Een heilloze polarisatie heeft ons in de tang

logoIdW-e1677570004807.jpg (100×115)In het boeiende artikel ‘Nederlands populisme en Amerikaans nationalisme’, mede gebaseerd op Sander Rietveld’s studie Nieuwe Kruisvaarders, doet Willem van de Kamp waardevolle en waarschuwende observaties. Je wordt er niet vrolijk van als je leest wat je eigenlijk allang wist: over hoe veel orthodoxe en evangelicale christenen een alliantie aangaan met radicaal en veelal racistisch rechts. In deze bijdrage wil ik op een wat meer essayistische manier reflecteren op mijn ervaringen met de Amerikaanse politiek, het Amerikaanse christendom, en met meningsverschillen.

Toen ik in 1997 promoveerde op het werk van de Amerikaanse ethicus James M. Gustafson was één van de stellingen: “Amerikanen zijn niet oppervlakkig”. Die conclusie trok ik achteraf misschien mede in vurige solidariteit met mijn in de VS wonende toekomstige echtgenote. Via haar leerde ik in de VS een aantal intelligente en geenszins oppervlakkige christenen kennen. Inmiddels heb ik mijn mening herzien. Natuurlijk zijn er Amerikanen met kennis van zaken en een kritisch hart op de juiste plaats. Maar wie Amerika wel eens heeft bezocht, weet dat er vrijwel geen nieuwszender is die langer dan drie minuten uitzendt of het volgende reclameblok verschijnt, voorafgegaan door ‘blijf kijken!’. Daarbij hebben de meeste zenders het vooral over winkelovervallen, uitgevallen elektriciteit en het lokale dierenasiel. Ik heb ontdekt dat, op de genoemde Amerikaanse ethicus Gustafson na, niemand uit de kring van vrienden en familie een krant leest. Vermaarde kranten als de New York Times en de Washington Post hebben oplagen die nauwelijks uitkomen boven de oplagen van Nederlandse kranten, en dat in een land met twintig keer meer inwoners dan Nederland. Een goede vriendin van ons wist onlangs te melden dat de Titanic opzettelijk tot zinken was gebracht door voorstanders van de Amerikaanse Centrale Bank. “Dan is ‘9/11’ zeker ook doorgestoken kaart?” vroeg ik haar, en het antwoord was: “Jawel, een inside job”. Dat verbijsterende gebrek aan kennis (dat overigens ook in Nederland dreigt), in combinatie met het opkomende complotdenken, verklaart dat veel mensen, veel te veel, stemmen op basis van geruchten en op basis van een verbijsterende simplificatie van het standpunt van, in het huidige geval, de presidentskandidaten.

Paus Franciscus deed op zijn eigen manier mee aan deze polarisatie met een stemadvies aan Amerikaanse christenen: stem met je geweten en kies voor het minste der kwaden. Stem je op Harris en Walz, dan stem je voor verregaande reproductieve vrijheid, inclusief abortus, en inclusief eventueel late abortussen. Stem je op Trump en Vance, dan krijg je een inhumaan immigratie- en uitzettingsbeleid. Beide zaken die met de welbekende Rooms-Katholieke pro-life ideeën onverenigbaar zijn. Goed om dat zo te benoemen, om de verkiezingen voor een kennelijk gemiddeld publiek in deze polariteit samen te vatten, maar tegelijk misschien wel een bewijs van pauselijke polarisatie.

Nu zou ik het wel weten: ik stem op Harris en Walz. Want wat paus Franciscus niet noemt, is de aanval van de MAGA (‘Make America Great Again’) Republikeinen op het hart van de democratie. Dat gezegd hebbende, wil ik toch enige nuanceringen aanbrengen. Hoe head on de analyse van Van de Kamp ook is, denk ik dat we momenteel ook vooral depolarisatie nodig hebben, en dat betekent: kijken naar het ‘gelijk’ en het ‘ongelijk’ bij àlle partijen. Ten eerste: hoewel door de bank genomen Democraten hoger opgeleid zijn dan Republikeinen, zijn oppervlakkigheid en complottheorieën bij beide te vinden. MAGA-Republikeinen hebben het over een door George Soros geënsceneerde poging om het Westen massaal aan de abortus, de euthanasie en de vrije liefde te helpen, en over een deep state van progressieve ambtenaren die dat stilletjes maken. Omgekeerd spreken ook liberale denkers nogal eens in termen van een rechts complot. Het noemen van de vele organisaties die als het ware allemaal doelbewust toe werken naar een omverwerping van de liberale democratie, heeft daar wat mij betreft ook wel trekjes van. Bij één van de genoemde clubs was ik ooit zelf betrokken en ik heb niets anders dan respect voor de integriteit waarmee zij werken en voor de pluraliteit in hun eigen gelederen.

Eén is dus: niet alleen de MAGA-Republikeinen, maar ook sommige Democraten hebben de neiging om te denken in termen van een tegenstander die bewust of onbewust onderdeel is van een samenzwering. Dat mag hier en daar niet helemaal worden uitgesloten, maar laten we eens kijken waar dit denken over-en-weer toe leidt: je kunt de positie van de tegenstander naar believen extreem maken (want een samenzwering zie je niet, dus je hoeft er ook geen bewijs voor te leveren) en je hoeft zijn argumenten niet meer serieus te nemen. In het ethiekonderwijs geldt: de positie van de student is pas echt uitgerijpt als zij de argumenten van de tegenstander zo weet weer te geven dat deze zegt: “Hier heb je mijn positie op z’n sterkst mee uitgedrukt”.

