De geesten onderscheiden

logoIdW

Ik weet het. De geschiedenis herhaalt zich niet en het trekken van parallellen tussen de jaren 30 en de onze slaat vrijwel elke discussie dood. Dat neemt niet weg, dat we door wat toen gebeurde waakzaam dienen te zijn. Bij die bezinning kan een lezing van Karl Barth uit mei 1945 ons behulpzaam zijn. In die lezing onderzoekt hij de geesteshouding die nodig is om een herhaling van de catastrofe van WOII te voorkomen. Daarom geen restauratie, het weer oppakken van de draad van voor de oorlog, maar om wat hij noemt Neuaufbau. Aan de toekomst van Europa moet in een totaal nieuwe geest gewerkt worden. Dat betekent dat er kritisch onderzocht moet worden welke geest of anders gezegd welke spirit ons handelen bepaalt. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar Barth stelt dat we ons vaak helemaal niet bewust zijn dat ons handelen door een bepaalde geest gedreven wordt. In de meeste gevallen worden de gebeurtenissen die plaatsvinden ervaren als een soort onontkoombaar lot, waarop wij maar beperkt greep op hebben. Als Barth dat in 1945 zegt, heeft hij de ontwikkelingen van de 12 jaar daarvoor voor ogen. Waarom zou dat nu anders zijn dan toen? Als ik voor mijzelf spreek, vind ik wat Barth stelt heel herkenbaar. Als harde les van het leven heb ik ervaren dat niet ik de wereld verander, maar de wereld mij. Wat kan ik inbrengen tegen wat er gebeurt? Er zijn er die de huidige ontwikkelingen toejuichen of er juist cynisch van worden. In beide gevallen geldt, dat we ons niet verantwoordelijk voelen. Het gebeurt aan ons. Tegen dat fatalisme neemt Barth in zijn lezing krachtig stelling. Hij wijst erop, dat het niet om anonieme machten of ontwikkelingen gaat. Alles wat er gebeurt, is menselijk handelen. Dat te weten is van fundamenteel belang. Waar dat geweten wordt, kan de mens zijn verantwoordelijkheid niet ontlopen. Dan ontstaat de ruimte en de mogelijkheid te onderzoeken welke geest ons handelen bepaalt en in de situatie waarin Barth schrijft, bepaald heeft. Het Nationaalsocialisme kwam niet als een soort natuurverschijnsel waarvoor niemand echt verantwoordelijk is. Het nationaalsocialisme was als uiting van de geest een menselijk product waarvoor iedere Duitser verantwoordelijkheid kan en moet nemen. Is dat in onze dagen niet evenzeer waar? Voor wat in onze samenleving gebeurt, zijn wij verantwoordelijk. We worden opgeroepen de geest waarin dat gebeurt kritisch te analyseren. Want niet een anonieme geest bepaalt, zonder dat we ons dat bewust zijn, ons handelen, maar wij zijn het zelf die bepalen in welke geest er gehandeld wordt. Laat u, zo roept Barth op, uw verantwoordelijkheid daarvoor niet afnemen. In zijn lezing noemt hij vier criteria waaraan de geest die in ons handelen openbaar wordt, getoetst kan worden. Die criteria zijn: is de geest menselijk, solidair, constructief en nuchter? Hoe actueel deze criteria zijn blijkt bij Barths nadere omschrijving ervan.

Menselijk
De geest die van de mens uitgaat is alleen zakelijk als zij zich aan haar zaak houdt. Concreet betekent dat dat de geest zich in dienst stelt van de menselijkheid of beter van de mens. De geest die uit ons handelen spreekt, komt voort uit de mens en heeft altijd weer de mens op het oog. Elk ander doel wordt daarmee afgewezen. Er is geen enkele zaak, ideologie, beweging of systeem waaraan de mens ondergeschikt gemaakt kan en mag worden. Nimmer mag het zo zijn, stelt Barth, dat de mens aan het systeem of een ideologie opgeofferd, tot een nummer wordt. Dat gebeurt maar al te vaak. Het is duidelijk dat Barth het nazisme in gedachte heeft, maar hij noemt ook nog iets anders. In scherpe bewoordingen wijst hij de economie en de techniek aan als instituten die de mens afhankelijk maken. De mens wordt dan een instrument, een middel om een doel te bereiken. Hoe actueel? Denk in de lijn van Barth aan de greep van de sociale media en aan de toeslagenaffaire.  Die geest moet telkens ontmaskerd worden als ‘ongeest’, als geest die niet zakelijk is, de mens niet op het oog heeft, ook al wordt dat verdoezeld. Deze list van de ‘ongeest’ moet doorzien worden. Waar dat gezien wordt, pakt de mens zijn vrijheid terug en neemt hij zijn verantwoordelijkheid op zich, zich tegen deze ‘ongeest’ te verzetten.

