Het gesprek in de wachtkamer

logoIdW

 

Laatst had ik een afspraak met mijn huisarts omdat ik me al tijden niet meer fit voelde. Toen ik de wachtkamer binnenkwam, bleek ik niet de enige. Ik nam plaats op een van de weinige stoelen die nog vrij waren.

Mijn oog viel op een nog tamelijk jonge vrouw schuin tegenover mij, die een nogal bedrukte indruk maakte. Maar opeens klaarde haar gezicht op, en zij begon aandachtig te luisteren naar het gesprek dat de twee vrouwen naast mij waren begonnen te voeren. Ook ik kon mijn oren er niet van afhouden toen tot mij doordrong waar zij het over hadden.

– O nee, aan mijn lijf geen polonaise, zei degene die het dichtst bij mij zat. Als Henk met mijn borsten niet meer tevreden is, dan zoekt ie maar een ander. Ik ga aan dat hele circus niet beginnen. Hij is trouwens ook moeders mooiste niet meer, met die buik van hem. Vroeger zag ie er minstens zo sportief uit als Ron.

– Nou wees blij dat je ze nog hebt, zei de ander.

– Wat? Henk? En Ron?

– Nee, je borsten.

Het was even stil. Totdat haar vriendin, die zo te zien de vlotste was van de twee, vervolgde: Iedereen doet het tegenwoordig toch, heus niet alleen Linda de Mol. De een laat zijn borsten vergroten, de ander zuigt wat vet weg, een derde doet aan oogcorrectie of neemt een leuke face-liftة

– Weet je wel wat dat kost? zei mijn buurvouw geagiteerd.

– Ja, als het je niks waard is om er leuk uit te zien. ةHenny, voor mij hoeft het ook echt niet, maar ik kan me goed voorstellen dat die jonge meiden van tegenwoordig er net iets leuker uit willen zien. Wat is er nou tegen? Oud worden we toch wel.

– Nou, ik weet het niet, sputterde Henny, zoals mijn buurvrouw blijkbaar heette, tegen. Volgens mij heeft onze lieve Heerة Opeens wendde ze zich naar mij, en zei:

– Wat vindt u er eigenlijk van? U hebt ons toch gehoord, of niet? Nou, dan zou ik wel eens willen weten hoe u daar over denkt, ik bedoel als man.

– Nou, zei ik ietwat bedremmeld, voor mij hoeft het allemaal niet zo, hoor. Ik wil niet direct zeggen dat schoonheid alleen van binnen zit, maar eigenlijk is dat natuurlijk wel zo, geloof ik.

– U gaat me nou toch niet vertellen dat het u niets kan schelen hoe een vrouw er uitziet, zei de vriendin. Of bent u misschien priester of zoiets?

– Nou, nee, zei ik, maar eh.. ik ben wel een dominee, en kon het niet laten te grijnzen. Weer was het even stil. Ik keek naar de jonge vrouw tegenover me, en meende ook op haar gezicht het begin van een glimlach te ontwaren. Ik sloeg mijn ogen neer. Helemaal lekker zat het me niet, en ik hoopte dat ik gauw aan de beurt was. Ik had nog wel meer te doen vandaag. Maar mijn buurvrouw liet mij niet zomaar gaan en zei:

– Nou, dan zou ik wel eens willen weten wat onze lieve Heer ervan vindt. U hebt daar toch voor gestudeerd, of niet? Ja, dat klopt, dacht ik, ze heeft gelijk ook.

– Ik geloof dat Godة, begon ik, zonder helemaal te weten waar ik zou eindigen. Maar toen schoot me de oplossing te binnen. Ik weet niet of God het zo belangrijk vindt, maar als een vrouw het zelf heel graag wil, en het haar ook goed doet, dan denk ik niet dat Hij ertegen is. Het leek mij een alleszins evenwichtig en humaan standpunt.

– Zie je nou wel, zei de vriendin van mijn buurvrouw, dat vind ik nou ook.

Op dat moment ging de deur open en de arts riep de jonge vrouw binnen, die haastig opstond. We keken haar alle drie na en zwegen.

Toen begon de man tegenover me, die blijkbaar ook geluisterd had, zich opeens in ons gesprek te mengen.

– Sorry dat ik me ermee bemoei, maar ik heb u horen praten over onze lieve Heer en God en zo, en of hij voor of tegen grotere borsten moet zijn. Nou ben ik absoluut niet gelovig, maar ik heb ook wel eens iets over de bijbel en de kerk gelezen, en ik dacht dat het in de bijbel ging over zaken als geloof en eeuwig leven, en over zoiets als gerechtigheid en vrede. Toen ik u zonet hoorde praten – en hij keek op dit moment vooral naar mij – vroeg ik me af: waar hebt u het over? Het zijn mijn zaken natuurlijk niet, dat weet ik wel, maar als ik zoiets hoor vind ik het eerlijk gezegd geen wonder dat de kerken leeglopen, zoals je nogal eens hoort. Grotere borsten – mijn hemel! Ik dacht dat het over Maria ging in de kerk. En alsof Jezus moeders mooiste was en zo gezond en vitaal. Die arme man eindigde aan het kruis, toch?

Op dat moment ging de deur open en werd hij binnengeroepen.

– Sorry, ik moest dit even kwijt, zei hij terwijl hij opstond tegen mij.

Ik verwachtte dat hij minstens mank zou lopen, maar hij liep zo kwiek als een hoentje de dokterskamer in. Ik heb nog lang moeten wachten voordat ik aan de beurt was.

Wessel ten Boom