Het Oude Testament: clichébeelden

logoIdW

 

Uit de media. November 2015. Drie recente voorbeelden van hoe intellectuelen in het Nederlandse taalgebied op stereotype manier refereren aan het Oude Testament.

Onlangs bepleitte de Vlaamse auteur Dimitri Verhulst een verbod op de vijf boeken van Mozes. De talkshow PAUW bood de schrijver een podium om diens verbazing en afschuw over gruwelijke details uit het Oude Testament te etaleren. Verhulst biedt de lezer een nieuwe publicatie aan: Bloedboek. Vol gruwelijke details. Evenals Mein Kampf verboden is – betoogt de Vlaming –, dient het Oude Testament verboden te worden (Pauw, 3 november 2015).

Een andere intellectueel, Hans Bouma, van huis uit een Gereformeerde predikant, komt op voor veganisme (Trouw, 3 november 2015). Zijn betoogtrant zet in op het “toenemend moreel besef” zoals dat zou blijken uit de opvolging van het Oude door het Nieuwe Testament: “In het Oude Testament staat de humaniteit nog in de kinderschoenen. ‘Oog om oog, tand om tand’, lees je daar. Jezus maakt in zijn Bergrede een forse sprong vooruit. Slaat iemand je op de rechterwang, keer hem ook de linkerwang toe, zegt Jezus.” Zo, vat Trouw Bouma samen, evolueert het bijbelse ethos telkens naar een hoger niveau, en is het nu de tijd voor een volgende stap.

De bekende bioloog Midas Dekkers in het Woord Vooraf bij de Jungleboeken van Rudyard Kipling (van de nieuwe Nederlandse vertaling), hanteert ook het achterhaalde cliché. NRC / Handelsblad (6 nov.) bericht daarover in de volgende trant. Terwijl de disneyficatie van onze cultuur de Britse verhalen in India over het jongetje Mowgli en zijn avonturen met tijgers, olifanten, beren en wolven hun oorspronkelijke karakter ontnomen en er een mierzoete avonturenwereld van heeft gemaakt, leren de lezers van de nieuwe uitgave anders. Kipling schrijft behoorlijk gewelddadige verhalen. “Beesten eten elkaar op. Mowgli moordt dat het een aard heeft en martelt de tijger […]. Niet voor niets noemt Midas Dekkers De jungleboeken in zijn voorwoord bij de Nederlandse uitgave het Oude Testament van de Natuur.” NRC drukt op de omslag van de boekenbijlage die karakteristiek nog eens duidelijk af. Met instemming citeert Toef Jaeger de achteloos-gangbare aanduiding. Het cliché – tweeduizend jaar oud en in het anti-judaïstische frame vanouds bedoeld om de Liefde van het Nieuwe Testament te doen oplichten – laat zich samenvatten in de volgende formule: het Oude Testament = wraak, elkaar opeten, moorden en martelen. In contrast hiermee – in de geciteerde voorbeelden verzwegen maar bekend verondersteld – het andere cliché: het Nieuwe Testament = liefde en verzoening.

Wat vertellen deze drie stereotype voorbeelden? Aan Verhulst, Bouma en Dekkers zijn de bijstellingen in de beeldvorming voorbijgegaan. De cultuurdragers vallen terug op oude beelden. De hedendaagse stand van zaken op het gebied van geesteswetenschappen tonen overvloedig aan dat de sleetse associaties zijn achterhaald. Men presenteert de boeken van TeNaCH in hun eigen genuanceerde narratieve waarde en betekenis. Enerzijds synchronisch in de context van de Mesopotamische cultuur, anderzijds diachronisch in de inbedding van de wetten van Mozes door het rabbijnse Jodendom in eeuwen en eeuwen commentaar die de letterlijke manier van lezen voorbij is ten gunste van een hedendaagse halacha.

Is die archeologische dimensie en talmoedische hermeneutiek ook tot weldenkend Nederland doorgedrongen? Jona Lendering – in zijn studie Israël verdeeld – wijst erop dat de verwaarlozing van de geesteswetenschappen in onze jongste decennia ernstig is. Wij zien dat die verwaarlozing ertoe leidt dat Nederlandse cultuurdragers anno 2015 niet meer in staat en bereid zijn hun eigen klakkeloze clichés te overwinnen.

Opmerkingen:

Met dank aan de leden van de gesprekskring Leerhuis Limburg, synagoge Meerssen, 17 november 2015

Repliek. De auteur Midas Dekkers – in een beleefde reactie – dient mijn weergave van repliek. De bioloog schrijft: “Had u mijn voorwoord in het Jungleboek zelf gelezen, dan had u geweten dat ik als opvallende overeenkomst tussen het Oude Testament, Moby Dick en het Jungleboek vooral werd getroffen door de taal. Het is de hiërarchische, wraakzuchtige toon, meer dan de onbarmhartige inhoud die de algemene indruk vormt. […] ik hoor helaas de God der Wrake tot op de dag van vandaag de leiders van Frankrijk (“Uitroeien die terroristen!”) en Israël (“Geen eigen staat voor de Palestijnen !”) souffleren. Kennelijk zijn zij even slecht op de hoogte van de “eigen genuanceerde narratieve waarde en betekenis” als ik.”

André van Dijk

A. van Dijk is docent retorica Sint-Maartenscollege in Maastricht en oud-redacteur