Een diep verborgen herrinering

Het manshoge portret van een soldaat uit de Vlaamse loopgraven wekt minstens zoveel bevreemding als het beroemde zelfportret als Paus. En dat is veelzeggend. Een zwarte paus is een pijnlijke fantasie in een christelijke wereld die steeds zwarter kleurt, maar de zwarte frontsoldaat is een pijnlijk vergeten werkelijkheid. Een wereldoorlog-soldaat is Frans, Engels,  Amerikaans, desnoods Russisch of Duits, maar in ieder geval wit. Blank. De duizenden tirailleurs die in ‘Flandres Fields’ sneuvelden, werden al snel een vergeten voetnoot in de Grote Oorlog. Ook van de geallieerde overwinningsparades dertig jaar later werden de zwarte regimenten systematisch geweerd. Dit was de zege van de Blanke Beschaving; de duizenden zwarte gesneuvelden ten spijt.

Tirailleur en paus zijn slechts twee van de vele rollen die de in Kameroen geboren fotograaf Samuel Fosso op zijn honderden zelfportretten speelt. De vroege foto’s uit zijn studio in Bangui (70’s lifestyle 1974-1978) hebben nog iets van een frivole verkleedpartij. Vol optimisme verkent de jonge Fosso een nieuwe wereld vol grenzeloze mogelijkheden en zijn eigen positie daarin. Het tweede ‘postkoloniale’ decennium is nog jong. In latere fotoseries portretteert hij zichzelf onder andere in de collectie van een Parijs’ warenhuis (Tati, 1997), als village-chief en traditional healer (Le rêve de mon grand père, 2003) en als iconen van zwarte strijd en identiteit (African Spirits, 2008). Black pope stamt uit 2017; de tirailleurs uit een videopresentatie uit 2003 (Allonzenfans). In een interview legt Fosso uit dat hij niet zozeer een ander portretteert, maar dat hij ‘met de ander ademt’, die ander wordt. Het effect is betoverend: je ziet de paus, Malcolm X, een Franse soldaat. Tegelijkertijd zijn de portretten de verbeelding van complexe discussies over macht, kolonialisme, racisme en identiteit. Fosso eist een plek in de witte geschiedenis en de witte kunst. Kijk: ik ben deel van jouw geschiedenis; ook al heb ik geen toegang tot jouw verhaal. Dit ben ik in de wereld van de meisjes met parel en melkkannetje en de Staalmeesters.

Mohamed Sarr

Ik bezocht Fosso’s tentoonstelling een paar weken voor ik het bejubelde boek van Mohamed Sarr De diepst verborgen herinnering van de mens las. Betrekkelijk laat, als een van de hoofdfiguren van de roman als tirailleur vertrekt en zijn gezin achterlaat in Senegal, realiseerde ik me dat de roman van Sarr een treffend script vormt bij de portretten van Fosso. Het vierde boek van Mohamed Mbougar Sarr won in 2021 de grootste literaire prijs van het Frans taalgebied – de Prix Goncourt – en is inmiddels over hele de wereld vertaald en bejubeld. De Volkskrant en De Morgen riepen het uit tot het beste boek van 2022. ‘De diepst verborgen herinnering…’ vertelt in zekere zin een traditioneel verhaal van een queeste. De hoofdpersoon, de veelbelovende schrijver Diégane Faye, gaat op zoek naar een verdwenen boek en zijn auteur en daarmee naar zijn eigen afkomst en thuis. Net als de gezochte, inmiddels overleden, auteur vindt Faye in zijn terugkeer uiteindelijk zijn thuis in zijn geboorteland. Het vinden is natuurlijk niet waar het om gaat. ‘Als je de tocht aanvaardt naar Ithaka / wens dat de weg dan lang mag zijn’. Lang is hij, bijna vijfhonderd pagina’s. Alles komt in Faye’s zoektocht, die zich uitstrekt over de hele twintigste eeuw, voorbij: kolonisatie; wereldoorlogen; leven in de diaspora; kritiek op het hedendaagse Senegal, de genocides in Congo. Daardoorheen meandert het verhaal van zijn zoektocht, die grotendeels wordt afgelegd middels het verhaal van Siga D, alias ‘de ‘spinnenmoeder’. Het levert een ingenieus vlechtwerk op van een verhaal in een verhaal in een verhaal. Tegelijkertijd filosofeert de jonge schrijver Faye over kolonialisme en postkolonialisme, migratie en ballingschap, traditie en moderniteit, literatuur en racisme. Dat alles in een veelvoud aan vormen: dagboek, literair essay, monoloog, liefdesverhaal.

