Wel biedt Poetins Rusland een geschikt actueel decor.

Job en Nabot

Leviathan vertelt het verhaal van Kolja, wiens leven door de onteigening van zijn huis, zijn autoreparatiebedrijfje en zijn grond geleidelijk aan vrijwel geheel verwoest wordt. Al is hij verre van een heilige – licht ontvlambaar, driftig, een alcoholist en levend zonder godsdienst of kerk – toch komt hij uit de film naar voren als een rechtvaardige: eerlijk, recht-door-zee, met liefde en genade voor zijn zoon en zijn geliefde Lilja. Zijn tragische lot doet onmiskenbaar aan Job denken, het paradigmatische verhaal van het zoeken naar de zin van onheil en lijden. De Leviathan uit de titel is ook het angstaanjagende, ontembare monster uit Job; hier speelt God niet zoals in Psalm 104. De verwijzingen naar Job zijn expliciet. De onteigeningsgeschiedenis is identiek aan die van Nabot: het paradigmatische verhaal van de soevereine macht en de absolute aanspraken op al het bezit, op de middelen van bestaan, op het kapitaal. Kolja heeft een eigen plek, op de grond van zijn vader en grootvader, een zelfgebouwd huis. De onteigening zet al het onheil in gang; dat ontwricht het wankele, maar niet ongelukkige bestaan van Kolja uiteindelijk totaal. Omdat Kolja eerst een Nabot is, wordt hij een Job.

Poetins Rusland

In de grillige, nietsontziende overheid is het Rusland van Poetin uiteraard zonder meer te herkennen. Democratie en rechtstaat zijn er feitelijk alleen om het uiteindelijk geldende recht van de sterkste en vooral de rijkste te maskeren. De burger is volmaakt rechteloos. De rechtbankscenes – in Hollywood een eigen genre, met levendig verkeer, met pleidooien en scherpe ondervragingen – zijn illustratief: staccato wordt in een onnavolgbaar tempo een vonnis voorgelezen waarin ieder beroep wordt afgewezen. Burgemeester Vadim Sergejevits spreekt over Kolja als een insect dat hij dooddrukt. Hij moet en zal Kolja’s grond hebben om er een project te ontwikkelen, een ‘communicatiecentrum’, ‘een publiek-private samenwerking’.

In deze natuurtoestand zijn mensen weerloos. Het grillige, overweldigende landschap van Noord-Rusland bij de Barentszee onderstreept dit. Uitgebreid en prachtig in beeld gebracht is het haast een zelfstandig personage in de film. Het benadrukt de nietigheid van de mens. Niemand blijft overeind, uiteindelijk ook de rechtschapen en onbedorven Kolja niet.

Rechtstaat en theologie, kerk en staat

De film is genadeloos over de maatschappelijke ‘orde’, dat wil zeggen: het gebrek eraan. Toch is de boodschap niet dat mensen als gevolg van de maatschappij ‘slecht’ worden. Eerder benadrukt de film het omgekeerde: de nietige, grillige mensen, de zondaars hebben een maatschappelijke orde nodig die hen enigszins op het rechte pad houdt. Een rechtstaat. Maar wat als die maatschappelijke orde enkel en alleen gedragen wordt door diezelfde nietige, grillige zondaars? Zoals de titel al suggereert is dit in de film ook een theologische vraag. Is er een God die ingrijpt, is er gerechtigheid, is er verantwoording? De atheïstische advocaat Dmitri, een vriend van Kolja, die echter vreemdgaat met diens vriendin Lilja verzucht nadat dat bedrog is ontdekt: zelfs een bekentenis betekent niet dat we schuldig zijn, we zijn onschuldig tot het tegendeel bewezen is. ‘Maar wie gaat er iets bewijzen. En aan wie?’ Lilja vat dat direct op als vraag naar God. En als kijker hoop je onwillekeurig dat de corrupte Vadim Sergejevits onbedoeld zijn enige ware woorden spreekt als hij aan het einde van de film in de kerk, waar Christus gepreekt wordt, tegen zijn zoontje zegt: God ziet alles.

Die theologische vraag wordt daarom nijpend, omdat de kerk een duidelijke plaats terug heeft gekregen in het postcommunistische Rusland. De Orthodoxe kerk steunt het regime onverkort. De misdadige burgemeester Sergejevits wordt vaderlijk en bemoedigend toegesproken door de bisschop: ‘Wij werken aan dezelfde zaak.’ Het Rusland van Poetin is een oligarchie, steunend op een mengsel van kapitaal, nationalisme en religie. Voor Zvyagintsev wijst de titel van de film vooral op de vermenging van staat en godsdienst.

Geen alternatief

Grote delen van de twintigste eeuw stond Rusland symbool voor een alternatieve maatschappelijke en politieke orde (en hetzelfde geldt in mindere mate voor China). Voor de één een angstaanjagend alternatief dat bestreden moest worden. Voor de ander, al dan niet met erkenning van het ongekende geweld van de communistische staat, toch een getuige dat het anders kon, anders dan kapitalistisch en individualistisch. Een omwenteling, een revolutie, die misschien toch ook kon slagen en uitmonden in een werkelijke gemeenschap, een rechtvaardige maatschappelijke orde.

Dat is verloren gegaan. Er is geen alternatief meer. Rusland lijkt wel heel anders, en uiteraard zijn er grote verschillen, maar de vraag is of die wel van kwalitatieve aard zijn zoals wij in Nederland rond de annexatie van De Krim, de oorlog in Oekraïne en de MH17 graag aannemen. Is het verschil niet eerder kwantitatief: Rusland lijkt eerder ‘meer van hetzelfde’, meer, consequenter dan Europa. Is Rusland economisch niet veel consequenter kapitalistisch (en politiek ook consequenter een trotse natie, die haar invloedsfeer uitbreidt)? We horen Mark Rutte immers ook altijd over ‘ons geweldige land’, over ‘ons eigen belang’ en over ‘geld verdienen’. Maar wie gelooft werkelijk dat Nederland en Europa opgewassen zijn tegen Rusland en, veel meer nog: China? De buitenlandse politiek is onthullend, juist ook rond de MH17. Heel voorzichtig werd de handel gematigd; maar onmiskenbaar vertrouwt men meer op handelsbetrekkingen dan op internationaal recht. Dat is bij de huidige staat van het recht ook logisch. Maar dat is precies de vraag: hoe sterk staat het recht? Geloven we daar werkelijk in, en wat is ons dat waard?

Leviathan

In de film wint Leviathan. De ‘publiek-private samenwerking’ verschijnt als de monsterlijke muil van de dragline die Kolja’s huis sloopt. Met meubels en al, de flessen, de glazen staan nog op tafel. De warmbloedige, rechtvaardige Kolja is in een schijnproces veroordeeld en zit gevangen.

Eerder heeft Kolja bij een toevallige ontmoeting de plaatselijke priester Vasili gevraagd: ‘Waar is nou je almachtige God?’ De simpele geestelijke antwoordt: ‘Die van mij is bij mij, waar is die van jou? Tot wie bidt je?’ Iets later citeert Vasili de woorden over Leviathan uit Job. ‘Kun jij de Leviathan met een haak vangen …?’ Hij geeft wel de klassieke vrome draai aan Jobs verhaal: leg je neer bij je lot. Maar aan een Europeaan stelt de film precies die vraag: is dit monster te beteugelen? Dan is daar een enorm geloof voor nodig, en een machtige God. Het geloof in en de dienst aan die God zweert Europa in hoog tempo af. Dan resten de rechtstaat en de markt, en de hoop dat Europa de eerste werkelijk overeind weet te houden.

Coen Constandse