Het lam

logoIdW

 

Enige tijd geleden bezocht ik met mijn kleinkinderen een boerderij. Het was lammetjesdag. We waren niet de enigen. Honderden mensen waren er op af gekomen. Er was zelfs een aparte parkeerplaats voor aangelegd. Overal dezelfde reacties. De ach’s en oh’s klonken overal. En terecht, wie zou niet vertederd raken bij het zien van die kleine huppelende beestjes. Mijn kleinkinderen, goed opgevoed, herinnerden zich onmiddellijk het verhaal van Jezus met een lammetje op zijn nek. Om dat na te doen, lukte niet, maar een lammetje oppakken mocht gelukkig wel. Plagerig merkte ik op dat van die schattige beestjes ook lamskoteletten gemaakt werden. Ze konden het niet geloven. Om de sfeer maar niet te bederven ben ik er toen maar niet verder op ingegaan.

Het heeft inderdaad iets schrijnends; het contrast tussen die onschuldig huppelde beestjes en het slachthuis. Dat geldt natuurlijk ook voor volwassen beesten, maar bij een lammetje, dat zo onschuldig oogt, spreekt dat des te meer. Misschien is het wel daarom dat Jezus zich met een lam vergelijkt. Het onderstreept zijn onschuld. In het beeld van het onschuldig geslachte lam wordt in één beeld het navrante van zijn kruisiging getekend. Juist hij, die onschuldig is, wordt gedood. Dat is toch niet te geloven, maar het gebeurt toch. De vergelijking met een lam legt dus de inzet van Jezus uit. De vergelijking zegt iets over Jezus, maar zegt het ook iets over het lam? Dan bedoel ik niet het lam in overdrachtelijke zin, maar concreet het lam, dat tijdens de lammetjesdag zoveel vertedering opriep? Over beide een paar opmerkingen: over Jezus en het lam.

Het moet nog iets preciezer gezegd worden dan zo juist. Als Jezus zich met een lam vergelijkt, dan heeft hij ook al die lammeren op het oog die in de loop der eeuwen als offer geslacht zijn. Het lam is in het Oude Testament bij uitstek een offerdier. Juist een lam, omdat het zo onschuldig is, wordt geofferd als zoenoffer, als verzoening van de zonde. Wordt van Jezus niet hetzelfde gezegd? Hij die zonder zonden is, hij wordt geofferd. Hij wordt gedood. Om wiens zonden gaat het dan als het lam zelf onschuldig genoemd wordt? Ja, precies om ons! Met het offer van het lam belijdt de mens zijn schuld voor God. Niet hij zelf draagt het oordeel, maar een lam, het Lam gaat plaatsvervangend voor hem verloren. Hij leeft, mag leven, omdat een ander, de Ander zich voor ons opoffert. De schuld voor de zonde hoeft de mens niet zelf te dragen. Hij mag vrij en in dankbaarheid leven, omdat een ander de schuld gedragen heeft. Een scherper contrast is haast niet denkbaar. Het onschuldige lam en wij, die het voor God en mensen verprutst hebben. Wij mogen leven en het onschuldige lam wordt geofferd. Dat blijft de nauwelijks te bevatten ongerijmdheid van het evangelie.

Wat betekent dat nu voor het lam, voor die lammetjes die tijdens de lammetjesdag zoveel vertederende reacties opriepen? Hebben zij ook nog iets aan het feit dat Jezus zichzelf met een lam vergeleek? We offeren ze niet meer, zoals in de islamitische traditie. Dat hoeft niet meer. Het offer van Christus is het unieke, onherhaalbare offer. Ogenschijnlijk betekent dat niet zo veel voor de lammeren. Jaarlijks worden er in onze Nederlandse slachthuizen ongeveer een half miljoen geslacht. Dus dagelijks worden er nog honderden lammeren naar de slachtbank geleid. Je hebt maar weinig voorstellingsvermogen nodig om te weten dat het huidige slachten nog maar weinig te maken heeft met het offer zoals dat in het Oude Testament besproken wordt. Voor de meesten van ons – ik reken mij zelf daar ook toe – is de vleesindustrie een anoniem gebeuren geworden. We weten niet of willen niet weten hoe het lapje vlees op ons bord komt. Elke connotatie met een levend dier wordt zo veel mogelijk vermeden. Daarin onderscheiden we ons als Christenen niet met anderen. In veel gevallen doen we dat met een schoon geweten. Uit de Bijbel weten we immers, dat het vlees eten aan de mens niet verboden is. Een principieel nee tegen het eten daarvan klinkt er niet. En heeft Paulus ons niet bevrijd van het wetticisme, dat vaak zo grimmig doorklinkt in de pleidooien van bijv. de principiële vegetariërs?

