Een vuurrode SGP-er

logoIdW

 

De opkomst van het rechtse populisme heeft als bijwerking dat de kerk zich opnieuw bezint op politieke vragen. Er wordt immers door verschillende rechtse populisten een verband gelegd tussen hun politieke programma en het christendom. En van links wordt geroepen dat wat rechts wil juist heel onchristelijk is.

Mijn opa noemde zichzelf toen ik hem als jong ventje dat net wist van het bestaan van politieke partijen vroeg waar hij dan wel bij hoorde, ‘een vuurrode SGP-er’. Destijds ontging mij het paradoxale van wat mijn opa zei. Feit is dat ik mij in de loop van de jaren veel meer als vuurrood dan als SGP-er ben gaan ervaren. Ik heb altijd een heel natuurlijk verband gevoeld tussen het christelijk geloof en linkse politieke standpunten. Met rechts heb ik dat niet. En lange tijd deed ik de opkomst van populistisch rechts af als een gevolg van de ontkerkelijking. ‘Wie God verlaat…’, zoiets. Obama was dus goed, Trump is natuurlijk fout. Europa is goed, eigen volk eerst is natuurlijk fout. Jesse Klaver is goed en Wilders is natuurlijk fout. Enzovoort. Maar op een gegeven moment worden de dingen zo vanzelfsprekend dat het op gaat vallen. Niet dat het nu opeens rechtsom moet voor mij, helemaal niet, maar als niemand het monopolie op wat christelijk is kan claimen, hoe zit het dan wel?

In de aanloop naar de verkiezingen was er de petitie van Alain Verheij waarin hij al die met het christendom flirtende rechtse politici nog eens uitlegde dat het christelijk geloof echt niet zomaar past bij hun standpunten. Vele prominente theologen ondertekenden. Tijs van den Brink reageerde: ‘Alain Verheij en de kerkleiders laten de Bijbel in hun petitie buikspreken.’ Nu gaat het mij er niet om of de petitie theologisch tot achter de komma klopte en of Van den Brink helemaal eerlijk was in zijn reactie, maar om de vraag die er achter zit: wat is in deze tijd van globalisering en polarisatie een christelijk getuigenis? En wat heb ik als predikant te zeggen in een tijd waarin algoritmen er voor zorgen dat we vooral dat nieuws lezen wat onze mening bevestigd?

Midden in het denkproces over dit soort vragen viel de 35e Karl-Barth-Tagung in den Niederlanden. Dit keer over hoe Barth begin jaren ’30 sprak en schreef over de preek en het preken. Barth was van 1930 tot 1935 hoogleraar in Bonn. Hij was op het toppunt van zijn populariteit. Tegelijkertijd bereikte de economische en politieke crisis in Duitsland een climax. De Weimarrepubliek werd van rechts (nazi’s) en links (communisme) aangevallen. Het liep in 1933 uit op de Machtergreifung door de nazi’s. Juist in het wintersemester van 1932-1933, in de weken dat Hitler tot rijkskanselier wordt gekozen, geeft Barth een cursus homiletiek nota bene. De protocollen van die colleges zijn in 1966 uitgegeven als Homiletik; Wesen und Vorbereitung der Predigt. Professor Angela Dienhart Hancock schreef in 2013 een mooi boek over wat Barth in dat wintersemester tegen die jonge predikers zei en hoe hij in de collegezaal het verzet tegen het nazisme probeerde te voeden (Karl Barth’s Emergency Homiletic, 1932-1933; A Summons to Prophetic Witness at the Dawn of the Third Reich). Hancock pleitte tijdens de Tagung aan de hand van Barths colleges voor profetische prediking, ook in onze tijd.

Profetische prediking onthult de duistere machten en voorziet het Koninkrijk van God. Nu is dat eerste makkelijker dan het eerste. En juist ook met Barth als theologische held is het makkelijker om theologische kritiek te oefenen op van alles en nog wat dan om positief aan te wijzen waar God handelt en waardoor Hij spreekt. Ik herken uit mijn eigen preken dat geregeld het kritische eerste stuk langer en spannender is, dan het tweede verkondigende stuk. Dan kom ik vaker dan me lief is niet verder dan min of meer orthodoxe christelijke clichés. Profetisch preken, is dat dan het ene nodige? Behalve profeten waren er ook priesters in Israël. Naast kritische stemmen ook zij die stem geven aan onze dank. De vraag is of Barth ons ook kan helpen priesterlijk te preken.

Professor Michael Beintker (Münster) die een lezing hield over Barths jaren in Bonn zei: ‘Barths theologie geeft mij altijd een helder hoofd en een getroost hart.’ Dat herken ik. Politiek gaat over linksom of rechtsom. Theologie gaat over Gods Woord. Dat is helder en dat troost. De dienst aan dat Woord van God is een daad van verzet tegen alle absolutisme. Opa begreep dat, zo begrijp ik nu. Opa was een soort anonieme barthiaan. Een vuurrode SGP-er. Links, rechts, en ondertussen geloven in Gods regering.

Jan Willem Stam

J.W. Stam is predikant in Barendrecht (PKN)