De Rebible van Inez van Oord

logoIdW

 

Rebible is een boek waarvan ik afwisselend wrevelig en vrolijk word. Het is een bijzonder appetijtelijk boekwerk: prachtig drukwerk met mooie gravurekunst (oude gravures bewerkt door Annelinde Tempelman) en heerlijk ruime marges met kleine tekstjes. Een salontafelboek, en dat bedoel ik niet neerbuigend. Maar het is inhoudelijk soms erg rommelig, de inhoud schiet in mijn beleving heen en weer van zeer doordacht naar volstrekt argeloos, van rake beschouwingen naar triviale notities. Dat maakt het lastig om tot een helder oordeel te komen. Maar ik heb wel al plannen om met dit boek iets te gaan doen – een leesgroep voor zoekers binnen en buiten de kerk. Dat een boek zo kan werken is een compliment waard.

De auteur is Inez van Oord, bekend als oprichtster van het blad Happinez. Ze vertelt dat ze tijdens de lange en rijke spirituele zoektocht die haar leven tot nu toe is geweest, eigenlijk nooit serieus naar de Bijbel heeft gekeken omdat ze die samen met haar christelijke kindertijd had achtergelaten. Nu heeft ze alsnog een jaar doorgebracht met de Bijbel: de verhalen die ze zich herinnert uit haar jeugd heeft ze in allerlei vertalingen herlezen, er allerlei commentaar omheen gelezen en er uitgebreid over gesproken met haar broer, predikant Jos van Oord.

Het boek is een verslag van haar leeservaring met vijftien Bijbelverhalen. Dat woord ‘verslag’ moet je heel letterlijk nemen. Inez vertelt wat ze denkt, wat ze zich afvraagt, en hé, daar loopt de kat voorbij, waar dat haar aan doet denken, wat ze aan haar theologisch geschoolde broer vraagt en wat die dan zegt. Soms zou ik het gemakkelijker gevonden hebben als dat allemaal in een notitieschriftje had gestaan en niet in zo’n super-de-luxe uitgevoerd boekwerk. Nu is het alsof de kladnotities voor het boek zijn uitgegeven lang voordat ze zijn uitgerijpt. Maar waarschijnlijk is dat ook precies de bedoeling: dat je de hernieuwde ontmoeting van deze concrete persoon met de oude verhalen van heel dichtbij meemaakt.

Ik neem één hoofdstuk als voorbeeld: het verhaal over Elia op de berg, 1 Koningen 19. In Rebible zijn dat de pagina’s 110-121. Op het titelblad staat in vette letters de kerntekst over het suizen van de zachte stilte nadat God niet in het vuur was. Dan begint Inez met de overweging dat die éne God van de Bijbel tegenover de vele goden van het polytheïsme een all-in-one God is, een samenvatting van alle godservaring, en Elia doet daar in de stilte een krachtige mystieke ervaring aan op, beeldloos en in afzondering. ‘Wie in contact wil komen met het onzegbare mag, simpel gezegd, de wereld even uitzetten’ (112).

Elia doet Inez denken aan een song van Chi Coltrane uit haar jeugd, uit 1973: I want to go like Elijah when I go. Nadat ze daarbij even stil heeft gestaan (maar dat gaat over Elia’s hemelvaart), raakt ze in gesprek met haar broer Jos. Die ziet Elia als de profeet die het geloof in Jahweh verdedigt tegen het aanbidden van ‘de brute Baäl’. Inez merkt daarbij op dat die tegenstelling er dan toch waarschijnlijk later in-geschreven is. Zoals ze de vrouwelijke godheid Asera er uitgeschreven hebben. Ze noemt godsdiensthistorisch onderzoek en archeologische vondsten die laten zien dat de moedergodin ooit ook in Israël gewoon aanwezig was – midden in de volzin daarover moet je wel tweemaal omslaan, want de pagina’s 114-115 zijn een grote, woest ingekleurde gravure die Elia op de Horeb toont, uit een oude Bijbel zo te zien.

Elia markeert een moment in de opkomst van het monotheïsme: Baäl zou het zomaar kunnen gaan winnen van Jahweh. De wanhoop daarover brengt Elia bij de Horeb en bij zijn mystieke godservaring. Op pagina 117 begint een alinea met een aanhalingsteken, wat inhoudt dat Jos weer het woord neemt. Hij legt uit dat de opeenvolging van natuurkrachten waarin God niet is, aangeeft dat het niet gaat over een god van geweld, oorlog of lawaai. ‘Nee, met deze God heb je een ontmoeting van hart tot hart.’ Aanhalingsteken sluiten, en de volgende zin luidt: ‘Dat laatste verzin je gewoon?’ Waarop Jos bevestigend antwoordt maar wel overtuigend pleit voor zijn uitleg.