Maar dan toch. Als Christenen leven we van het offer van het Lam. Dat mag toch doorklinken in de manier waarop wij leven? Zou dat niet in de eerste plaats af te lezen moeten zijn aan de manier waarop wij omgaan met het dier waarmee Jezus zich vergelijkt? Barth wijst in dit verband op een voor de mens interessant effect van het offer. Zeker zo stelt hij, mag volgens de Bijbel het dier gedood worden. Dat geldt na de val van de mens. Het is een daad van de mens die na de val leeft. Maar aan die ‘vrijheid’ wordt een grens gesteld. Het dier mag gedood worden, maar dat mag nooit een teken zijn dat de mens met geweld “profijt kan trekken van het dier”. Het dier is er niet voor het eigen genoegen van de mens. Het dier is geen ding, dat de mens al naar gelang zijn behoeften kan en mag doden. De mens is wel heer over de schepping, maar blijft daar ook verantwoordelijk voor. Ik kan het niet beter zeggen dat Barth zelf. “Respect voor het collega-schepsel, dat tezamen met de mens op de zesde scheppingsdag werd geformeerd en dat hem zo na verwant is, zal dit moeten zijn, dat men voor de gave van deze nuttige, dienstbare vriend Gode dankbaar is, en dat men deze dankbaarheid dan ook bewijst door met hem om te gaan op tere, kiese en vriendschappelijke wijze …”

Dat lijkt in strijd te zijn met het offer. Dat is het niet. De kern van het offer is dat de mens het dier afstaat aan God. Het offer is er juist de uitdrukking er van dat het dier er niet is voor de genoegens van de mens. Het behoort God toe. Het dier aan God offeren betekent juist dat de mens zijn schuld belijdt, ook jegens het dier, dat hij telkens opnieuw – vaak letterlijk – voor zijn eigen karretje spant. Het in het offer gedode dier behoort aan God en niet aan de mens. “Als een dier in gehoorzaamheid aan God wordt gedood, dan wordt daar door een begenadigd zondaar belijdenis gedaan van boete, dankzegging en lofprijzing aan Hem, die de Schepper is en Here, zowel van mens als dier.” Het is puur genade dat hij van het offervlees mag eten. Hij ontvangt dan van God wat hij eerst aan Hem offerde. “Hij neemt dan deel aan het vlees dat verzoening teweeg bracht, aan het leven dat plaatsvervangend voor hem verloren ging…” Hoe actueel is dat voor mensen die deelnemen aan het Heilig Avondmaal.

De belijdenis van Jezus als het Lam heeft dus direct te maken met de manier waarop wij met de lammeren omgaan en met de lammeren met alle andere dieren die we gebruiken en slachten. Ik moet bekennen dat ik mij dat niet erg bewust was. Ik voelde op die zondag op de lammetjesdag wel dat er een verband moest zijn tussen het Lam, dat geslacht werd en de lammetjes die ik daar zag. Dat verband is er dus wel degelijk. Betekent dat niet dat we aanzienlijk kritischer moeten zijn op de bioindustrie, de manier waarop wij slachten, op wat wij eten? Dat klinkt toch te vrijblijvend. Barth geeft een aanwijzing om die vrijblijvendheid te boven te komen. Hij wijst dan op het vegetarisme. Ja juist Barth, die telkens waarschuwt tegen elke –isme. Juist hij die weet dat elk –isme eigenmachtig anticipeert op het komende Rijk en door zijn consequenties en fanatisme kan irriteren, wijst er op dat deze beweging ons bewust kan maken van onze onnadenkendheid en hardheid van het hart. Misschien heeft de Partij van de Dieren wel meer gelijk, dan we willen toegeven.

Dan tot slot. Als Christenen verwachten we de regering van het Lam, dat geslacht is. Het is geslacht, maar het leeft. Dat voelden de kinderen tijdens de lammetjesdag aan. Het kan niet waar zijn dat die lammetjes zo maar verloren gaan. Is het niet zo, dat op de dag dat het Lam, dat geslacht is, regeert, ook al die andere (geslachte) lammetjes om hem heen lopen met alle andere dieren. Van die lammetjesdag was die daar op de boerderij een voorteken.

 

At Polhuis

(Voor de citaten is gebruikt gemaakt van Mens en Dier, een door ds J.J. Poort vertaald fragment uit KD III/4, p. 397-404, indertijd uitgegeven door de Nederlandsche vereniging tot Bescherming van Dieren)