Dekolonisatie van de theologie in Indonesië
Kort geleden heeft het Indonesische parlement, op voorstel van de Indonesische regering, een nieuw Wetboek van Strafrecht aangenomen. Dit wetboek vervangt de wet die sinds 1918 van kracht was – en dus uit de koloniale tijd stamt. Hoewel Indonesië (volgens de Indonesische visie) al sinds 1945 vrij is, lukte het nu pas een eigen Wetboek van Strafrecht op te stellen. Hoewel te laat, het is nu gelukt!
Uit het aannemen van deze wet blijkt wel dat het dekolonisatieproces in Indonesië niet snel plaats vond. Dat geldt ook voor de Indonesische gedachtewereld, en al helemaal voor het theologische denken. De theologische opleidingen alhier worden tot op heden nog sterk gedomineerd door ideeën van theologen uit het westen. De Christelijke Universiteit Duta Wacana in Yogyakarta (voorheen Theologische Hogeschool Duta Wacana) richt zich sinds de jaren tachtig op contextualisatie. Het is niet overdreven om deze contextualisatie te zien als een vorm van dekolonisatie. Als we de geschriften van docenten en studenten van Duta Wacana bezien, gaat het al heel vaak over contextualisatie. Maar evenzeer wordt er tot op heden over gezucht dat deze benadering zo moeizaam ontvangen wordt binnen de kerken. De vooruitgang in de theologische contextualisatie op de campus blijkt niet parallel te lopen met de situatie in de kerken. De theologie in de kerken blijkt nog erg bepaald te worden door het westen en is vol wantrouwen, ja zelfs vijandigheid ten aanzien van lokale tradities en overtuigingen.
Deze situatie betekent een uitdaging om nieuwe en creatieve manieren van theologiseren te ontwikkelen, opdat tenslotte volledige dekolonisatie van de theologie werkelijkheid wordt. Verschillende ontwikkelingen die al begonnen zijn en voortgezet dienen te worden, worden in het onderstaande genoemd:
1 Interreligieuze theologie ontwikkelen en versterken
Te midden van het sterker worden van godsdienstig conservatisme is er meer en meer behoefte aan dialogische ontmoetingen tussen de godsdiensten. Inderdaad zijn de verbindingen tussen de aanhangers van verschillende godsdiensten in Indonesië nog niet in orde. De inspanningen van de regering en religieuze organisaties om gematigde vormen van godsdienstig leven te bevorderen, tonen al resultaten. Toch zal het nog veel tijd nemen voordat het duidelijk is dat de Indonesische maatschappij een gematigde vorm van godsdienstig leven realiseert. Ondertussen hebben de extreme predikers op de sociale media, zoals Youtube, juist meer kijkers dan de gematigde. Heel wat jongeren worden aangetrokken door deze extreme preken. Anderzijds groeit de beweging die interreligieuze ontmoetingen realiseert. Maar van de vele inspanningen op dit gebied zijn er slechts weinige die tot het terrein van de theologie doordringen. Dat betekent dat de interreligieuze ontmoetingen nog niet in staat zijn doctrinaire theologische begrippen te doorbreken. Om deze situatie tegemoet te treden is het het beste om interreligieuze ontmoetingen vaker te laten plaats vinden, zowel op het grondvlak als op academisch niveau. Zo zullen overwegingen die ontwikkeld worden in de academische wereld op een strategische wijze het grondvlak kunnen bereiken. De academische taal, voor leken moeilijk te begrijpen, moet gegoten worden in een taal die gemakkelijk te vatten is. De sociale media dienen ook gebruikt te worden om theologische overwegingen te verspreiden die ontspruiten aan interreligieuze ontmoetingen.
2 Openstaan voor inheemse religies
De laatste tijd is de drang om inheemse religies te erkennen sterk gegroeid. Het is duidelijk dat de Indonesische regering wel open staat voor deze neiging. Maar het is jammer dat, volgens de regels van de regering, inheemse religies nog niet als godsdienst worden erkend maar onder cultuur worden ondergebracht. Deze visie leidt ertoe dat de inheemse religies niet op één lijn gesteld worden met de grote wereldgodsdiensten. Hoewel het niet expliciet juridisch geformuleerd is, is in Indonesië de algemene overtuiging dat slechts Islam, Christendom, Boeddhisme, Hindoeïsme en Confucianisme als godsdiensten gezien kunnen worden. Dit weerspiegelt duidelijk een visie die een erfenis is van de koloniale tijd, toen Nederland godsdienst los maakte van cultuur (adat) en de inheemse religies onder adat werden ondergebracht. Het is hoog tijd dat deze visie verlaten wordt, want die schaadt duidelijk de aanhangers van inheems religies. De kerken in Indonesië tonen nog dikwijls een onvriendelijk, ja vijandige houding ten opzichte van aanhangers van inheems religies. Dus is het hoogst noodzakelijk om de kerken aan te sporen hun negatieve visie op inheemse religies te heroverwegen.