En toch, hoe overvol het boek ook is, het behoudt een zekere lichtheid. Ook bij de grote thema’s ontbreekt het zelden aan ironie en zelfspot. Dat laatste is een verademing. Het geeft ruimte in de vaak zo humorloze en gelijk-hebberige debatten over gender, kleur, en cancelcultuur. Eén van de ironische stereotypen is de jonge, beloftevolle, hier en daar wat naïeve, zwarte schrijver die zijn weg zoekt in de witte literaire wereld. Vraag nooit waar een boek over gaat, waarschuwt hij al aan het begin: alleen een middelmatig, slecht of banaal boek ‘gaat ergens over’. “Een groot boek probeert alleen iets te zeggen of te ontdekken, maar dat ‘alleen’ is al alles en dat ‘iets’ is al alles.” (50)  Of de quasidiepzinnige zinnen ook ironisch bedoeld zijn, wordt niet helemaal duidelijk. Maar juist dat maakt de positie van de hoofdpersoon ongrijpbaar, wat natuurlijk precies de bedoeling is. Ook Sarrs boek gaat in ieder geval over ‘van alles’ en laat zich niet zomaar samenvatten.

 

Magnetisme en identiteit

In een interview antwoordt Sarr op de vraag naar de drijfveer van dit boek, dat hij al heel lang gefascineerd is door een zeker magnetisme dat sommige boeken een haast cultische status kan geven. Dit magnetisme betreft in ‘de diepst verborgen herinnering…’ allereerst natuurlijk het verloren boek, maar die zoektocht is een beeld voor het magnetisme in veel breder zin: de noodlottige aantrekkingskracht van de koloniale macht; de betovering van het ‘exotische’ Afrika voor diezelfde macht; de aantrekkingskracht van de traditie voor de ontheemden in de diaspora (‘the village’ in Senegal) maar evengoed de zuigkracht van de moderniteit (‘Parijs’). Magnetisme is tegelijkertijd afstoting. Dat waar we ons toe voelen aangetrokken zal ons ook vervreemden. Het verlangen om bij een wereld te horen die tegelijkertijd vreemd blijft en zich tegen je keert, spreekt ook uit de foto’s van Fosso. De macht is zo groot dat ze onontkoombaar is. Zelfs wie weerstand biedt, wordt er door bepaald. Er is geen weg terug.            Identiteit, een ander groot thema in de roman, is in dit krachtenveld geen gegeven, maar eerder een rol die je inneemt om je staande te houden tegenover het vreemde andere dat aantrekt en afstoot. “Wat ons ten diepste bezighoudt betreft het verleden, en hoewel we op weg gaan naar de toekomst, naar wat we worden, zijn we gericht op het verleden, op het mysterie van wat we waren” (207), zegt de ‘spinnenmoeder’ halverwege haar vertelling over haar leven met het boek waar Fayé naar zoekt. Het lijkt een kernzin te zijn van de zoektocht van zowel de gezochte schrijver in het boek, de zoekende schrijver, als het verhaal van het boek zelf. Het is de drijfveer van de klassieke queeste, waarmee Sarrs diepst verborgen herinnering van de mens zich voegt in de traditie van de grote literaire zoektochten.

 

Naakt in diepe rouw

Ik heb wel wat bedenkingen bij de grote lofzang op het boek. Zo beginnen de hoogdravende uitweidingen van de hoofdpersoon op een gegeven moment te storen en ook de vorm, waarbij een groot deel van het boek door een personage wordt verteld, maakt van de roman net iets te vaak een verhaal ‘over wat verteld moet worden’. Ook de stereotypen, al dan niet ironisch bedoeld, beginnen op een gegeven moment te vervelen. Slechte seksscènes; geïdealiseerde dorpen in Afrika met oermoeders en zwarte magie. De pijn van de verscheurdheid tussen traditie en moderniteit, het grote thema dat decennia eerder zo briljant is beschreven in de romantrilogie van Chinua Achebe, blijft in de vele verhalen en anekdotes toch wat aan de oppervlakte. Maar ondanks de bedenkingen zou ik het boek opnieuw lezen en aanraden. Het geeft teveel te denken om het te negeren. Over macht, identiteit en literatuur, racisme, kolonialisme. Over onze rollen en poses die wij als vanzelfsprekend innemen, claimen en zelden nog als zodanig herkennen.

Dat brengt me terug bij Fosso. In 1975 maakt hij nadat zijn vriend in Bangui is vermoord een serie aangrijpende zelfportretten. In een kale ruimte ligt hij naakt op bed; staat hij tegen een gesloten deur, als in een gevangeniscel. In het licht van deze portretten worden de 70’s lifestyle-foto’s plotseling Spielerei in een veilige studio. Dít ben ik. Na al die portretten en maskeringen, de antwoorden op het magnetisme van ambitie, dromen en verlangen. Dít ben ik tegenover de botte macht. Een mens als alle anderen. Naakt in diepe rouw om een verloren geliefde.

Werner Pieterse

Werner Pieterse is predikant te Haarlem (PKN).

Mohamed Mbougar Sarr, De diepste verborgen herinnering van de mens, 2022.

Chinua Achebe, African Trilogy, 1958, 1960,1964, (2010).

samuelfosso.com (de tentoonstelling in huis Marseille, Amsterdam, was te zien tot maart 2023)

In de Waagschaal, jaargang 52, nr. 7, 1 juli 2023