Het schoolvak Hebreeuws anno 2017

logoIdW

 

Hoe staat het anno 2017 met het vak Hebreeuwse taal en cultuur op het gymnasium?

Eerst een schets van een vertrouwde situatie. Dr C.H.J. de Geus uit Groningen geeft nu in 2017 les in het vak Hebreeuwse taal en letterkunde aan drie leerlingen uit de bovenbouw van het Sint-Maartenscollege daar ter stede. De oud-docent van de Universiteit Groningen werkt na zijn emeritaat als vrijwilliger. De leerlingen hebben er aardigheid in.

Zo is het op alle Nederlandse gymnasia in de vorige eeuw gegaan. Men ziet het voor zich. Kleine aantallen gymnasiasten die op facultatieve basis vanwege hun talent en belangstelling er gemakkelijk een intrigerend vak in hun pakket als uitdaging bij konden nemen en dat deden, een dominee of rabbijn als docent, het christelijke lesboek van Nat-Koopmans of de joodse grammatica van Cohen (Martinus Nijhoff, 1974 tweede druk) als methode, soms bijeenkomend volgens het schoolrooster, soms informeel in pauzes, veelal vanaf de vijfde klas, en nog enkele maanden in het zesde leerjaar, inderdaad, een vertrouwd beeld. Eerlijk gezegd: niet zo degelijk als het Duitse onderwijs: de Richtlinien Hebräisch Gymnasiale Oberstufe in Nordrhein-Westfalen tonen een indrukwekkend profiel. Maar ondertussen: het gymnasium: drie klassieke talen.

Alle gymnasia de vorige eeuw, hoeveel scholen nu? Welk beeld geeft de 21ste eeuw? Om de contouren van een integraal antwoord in beeld te krijgen heb ik een groot aantal websites van gymnasia bezocht. Mijn focus was: Hebreeuws. Maar telkens werd ik afgeleid. Leerlingen rapporteerden met groot enthousiasme over hun klassieke reis. Naar Rome. Naar Athene. In hun schoolloopbaan: het absolute hoogtepunt. Men kan zich dat wel voorstellen. Jarenlang een tekstuele onderdompeling in de Griekse en Latijnse cultuur. En dan met ervaren en vertrouwde classici naar “Kennst du das Land wo die Zitronen blühen?” Iedere ouder beseft dat zo ’n studiereis voor de jonge mensen een openbaring is; dat zo ’n studiereis naar Rome of Athene, dat het tot leven gekomen Theater van de Oudheid in gezelschap van ook-nieuwsgierigen een doordringen is in de centrale constellatie van Europa. Rome, Athene, ja, en ook de echo van Jeruzalem. Al met al: ervaringen en reflectie die nog tientallen jaren hun effecten doen gelden. Met een Duits begrip: Bildung.

Niettemin grote vragen. Vanuit het concept Bildung. Op het Forum Romanum, gymnasiasten staande bij de Triomfboog van Titus: wat betekent het dat Rome de Tempel van Jeruzalem heeft vernietigd? Op de pnyx op de Acropolis: wat houdt het in dat Athene luisterde naar de gawer Paulus die hier stond te spreken over de onbekende God? Op die locaties komen belangrijke Europese waarden in beeld. Daar zijn momenten van samenhang. De filosoof Jürgen Habermas heeft dan enerzijds wel gezegd dat we leven in een periode van de Nieuwe Verwarring, de hedendaagse chaos; maar bij de gevangenis van Socrates; op de Agora in Athene; bij het standbeeld van Giordano Bruno op de Campo de Fiori – daar ervaart de scholier, anderzijds, samenhang. Kosmos. De ordening van de Westerse beschaving. De uitfiltering van waarden. Onafhankelijk denken. Zelfkennis. ‘Ken uzelve’ & Generositeit.

Rome, Athene, Jeruzalem, en de mediterrane wereld eromheen, Palmyra, Mesopotamië,  wat heeft Nederland anno 2017 daarmee te maken? Hoe vormen de gymnasiasten zich een beeld? Hoe vormen deze kapitale steden onze jeugd? Door te beseffen dat elk van die civilisaties de basis is van ons denken en doen heden ten dage. “In het heden ligt het verleden, in het nu wat komen zal.”