Solidair
Zeker, ieder mens is zelf verantwoordelijk op te komen voor de mens, maar – zo voegt Barth daaraan toe – deze verantwoordelijkheid kan niet zonder solidair te zijn met anderen. Mensen hebben een gemeenschappelijk ‘belang’. Daarom hoort bij de verantwoordelijkheid om de geesten te onderscheiden de toets of het om het gemeenschappelijk belang en niet om het eigen belang gaat. Dat laatste ligt meer voor de hand dan het eerste. De krachten in onszelf en die van buitenaf komen, zijn erop uit deze solidariteit niet tot stand te brengen. Het opkomen voor het eigen belang is vanzelfsprekender dan het opkomen voor het gemeenschappelijke belang. Dat is volgens Barth de geest geweest die tot de catastrofe van WOII geleid heeft. Mensen zijn uit elkaar gespeeld, het privéleven is met succes gescheiden van het openbare leven. Het onvermijdelijke gevolg is dat mensen dan een gemakkelijke prooi worden voor dictators en andere manipulators. Met een gerust hart kan de ‘brave huisvader’ tot mensenvervolger worden. Van solidariteit met elkaar is dan geen sprake. Op politiek niveau ontpopt deze geest zich als voorstander van isolationisme, tot ‘eigen volk eerst’, tot nationalisme, het nee zeggen tegen internationale verdragen en het sluiten van grenzen. Als die onsolidaire geest over mensen vaardig wordt, is het onheil niet ver weg, concludeert Barth. Daarom zijn oproep aan mensen hun verantwoordelijkheid te nemen en tegen deze geest protest aan te tekenen. Deze ongeest die als vanzelfsprekend ons leven beheerst, mag het laatste woord niet hebben. Hij dient weersproken te worden door een geest van menselijkheid die niet zonder de ander wil zijn.

Constructief
Het derde kenmerk van de geest die van de mens uitgaat, raakt onze tijd misschien nog wel het meest. Opnieuw verwijst Barth naar de tijd van voor en tijdens WOII. De geest die toen mensen in beslag nam, wist precies wat men niet wilde, tegen wie of wat men zich keerde, voor wie men zich niet wilde inzetten. Het wantrouwen jegens de ander vierde de boventoon. De ander werd niet gezocht. Het accent lang op het onderstrepen van de verschillen, het opkomen van het eigen gelijk. Als Barth daarover spreekt heeft hij o.a. de situatie van de Weimar-republiek op het oog met zijn vele partijen, die elkaar uitsloten. De dramatische gevolgen zijn bekend. Tegen deze destructieve geest dient krachtig nee gezegd te worden. Verantwoordelijk betekent in dit geval de ander zoeken ondanks de verschillen. Geen tegenstelling, hoe groot ook, kan een excuus zijn de ander niet te zoeken. Hoe actueel. Wie bijv. de debatten in de Tweede Kamer volgt, ziet het gebeuren. De accentuering van het eigen gelijk; de ander wordt niet gezocht, maar bestreden. Is dat geen voorbeeld van de destructieve geest, waar neen tegen gezegd moet worden?

Nuchterheid
Nuchterheid is het vierde kenmerk van de geest die tot vernieuwing leidt. Van dichtbij heeft Barth meegemaakt hoe het Duitse volk, maar ook andere Europese volken in de ban raakten van Hitler. De mens is vatbaar voor wereldbeschouwingen, visioenen, ideeën en vergezichten, die menselijkheid beloven. Met hartstocht kan daarvoor opgekomen worden. Mensen geven hun leven daarvoor of nemen het leven van anderen als dat nodig is om het verheven doel te bereiken. De geest die menselijk is, sleept de mens niet in euforie mee, maar blijft nuchter. Zij weet dat geen enkel idee, hoe verheven ook tussen mensen een wig mag drijven.

Heilige Geest
Barth sluit zijn betoog af met een verwijzing naar de Heilige Geest. De vraag is of de mens tot deze menselijke, solidaire, constructieve en nuchtere geest in staat is. Heeft nu juist WOII niet bewezen dat de mens dat juist niet is? Wat rechtvaardigt het optimisme dat de mens daar nu wel toe in staat is? Barth onderkent dat. Hij weet dat de mens van nature geneigd is tot alle kwaad. De ongeest hoort bij de mens. Toch ademt zijn betoog geen sfeer van scepsis en fatalisme. Hij verwijst naar de kerk. Daarbij maakt het niet uit of de kerk een maatschappelijke factor van belang is of niet. Waar twee of drie in zijn naam aanwezig zijn, wordt geweten van de Heilige Geest die niet van de mens uitgaat. Het is de geest van goddelijke menselijkheid en menselijke goddelijkheid. Daarop is zijn hoop gebaseerd. In de kerk wordt deze geest niet ‘toegepast’. Er wordt wel van geweten en naar gevraagd. Dan kan het niet uitblijven dat ook de geest van de tijd, de geest die van ons uitgaat, bevraagd wordt of zij menselijk, solidair, constructief en nuchter is. Dan klinkt er verzet, telkens weer, als de mens tot instrument gemaakt wordt, als de één tegen de ander opgezet wordt, als de ander niet als medestander maar als tegenstander gezien wordt. In alle rumoer van alle dag blijven degenen die van de Heilige Geest gehoord hebben bovenal nuchter.

At Polhuis

De lezing van Barth heeft als titel Die geistigen Voraussetzungen für den Neuafbau in der Nachkriegszeit en is te vinden in Eine Schweizer Stimme, p. 414.

In de Waagschaal, jaargang 51, nr. 6. 28 mei 2022