Inez vervolgt dan met de wijsheid van spirituele leraren die zeggen dat je eerst je ego moet afleggen om de ultieme waarheid te vinden: misschien had Elia precies die ervaring? Dan gaat het ook om ons huiswerk, namelijk dat we de drukte opruimen zodat de Stilte met je kan praten. Hierna volgt een gedicht van Guillaume van der Graft over stilte (‘Zolang er nog ergens iemand bestaat’). En als je dan omslaat, komt de dubbele pagina onder de kop Rebible waarmee de meeste hoofdstukken worden afgesloten, en waarin Inez als het ware haar eigentijdse hervertelling van het verhaal geeft. De brede marge is een rafelig afgescheurde pagina van 1 Koningen 19 in de Statenvertaling, en daarnaast staat een meditatieve beschrijving van een stiltedienst op het eiland Iona. Het laatste zinnetje is een citaat van de Perzische mysticus Rumi, gek genoeg in het Engels maar wel heel mooi: ‘Silence is the language of God, all else is poor translation’.

Tot zover het voorbeeldhoofdstuk. Inez stelt zich steevast op als argeloze lezer die onbevangen vragen stelt – dat is wat het boek aantrekkelijk maakt als basis voor een gespreksgroep met precies zulke lezers. Intussen kent ze de mythes en godenverhalen van vele culturen, dus ze leest de verhalen wel degelijk in een rijk decor van betekenissen. Maar je komt erachter dat ze juist de Bijbelverhalen tot nu toe nooit op die manier heeft bekeken. Die hoorden blijkbaar nog altijd bij een wereld van christelijke orthodoxie die voor haar een definitief gepasseerd station was. Nu horen we haar ontdekken dat je die verhalen natuurlijk niet letterlijk en historisch moet lezen. Ze gaat dan zoeken naar wat het wél zou kunnen betekenen. Haar broer helpt haar vaak op weg en bijna altijd knik ik dan instemmend  – je moet wel steeds goed opletten waar de aanhalingstekens staan om te zien of Jos nog aan het woord is. Zelf grijpt de auteur naar parallellen uit andere spirituele tradities, soms heel zinnig, soms ook zó hap-snap dat ik denk: zo weet ik er ook nog wel een paar.

In het begin ergerde mij vooral de suggestie (onder meer in de ondertitel Ontdekking van vergeten verhalen) dat de Bijbel hier opeens helemaal nieuw wordt uitgelegd op een manier die behalve bij broer Jos in de kerken nog niet is doorgedrongen. Inez komt terug van veertig jaar weggeweest en gaat ons nu rondleiden door de wereld van de Bijbel alsof niet zij, maar wij er al die tijd niet mee bezig zijn geweest. Dat gezegd hebbende zie ik wel wat voor kansen dat biedt om precies die brug te slaan tussen argeloze, onervaren lezers en de wereld van betekenis die in de verhalen schuil gaat. Ik had bij elk verhaal wel de neiging om me in het gesprek te mengen, met aanvulling of tegenspraak. Het boek is een interactief project dat mij als lezer stimuleert om me ermee te gaan bemoeien.

Net als veel van de lezers van In de Waagschaal ben ik in de theologiestudie opgevoed met de dialectische theologie en de Amsterdamse wijze van Bijbellezen. De Bijbelse boodschap wordt dan in principe verstaan als tegendraads, als een bijzondere stem tegen de algemene tendens in – ook tegen de algemene religieuze tendens. Je bent dan geneigd om bij de Bijbelverhalen juist niet te zoeken hoe ze aansluiten bij universele religieuze inzichten, want die laatste wantrouwen we als middelen van macht en onderdrukking in de handen van institutionele religies en andere imperia. Een zin als ‘Maar we hebben het toch allemaal over dezelfde God’ ging er bij ons vanouds niet goed in, dan willen we eerst nog wel even kritisch kijken naar wat al die mensen God noemen en wat ze in naam van die God doen. Rebible zoekt juist meer naar de verbinding met andere spirituele tradities, naar universeel inzicht. In een tijd waarin economie en consumptie almachtig lijken, is precies dat universeel-spirituele geluid misschien wel de tegendraadse stem die hard nodig is. Waarbij ik dan wel, als ik dit boek samen met anderen ga lezen, geregeld zal laten zien hoe de Bijbelverhalen niet het spirituele comfort van de middenklasse dienen, maar God laten oplichten in onmiddellijke nabijheid van de losers van deze wereld.

Piet van Veldhuizen

P. van Veldhuizen is predikant in ‘De Ark’ in Hendrik-Ido-Ambacht

Inez van Oord, Rebible. Ontdekking van vergeten verhalen, Kosmos 2017, € 24,99