Sinds het artikel van Hanna Blok uit 1985 is de vraag naar de status van het Hebreeuws niet meer beantwoord. Blok schetste de geschiedenis van het vak op het gymnasium, inventariseerde ervaringen van oud-leerlingen, gaf een overzicht van de motieven om het facultatieve vak te kiezen, stelde een profiel op van de docenten, dominees en rabbijnen, zette een aantal methoden op een rij en verstrekte bibliografische gegevens. Haar vrees? Impliciet spreekt Hanna het bange vermoeden uit dat het vak zal verdwijnen. Van de 39 categoriale gymnasia hadden er twintig (waar het vak nog op de lessentabel stond) gereageerd. Dat was dertig jaar geleden. En nu?

Vanaf 1985 hebben de maatschappelijke en educatieve ontwikkelingen uiteraard niet stilgestaan; een understatement. In staccato-stijl enkele ingrijpende zaken. 1 De secularisatie van christelijk Nederland heeft de belangstelling voor de theologie-studie aanzienlijk doen afnemen; en daarmee de propedeuse-interesse voor Hebreeuws-in-samenhang in het voortgezet onderwijs. 2 De oprichting van de Vereniging Hebreeuws heeft belangstellenden en belanghebbenden weliswaar een platform gegeven; het voortgezet onderwijs is echter niet sterk vertegenwoordigd. 3 Het Joods onderwijs is in de regio Amsterdam in zijn kracht gezet – een gelukkige ontwikkeling! Gerenommeerde instituten als Vossius en Barlaeus verloren daardoor evenwel potentiële leerlingen voor Hebreeuws. 4 De informatie- en communicatietechnologie en Internet hebben de leermethoden aanzienlijk bijgesteld. Een nieuwe generatie hebraïci-docenten zou daarmee aan de slag kunnen, maar die generatie is er niet. 5 De nieuwe Nederlanders hebben bijgedragen aan een veranderende samenstelling van de gymnasium-populatie; de interesse voor Hebreeuws is niet in gelijke pas meegegaan. 6 De spanningsvolle situatie in het Midden-Oosten heeft  zijn invloed doen gelden ook wat betreft de Nederlandse belangstelling voor Israël, volk, land & staat; belangstelling heeft plaatsgemaakt voor kritiek; kritiek heeft het zicht op de samenhang doen verliezen. 7 Onderwijsbeleid (Tweede Fase, 2032) heeft de ruimte vergroot voor internationalisering, tweetalig onderwijs & modieuze projecten, ten koste van de geesteswetenschappelijke vakken.

De balans van deze zeven ontwikkelingen? Gymnasia moeten – ondanks de toegenomen toegankelijkheid van cursus-materiaal op Internet, embedded learning – een stevige  inspanning leveren om het vak binnen de poorten te houden, terwijl de motivatie daartoe door gebrek aan kennis en engagement niet zonder meer aanwezig is.

Uiteindelijk zal, wie deze trends wil beoordelen, ook de mogelijkheid onder ogen moeten zien dat er sprake is van oorlogsschade, grote geestelijke schade als gevolg van de bezettingsperiode 1940-45 en – wat Wouter Kieft noemt – de “oorlog na de oorlog” (vergelijk wat de historicus René Cuperus daarvan zegt als hij de gezindheid van de geboorte-golfgeneratie rekent tot de oorlogsschade, NRC 25 oktober 2008). Kortom: de afstand tussen 1985 en 2017 is erg groot.

Actualiteit

Toch blijven pleidooien hardnekkig wijzen op de relevantie: de drie klassieke talen-in-samenhang, Rome, Athene, Jeruzalem, doen er toe voor de kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming van jonge mensen. Fareed Zakaria: “Lof van de geesteswetenschappen” (2016) en Beatrijs de Graaf: “Burgers en politici, leest Aristoteles” (2017) zijn er uitnemende voorbeelden van, terwijl dr Anton van Hooff, oud-voorzitter van de Vereniging Classici Nederland er in zijn studie “Athene” (2011) op wijst dat het Nederlandse gymnasium terecht nog steeds drie klassieke talen op het programma heeft staan. Althans, volgens de wet. De Graaf spreekt over “de canon van de grieks-romeins-joods-christelijke beschaving”; de NRC- columniste wijst op het “Eindrapport” (2010) van Ineke Sluiter en Caroline Kroon (2010) dat de neiging tot afschaffing van Grieks en Latijn beoogt tegen te gaan. De Graaf: “gymnasiumopleidingen [moeten] veel harder trekken aan de ‘kracht van de vanzelfsprekendheid’. Ze zouden de animo en motivatie van leerlingen kunnen opkrikken door hen ‘voortdurend onder te dompelen in Griekse en Latijnse taal en cultuur’.” (NRC / Handelsblad, 01/04/17).