3 Aanvaarden van geleefde godsdienst (lived religion)
Geleefde godsdienst kan geplaatst worden tegenover officiële godsdienst (official religion), zoals die onderwezen wordt door religieuze leiders en instellingen. Hoewel niet altijd, is er toch een afstand tussen godsdienst zoals die onderwezen en zoals die geleefd wordt. De godsdienstige praktijk in het dagelijkse leven is beweeglijker dan de godsdienstige leer. In een multireligieuze samenleving vindt er zeker wederzijdse beïnvloeding plaats. Bijvoorbeeld: in het geval van optreden tegenover mensen die er van verdacht worden door een boze geest bezeten te zijn, vindt dikwijls vermenging plaats van elementen uit verschillende religies en overtuigingen. Een predikant kan daarbij optreden als een traditionele genezer (dukun), die een boze geest uitdrijft, hoewel hij christelijke symbolen en woorden gebruikt, zoals ‘in de naam van Jezus…’. Een ander voorbeeld: gemeenteleden die vissen gaan vangen in een rivier of de zee zullen zich zekerder voelen als zij bidden om bescherming en zegen van de beschermer van de rivier of de zee, dan wanneer zij christelijke gebeden uitspreken. (Wellicht is het ook moeilijk om christelijke gebeden, speciaal voor dit doel, te vinden.) En ook wordt de aanwezigheid van de geest der voorouders nog door christenen in verschillende regio’s erkend. Natuurlijk verbieden predikanten in hun preken zulke praktijken. Zo is er afstand tussen de godsdienst die onderwezen en de godsdienst die geleefd wordt. Maar het is belangrijk om de geleefde godsdienst als werkelijkheid te erkennen en deze een basis te laten zijn in het opbouwen van theologie.
4 De natuur weer eren
Het is al vaak opgemerkt dat binnen de voorchristelijke levensovertuigingen in Indonesië de natuur zeer vereerd wordt, ja zelfs als iets heiligs wordt gezien. De christelijke visie (d.w.z. de officiële!) beschouwt dit als bijgeloof, dat dwaas, nutteloos en dus helemaal fout is! Maar in deze tijd, waarin de gehele wereld een ernstige milieucrisis beleeft, geeft men toch weer aandacht aan deze voorchristelijke levensovertuigingen. Deze overtuigingen bevatten wijsheid die maakt dat mensen de natuur niet eigenzinnig in gebruik nemen. Hoewel al veel te laat, is het toch noodzakelijk deze voorchristelijke wijsheid weer ter harte te nemen.
Theologie als stukwerk
Bovenstaande punten kunnen mogelijk aangevuld worden met andere. Maar deze zijn al voldoende om de urgentie van dekolonisatie van de theologie aan te tonen. Een theologie die wantrouwend en vijandig is tegenover alles wat als niet-christelijk bestempeld wordt, moet wijzigingen ondergaan. Deze wijzigingen kunnen worden beschouwd als politiek van karakter. ‘Politiek’ in de betekenis van niet langer leven onder de schaduwen van het kolonialisme en zo werkelijk vrije mensen worden. Maar deze wijzigingen kunnen en moeten ook beschouwd worden als inspanningen binnen de theologie.
Recente ontwikkelingen in het theologische denken tonen belangrijke veranderingen. De benadering van vroeger streefde naar volmaaktheid; thans richt men zich langzamerhand op stukwerk. Binnen de volmaaktheid-benadering is de ander een object dat gecorrigeerd, verbeterd en tot volmaaktheid geleid moet worden. En het subject van deze benadering is degene die corrigeert, verbetert en tot volmaaktheid brengt. Bij dit subject is er zeker wel een bewustzijn van eigen zwakte, maar dat wordt snel overwonnen door te wijzen op het werk van God, die volmaaktheid brengt. Binnen deze visie is het terecht wanneer dit subject anderen corrigeert en vervolmaakt. Als dit subject de kerk is, ziet de kerk zich als drager van een missie om wie dan ook buiten de kerk te corrigeren en te vervolmaken. ‘Wereld’ is het woord dat hen die buiten de kerk zijn aanduidt. Deze dualistische visie, die sterke invloed heeft op de kerkelijke leerstellingen, beziet de wereld als duisternis, terwijl de kerk de drager is van licht. De motivatie om de wereld te redden van de duisternis is niet geheel en al verkeerd, maar is gebaseerd op de opvatting ‘de ander staat aan de verkeerde kant’. Deze motivatie kan vergeleken worden met de motivatie om slachtoffers van een ramp te helpen. De slachtoffers zijn zwak, terwijl ik, die helpt, sterk ben. Natuurlijk is zulke hulp goed, maar indien dit toegepast wordt in de context van het godsdienstige leven, worden allen die buiten mijn godsdienst leven de zwakken, zoals de slachtoffers van een ramp. Maar dat is een vooronderstelling die heerst over de ander.