In het geweld van Amerikaanse en Europese polarisatie is de waarheid het eerste slachtoffer en in het kielzog daarvan gaat ook de gerechtigheid voor de bijl. En dat terwijl in een steeds complexere wereld ook de waarheid pluraal is. In de ethiek en in de politiek moeten we met twee woorden leren spreken. “Ja, maar”, “En-en”, “Nee, tenzij”. Te vaak gaan we een rationeel debat uit de weg omdat we het verschil niet kennen tussen argumenten en conclusies. Voorbeeld: je kunt argumenteren dat abortus de dood is van een mens-in-wording maar toch concluderen dat het soms toegestaan moet zijn. Bijzonder knappe positie van Hilary Clinton in 2005: “Abortus moet veilig, legaal, en zeldzaam zijn”. Kom daar nu nog maar eens om. Of omgekeerd: je kunt argumenteren dat euthanasie een daad van barmhartigheid en van respect voor autonomie is, en toch tegen legalisatie zijn, bijvoorbeeld omdat (zoals in de VS) de combinatie van euthanasie en een commerciële gezondheidszorg potentieel levensgevaarlijk is.

Sta me dus toe om the devil’s advocate te zijn: zelfs de MAGA-Republikeinen hebben soms goede argumenten (en soms zelfs goede conclusies). Zoals toen Trump betoogde dat NAVO-landen die weigeren hun deel van de rekening te betalen, contractbreuk plegen. Ik zie geen enkele reden waarom heeft Obama hierover destijds niet al met de vuist op tafel sloeg. Ander voorbeeld: los van de vuile spelletjes die hebben geleid tot het benoemen van maar liefst drie conservatieve rechters: wat is er eigenlijk mis met een conservatieve rechter? Uit onderzoek uit 2010 bleek dat maar liefst 80% van de Nederlandse rechters die een politieke voorkeur bekend maakten, aangaf op D66, de PvdA of GroenLinks te stemmen. Mutatis mutandis blijkt in de VS een vergelijkbare liberale voorkeur van rechters. Bovendien: wat is er eigenlijk mis met het overlaten van de abortuswetgeving aan de staten? Als je het een federaal recht van wilt maken, is misschien de juiste plek wel de grondwet, niet een beslissing van een hof. Een heel andere: waarom zou een politicus niet mogen betogen dat er grote problemen zijn bij de integratie van niet-Westerse immigranten? Ga maar eens kijken in de Parijse Banlieu. Sinds mijn jaren op het Utrechtse Kanaleneiland ben ik ervan overtuigd dat een samenleving de plicht heeft om immigratie te doseren tot een niveau dat garandeert dat de veranderprocessen voor haar bevolking bij te benen zijn. Misschien moeten een paar jaartjes de grenzen op een kier. Maakt mij dat een racist? Wil ik Nederland wit houden? Natuurlijk niet. Maar helaas spreidt op elk van deze punten de gemiddelde MAGA-Republikein een ongebreideld zedenbederf ten toon. White supremacy, beledigingen, demoniseren, een Amerikaanse Alleingang. Helaas is enig bederf ook aan progressieve posities vreemd. Veel gematigde kiezers zien abortus als een goede noodoplossing, maar ultraliberalen framen dat nu in termen van volledige reproductieve vrijheid, alsof ongeboren leven niet ook een intrinsieke waarde heeft. Veel gematigde kiezers zijn voor volledige burgerrechten voor lhbtiq+’ers, maar ultralinksen leggen hen in de mond dat zij daarmee ook afstand moeten nemen van de normatieve waarde van man-vrouwrelaties en van het traditionele gezin. Ikzelf sta bekend als ‘euthanasie-scepticus’: euthanasie aanvaardbaar, maar alleen als laatste redmiddel. Liberale mensen noemen me onbarmhartig, anti-autonomie, streng-gereformeerd of paniekzaaier; stijf-conservatieven menen dat ik me als lid van een Toetsingscommissie Euthanasie onderdeel heb laten maken van een moordmachine.

Help! Kunnen we nog depolariseren? Kunnen we nog gewoon doorvragen naar het niveau waar er wél gedeelde waarden zijn in plaats van de ander in het kamp van de tegenstander op te sluiten? Daarom nog één narratief. Een tijdje terug hing bij één van de huishoudens in mijn woonbuurt een omgekeerde Nederlandse vlag aan de woning. Maandenlang. Ik overwoog mijn woede anoniem door de bus te gooien, de vlag te ontvreemden of nog iets ergers. Maar op een goede dag had ik voldoende moed verzameld om aan te bellen en een andere toon aan te slaan. Een dame deed open en ik stelde haar vragen als “Waarom is dit voor u belangrijk?”, “Waar bent u bang voor?”, “Waar bent u nog meer bang voor?”, en ja, zelfs: “Bidt u nog wel eens?”. En ik vertelde dat ik hun zorgen herkende maar veel dingen wel anders zag. Na een ontroerend gesprek namen we afscheid. Twee dagen later was de vlag weg – zonder dat ik daar ooit om had gevraagd.

Theo Boer

Theo Boer is hoogleraar ethiek aan de Protestantse Theologische Universiteit te Utrecht en lid van de Gezondheidsraad. Bij de Society of Christian Ethics, een samenwerkingsverband van Amerikaanse academische ethici, is hij voorzitter van het werkverband Evangelical Ethics. Op 29 november is hij één van de sprekers op de Publieksconferentie De polarisatie voorbij? Denken vanuit de transcendentie van het Goede van de PThU.

 

Streamer 1: Vermaarde kranten als de New York Times en de Washington Post hebben oplagen die nauwelijks uitkomen boven de oplagen van Nederlandse kranten

Streamer 2: Sta me dus toe om the devil’s advocate te zijn: zelfs de MAGA-Republikeinen hebben soms goede argumenten

In de Waagschaal, nr. 10, 12 oktober 2024