Het kruis van de werkelijkheid – Over ‘De menselijke onderneming’ van Otto Kroesen

 

Prof. H. Berkhof schrijft in zijn studie over de leer van de Heilige Geest waarderend over de net-niet kerkvader Marcellus van Ankyra die de goddelijke heilseconomie chronologisch opvatte: op het tijdperk van de Vader volgt het tijdperk van de Zoon en nu leven we in de tijd van de Geest. Marcellus was een vriend van Athanasius, maar zijn theologie werd door tijdgenoten toch afgewezen en als ketterij veroordeeld. Maar Berkhof prijst in hem dat hij zag “dat zowel de Logos als de Geest God zelf zijn in een bijzondere werkzaamheid. Hij zag ook dat de Schrift geen belangstelling heeft voor een God van abstracte eeuwigheid, maar voor de God die handelt in tijd en geschiedenis.”

Een zelfde drive is te vinden in het boek van Otto Kroesen dat dit najaar uitkwam: De menselijke onderneming, het grote verhaal van geloof en economie. Het is een omvangrijk boek, hij zegt er zelf over dat hij er 35 jaar mee bezig is geweest. Het boek lezen is eveneens een hele onderneming, met een hoge dichtheid aan waarnemingen en ideeën.

Big History

Grote verhalen zijn in de theologie verdacht geraakt, maar in de geschiedschrijving is ‘big history’ weer populair, denk aan de recente werken van Rutger Bregman en Yuval Noah Harari. Daarin wordt om de condition humaine te duiden teruggegaan tot de tijd vóór de zondeval van de landbouwrevolutie en niet teruggedeinsd voor enige speculatie over zowel de oertijd als de toekomst die de mensheid te wachten staat. Ook Kroesen gaat het om het grote verhaal als hij onderzoekt hoe economische systemen voortdurend worden gevormd en omgevormd door geloofsovertuigingen. Volgens hem staat er aan de basis van iedere grote verandering een moment van oorspronkelijke inspiratie. Hij onderscheidt daarbij de levensvormen van het stamverband, de hiërarchische wereldrijken waarin de stammen verenigd werden, het geloof van het volk Israël dat zich uitstrekt naar de toekomst, de verinnerlijking in de Griekse cultuur en oosterse religies en tenslotte de kerk als corporatie. Hij doet dat op basis van het werk van de historicus en taalfilosoof Eugen Rosenstock-Huessy, waarin hij helemaal thuis is. Het boek laat zich lezen als een actualisatie van Rosenstocks filosofie, al gaat Kroesen pas in de laatste twee hoofdstukken expliciet het gesprek met hem aan.

Visionaire blik

In dit blad schreef Kroesen al eens over het verband tussen economie en geloof. In De menselijke onderneming vertelt hij hoe in beschavingen van alle tijden en plaatsen economische organisatie en religieuze inspiratie op elkaar zijn aangewezen. Als mede-theoloog heb je soms de neiging om zijn grote greep speculatief te noemen, maar het aardige is, dat hij schrijft voor zijn collega’s aan de Technische Universiteit van Delft, waar hij tot voor kort docent ethiek en cross-cultureel entrepreneurship was en daarvoor studentenpastor. Deze context, waarin alles draait om technische toepassingen, vraagt kennelijk om een visionaire blik. En hij heeft een punt als hij stelt, dat toen de westerse kerk verlegen raakte met de termen passie en missie, die prompt door het bedrijfsleven werden binnengehaald.

De term die telkens terugkeert is ‘het kruis van de werkelijkheid’. Iedere mens, samenleving en onderneming staat steeds opnieuw op het kruispunt van verleden en toekomst en binnen- en buitenwereld. Rosenstock-Huessy relateert dat aan het taalvermogen van de mens, die tot verantwoordelijk mens wordt gemaakt door de imperatief van het aangesproken worden. Het moment van oorspronkelijke inspiratie dat de basis is van iedere samenwerking en maatschappelijke organisatie. Terecht stelt Kroesen dat juist deze ervaring door Levinas is uitgewerkt.

Liefdesgemeenschap

Heeft het kruis van de werkelijkheid ook met Christus te maken? Ja, Kroesen gaat uitspraken over de historische Jezus niet uit de weg en heeft een eigen datering van de evangeliën. Het leven en sterven van Jezus is in zijn lezing een uniek gebeuren van instaan voor de naaste, maar het meest opzienbarende is hoe dit na zijn dood heeft doorgewerkt bij zijn leerlingen en hoe er in rap tempo een liefdesgemeenschap ontstond die heel het Romeinse Rijk transformeerde.

Hier heeft Kroesen mij te pakken, hij laat overtuigend zien hoe kerk en zending de wereld veranderd hebben. Hij schaamt zich het evangelie niet. Om onze tijd voor een depersonaliserende stammenstrijd te bewaren is die oorspronkelijke inspiratie hard nodig.

Op de cover van ‘de menselijke onderneming’ prijkt een schilderij van Jan van Goyen, ‘Gezicht op Haarlem en het Haarlemmermeer’ (1646). Je ziet windmolens en zeilboten, een vogel vliegt over het water. Zal zij een plek vinden om te landen? Uit een schoorsteen komt rook, in de verte de Bavokerk, donkere wolken en daarachter een opklaring. Het is uiteraard een momentopname, maar in dit alles moet beweging zitten, de werking van de Geest.

Franc de Ronde

Franc de Ronde is predikant te Barendrecht.

Otto Kroesen, De menselijke onderneming, het grote verhaal van geloof en economie, Skandalon, 2022, 380 pp.

In de Waagschaal, jaargang 52, nummer 4, 1 april 2023