Eginhard Meijering: het boek van zijn leven

logoIdW

Nadat Eginhard Meijering op velerlei wijzen de geschiedenis van de theologie van Athanasius tot Barth beschreven heeft, opent hij het geheime dossier van zijn eigen leven en vertelt over de last van het oorlogsverleden van zijn ouders. Hun keuze voor het Nazi-regime had zijn hele werkzame leven onder druk gezet. Hij kon er niet met anderen over spreken maar hij kon het ook niet voor zich zelf verzwijgen. Om deze splijtende erfenis te verwerken en het te kunnen delen met anderen had hij een halve eeuw nodig. Een eerdere versie van dit verhaal publiceerde hij in 2013, onder pseudoniem, maar nu in 2021 verschijnt het boek definitief op eigen naam: Eginhard Meijering, Over gespletenheid gesproken. In de wereld van kerk en theologie is dit een zeldzaam werk. Er is gekozen voor een literaire vorm waarin de hoofdpersoon verslag doet van de gesprekken die hij door de jaren heen voert met een oudere Duitse vriend en die hem helpen om de last te verlichten. Het fascinerende van deze gesprekken is dat zijn persoonlijke probleem voortdurend gespiegeld wordt aan de wijze waarop het Duitse volk en het Nederlandse volk na de Tweede Wereldoorlog elk hun eigen oorlogsverleden verwerken, zoals dat tot uitdrukking komt in publieke debatten. Het persoonlijke wordt verweven met het politieke en dat tilt het boek uit boven een psychologische autobiografie. Door de hoofdpersoon een andere naam te geven en de persoonlijke gegevens lichtelijk te wijzigen, kan de schrijver met wat meer afstand over zich zelf spreken – onderkoeld, op z’n hoede, met de hem eigen ironie, uitdagend en verhullend tegelijk – en hoeft de lezer zich geen voyeur te voelen. Met uiterst simpele middelen worden we in het verhaal getrokken. We zien de twee, in de loop van de tijd verouderende mannen jaarlijks samenkomen op een vaste locatie in een hotel op Schiermonnikoog, op enkele uitstapjes in Duitsland na, en horen hun commentaar op wat er in de afgelopen tijd op kerkelijk en politiek gebied is gebeurd. Hun relatie biedt steeds meer ruimte voor de afkeer en de woede, maar ook het besef van de loyaliteit die de hoofdpersoon jegens zijn ouders heeft. De Duitse gesprekspartner houdt hem daarbij steeds op subtiele wijze de spiegel voor, waardoor hij zich bezint en met iets mildere ogen naar zijn ouders kan kijken.

Van Koude Oorlog tot val van de muur
Veel gedenkwaardige momenten uit de tweede helft van de vorige eeuw komen in dit boek in dialoogvorm voorbij, om te beginnen de spanningen van de koude oorlog maar ook voetbal ‘Nederland-Duitsland’, de komst van Claus, maar ook het proces van Eichmann, de val van Aantjes en de kaping van de trein door Molukse jongeren, en nog veel meer, tot en met de val van de muur. Soms wordt de stroom van het gesprek even stilgezet. Zo ontroert hem de knieval van Willi Brandt voor het monument voor de opstand van de Joden in Warschau. Hij verstaat het als een signaal dat zoiets als verzoening mogelijk moet zijn, terwijl de werkelijkheid van verzoening voor hem zelf op dat moment verder weg ligt dan ooit – het gebeurt juist in de tijd dat hij de breuk met zijn moeder heftig beleeft.

Opvallend is zijn instinctieve verzet tegen de linkse beweging in Nederland en in Duitsland. Wanneer de namen van mensen als Rudi Dutschke of van Dorothee Sölle genoemd worden, trekt hij meteen flink van leer. Maar als zijn Duitse vriend – zelf geen theoloog en niet kerkelijk – zich daarover verbaast, geeft hij zich zo eerlijk mogelijk rekenschap van zijn onhebbelijkheid. Deze mensen waren toch net als hij anti-Nazi en hij zou toch door hen geholpen kunnen worden in zijn verzet tegen de keuzes die zijn ouders hadden gemaakt? Waarom voelt hij dan toch afkeer? Is het omdat hij niet op zo’n makkelijke manier afstand kan nemen van het verleden, omdat hij nu eenmaal door dat verleden is bepaald? Of is het omdat hij een afkeer heeft van het grote, morele gelijk dat deze sprekers uitstralen – en dat hem doet denken aan het grote, morele gelijk waarmee zijn moeder haar keuze propageerde? Of is het omdat hij geïrriteerd is door de veronderstelde claim dat deze stem zou moeten klinken als ‘de’ stem in kerk en theologie, in plaats van als een stem tussen andere? Hier ligt het meest intrigerende probleem van dit boek. De schrijver, die zelf politiek geïnteresseerd is en zich zelf links van het midden posteert, schiet soms zo in verzet dat hij andere theologen hun linkse politieke interesse verwijt. In ieder geval maakt hij duidelijk waar voor hem de schoen wringt. Hun opstelling was voor hem niet behulpzaam bij zijn poging om het oorlogsverleden te verwerken. Hij moest hier helemaal zelf zijn eigen weg zoeken.

Vaderfiguur
Wanneer de 21e eeuw is aangebroken zou hij zijn boek hebben kunnen afsluiten. Zijn Duitse gesprekspartner is inmiddels overleden en zelf heeft hij een soort rust gevonden in de relatie met zijn ouders. Maar dan komt er een onverwachte wending. Het verhaal begint weer bij het begin, toen hij als middelbare scholier woonde in Ruimzicht in Doorn. Samen met een oude vriend uit die tijd roept hij herinneringen op aan de begaafde directeur Wim Dekker en hij wordt zich bewust dat deze hem in zijn vormende jaren iets gegeven heeft waardoor hij de theoloog werd die hij nu is. Het moeten zijn inleidingen zijn geweest op Dietrich Bonhoeffer, die in die jaren bekend werd als de theoloog die zijn verzet tegen de Nazi’s met de dood heeft bekocht. Hij herinnert zich “…dat Bonhoeffer vóór zijn terechtstelling heeft gezegd, dat dit het einde is, maar voor hem het nieuwe begin” (286). Daar ligt blijkbaar de bron van zijn theologische houding en Wim Dekker heeft hem daarmee in aanraking gebracht. Met tranen in zijn ogen zegt hij  “Hij heeft me niet alleen met iets belangrijks geconfronteerd, – zonder hem zou ik hier niet staan, en ik ben dankbaar dat ik hier sta. Ik wou dat hij het kon horen” (287). Het lijkt alsof hij in Wim Dekker de vader heeft gekregen die hij sinds de oorlog was kwijt geraakt.

Dit indrukwekkende verslag brengt de lezer tot bezinning. Hoe heb ik zelf de last van het oorlogsverleden verwerkt?

Maarten den Dulk

Eginhard Meijering, Over gespletenheid gesproken. Pumbo.nl 2021. ISBN 9789464065732

Van dezelfde auteur verscheen bij Pumbo.nl eveneens:
Over Jezus. Twaalf overdenkingen, ISBN 9789464066852, maart 2021 (vooral over Johannes)
Reformatisch Geloven en Belijden Nu, ISBN 9789464066227, februari 2021
Geloof Kerk Politiek – Een persoonlijke visie, ISBN, 9789464067361

In de Waagschaal, jaargang 50, nr. 6. 29 mei 2021