Mijn pleidooi binnen dit discours: “Griekse, Latijnse en Hebreeuwse taal en cultuur (in: Bulletin van de Vereniging Classici Nederland. wintereditie dec. 2009 jrg 34, nr 133). Drie klassieke talen? Vanzelfsprekend. Europa ’s fundament. Onderwijs in het klassieke Hebreeuws biedt geen toegevoegde waarde, nee, het is – mede – van constituerende betekenis. Uit een besef van noodzaak ben ik gaan inventariseren wat alle stedelijke gymnasia in Nederland op dit punt momenteel bieden. Een eerste overzicht zal dit jaar verschijnen in het tijdschrift van de Vereniging Hebreeuws: Alef Beet.

Conclusie

Staat het vak Hebreeuwse taal nog op de lessentabel anno 2017? Een voorlopige conclusie luidt: het vak is nog present op een verwaarloosbaar aantal gymnasia. De samenhang Rome, Athene, Jeruzalem: de gymnasiasten zullen er anno 2017 nog maar sporadisch van horen. Verder uitzoekwerk van onze kant is nodig. Nadere interviews met oud-gymnasiasten over hun onderwijs kan inzicht geven om ons onderwijs opnieuw bij te stellen. In vergelijking met 1985 en de eeuwen daarvoor lijkt de derde klassieke taal te zijn prijsgegeven. De opleidingen hebben de “kracht van de vanzelfsprekendheid” veronachtzaamd. Een coherent onderwijsaanbod met een voortdurende onderdompeling in de Klassieke Cultuur is vervangen door een mozaïek aan bezigheden. De kwaliteit zowel als de maatschappelijke coherentie van de elitevorming heeft daarmee een ander karakter gekregen. Meer weerbaar? Bewuster? Onomkeerbaar?

Er is mij overigens nog nooit gebleken dat gymnasiasten geen belangstelling voor de Hebreeuwse taal en cultuur zouden hebben. Ik spreek nu als medewerker van Leerhuis Limburg en medewerker van de afdeling Vorming en Toerusting van de Sint-Janskerk Maastricht.  Wel is me gebleken dat het bijbrengen van het Hebreeuwse alef beet en de introductie van de taal van TeNaCH interesse wekt. De rijke narratieve cultuur. Leerlingen zijn benieuwd naar de symbolische betekenis van de Europese cultuur via de metropolen, Rome, Athene, Jeruzalem. Wordt vervolgd.

Uit de plaatselijke pers: Leraar voor één leerling

Een wel zeer uniek geval in het onderwijs heeft zich voorgedaan op het stedelijk gymnasium in Maastricht. Voor het onderricht in het Hebreeuws meldde zich slechts één leerling van de 5de klas. Ingevolge de Hoger-Onderwijswet moet gelegenheid worden geboden om dit onderwijs te ontvangen en dient derhalve een leraar in dit vak te worden aangewezen.

In de Raadsvergadering van Dinsdag jl. is tot leraar in de Hebreeuwse taal voor 2 lesuren per week benoemd drs H.E.J. Renckens S.J. aldaar.

Einde citaat

 

André van Dijk

A. van Dijk is lid van de Vereniging Hebreeuws en docent (klassieke) retorica, Sint-Maartenscollege Maastricht.

Literatuur: Hanna Blok: “Van Alfa-Bèta naar Alef-Beth. Het Hebreeuws op het gymnasium – een afgesloten hoofdstuk?” In: Beginnen bij de letter Beth. Opstellen over het Bijbels Hebreeuws (Kok, Kampen, 1985)