De impuls tot geweld

logoIdW
Ik zit op Twitter. Op de dag van de boerenprotesten kwamen steeds de filmpjes langs van de tractor die hekken omver reed en bijna een fietser raakte en van de boeren die de deuren van het provinciehuis in Groningen vernielden. Ze herinnerden me indringend aan de acties van Extinction Rebellion in Amsterdam waaraan ik met Christian Climate Action meedeed in de week voor de boerenprotesten. De angst die zulke grote voertuigen oproepen, kwam helemaal terug.

We hadden op maandag 7 oktober de Museumbrug geblokkeerd. Toen die ontruimd was op diezelfde dag, volgden die week allerlei andere acties in de stad. Ik ervoer weer hoe ik op donderdag bij de Heinekenbrouwerij stond en deelnam aan een blokkade van het kruispunt. Tussen mij en de grote vrachtwagens was slechts een dun spandoek. Ik hield dat niet lang vol. Zo af en toe verplaatste ik me naar achteren en nam iemand anders mijn plaats aan het spandoek in. Het was te kwetsbaar. Ook zag ik anderen van Extinction Rebellion voor mijn ogen, op de blokkade van de Blauwbrug later die week, liggend op de grond, tegenover grote ME bussen. Allemaal zachte lichamen, armen in elkaar gestoken, zingend, koekjes en een appel delend met elkaar. Wachtend om weggesleept te worden. Extinction Rebellion is geweldloos.

Zijn wij van Extinction Rebellion moreel superieur aan de boeren, omdat we geweldloos zijn? Tijdens de actie bij de Heinekenbrouwerij werd een spandoek uit mijn handen gerukt door een voorbijganger. De man ging uit zijn plaat, omdat we 7 minuten lang het kruispunt blokkeerden waar hij langsliep. Even gingen we nog luider zingen, scandeerden een leus, tot een van ons met een handbeweging opriep tot stilte. Dat de-escaleerde de situatie en we kwamen ook zelf tot rust. We hebben dat geleerd, om te de-escaleren, geweldloos te blijven. We organiseerden in de aanloop naar deze actieweek aan de lopende band trainingen hoe je geweldloos acties van burgerlijke ongehoorzaamheid doet en hoe je geweldloos communiceert. Maar onze eerste impuls in deze actie was het tegenovergestelde, dat was luid en heftig zijn, dat was escaleren. Geweldloos handelen gaat in tegen ons instinct om te vechten of te vluchten.
De reformatorische traditie waar ik uitkom helpt om die impuls helder te zien. We hebben allemaal dezelfde inborst. Geneigd tot alle kwaad, ook tot vechten. Nee, wij van Extinction Rebellion zijn niet moreel superieur aan de boeren. Ik herken de impuls tot geweld. En ik weet hoeveel beheersing het kost daar niet aan toe te geven. Wij hebben dat niet gedaan in deze actieweek. Er waren boeren die wel geweld gebruikten.

Het is in mijn hoek van de kerk, het midden van de Protestantse Kerk, op dit moment gebruikelijk om met genadige ogen naar het gedrag van mensen te kijken. Het woord zonde dat zo lang zo sterk aanwezig geweest is in onze traditie en waar mensen onder gebukt zijn gegaan, gebruiken we niet meer. We steken kaarsjes aan, hebben compassie en doen aan troost. Dat zag ik nu ook bij het geweld van boeren op mijn twittertijdlijn. ‘Het mag niet, maar joh, ze hebben het zo moeilijk!’ Vergoelijken, met de hand over het hart strijken, het geweld niet werkelijk veroordelen. Zwalken en schipperen.

Daar gaat het mis. Het oordeel is verdwenen. Er is alleen nog maar genade. En dat terwijl het hier niet om zomaar iets gaat. Het gaat om geweld, met geweld je zin doordrijven in grote machines. Nu ik zelf zo bang ben geweest met alleen een spandoek tussen mijn lichaam en de grote wagens en ik ook merkte hoe dicht de impuls om geweld te gebruiken onder de huid ligt, zie ik in hoe belangrijk is het is, dit geweld niet te excuseren, maar met alle kracht te veroordelen.

Berthe van Soest

In de Waagschaal, jaargang 48, nr. 11. 9 november 2019