Wanneer de benadering binnen de theologie zich beweegt in de richting van ‘stukwerk’, wordt het boven geschetste paradigma omgedraaid. Nu geldt dat niet ik het ben die de ander helpt, maar dat ik degene ben die geholpen moet worden. Of minstens is het zo dat ik en de ander elkaar helpen. In bepaalde omstandigheden kan deze visie natuurlijk gemakkelijk worden toegepast. Bijvoorbeeld: wanneer christenen leven te midden van een moslim-meerderheid, kan een gevoel van zwakte en noodzaak om geholpen te worden heel gemakkelijk bij hen opkomen. Maar als de situatie net andersom is en christenen de meerderheid vormen, is het moeilijker om aan ‘stukwerk’ vast te houden. Daarom moet de stukwerk-benadering niet afhankelijk zijn van sociale of fysieke omstandigheden. De stukwerkvisie betekent een diep nadenken over dit leven. Er is geen mens die boven stukwerk uitstijgt, zodat hij geen hulp van anderen in zijn leven nodig heeft. Ieder mens kan zijn leven voortzetten, omdat anderen er zijn. De bijdrage van anderen – het zij andere mensen of andere schepselen – is heel groot in het leven van ieder mens. Natuurlijk heeft God ook invloed in het in stand houden van het leven van ons allen en van ieder mens. Wellicht kan deze gedáchte gemakkelijk aanvaard worden, maar wordt het moeilijker als deze tot basis van het samen leven wordt. Het is niet gemakkelijk om je eigen onvolmaaktheid (‘stukwerk’) te erkennen ten overstaan van andere mensen, en meer nog ten overstaan van andere schepselen. Dat geldt helemaal als je zeer succesrijk bent. Indonesiërs erkennen tegenover Nederlanders wellicht gemakkelijk hun onvolmaaktheid inzake wetenschappelijke kennis. En omgekeerd beleven Nederlanders maar moeilijk hun onvolmaaktheid ten opzichte van Indonesiërs inzake moderne wetenschap en technologie. Maar ook geldt: inzake het samenleven met mensen met een andere godsdienstige en culturele achtergrond kunnen Nederlanders zich onvolmaakt voelen ten opzichte van Indonesiërs. Onvolmaaktheid betekent hier niet een statische conditie, noch een zogenaamde belijdenis, maar het wijst op het diepe besef van het grote belang van de aanwezigheid van de ander.
Dekolonisatie van de theologie: nadenken over het leven
Welke conclusie kan hier getrokken worden? Dekolonisatie van de theologie is een inspanning gebaseerd op het nadenken en mediteren over het leven. Al is haar doelstelling te vergelijken met de politieke dekolonisatie, haar bron is toch een andere. Zoals bij het opstellen van het eerder genoemde nieuwe Wetboek van Strafrecht gaat het in de politiek om de waardigheid van het volk ten overstaan van een volk dat het gekoloniseerd heeft. Het gaat daarbij om het beleven van eigen waardigheid (en in dit opzicht is er nog veel huiswerk voor Indonesiërs, want zij lijden aan de neiging zichzelf laag in te schatten.) Maar in de theologie is dekolonisatie een spirituele reactie op sociale, politieke en het milieu betreffende verschijnselen. Dat werd hierboven beschreven als het dieper nadenken en mediteren over wat er in werkelijkheid in dit leven gebeurt.
Robert Setio
Robert Setio Ph.D. is decaan aan de theologische faculteit van de Christelijke Universiteit Duta Wacana en predikant van de Gereja Kristen Indonesia.
Vertaald uit het Indonesisch door Barend F. Drewes
In de Waagschaal, jaargang 52, nummer 2, 4 februari 2023