De breekbare romantiek van J.T. Doornenbal

logoIdW

In 2009 publiceerde de voormalige voorzitter van de Edmund Burke Stichting, journalist en docent geschiedenis Bart Jan Spruyt, Als je eenmaal hebt liefgehad, een boek over de in hervormd-gereformeerde kringen uiterst geliefde ds. J.T. Doornenbal (1909-1975). In 2016 werd een vervolg op dit boek gepubliceerd: Romantiek en stichtelijkheid. Het bevat deels een herhaling, deels een uitbreiding van het eerste boek.

Spruyt herkent in Doornenbal een geesteshouding van grote waarde. Doornenbal is, zo zegt hij in zijn nawoord, een “gestalte die ons herinnert aan een oud, christelijk cultuurideaal waarin bevindelijke diepte en katholieke breedte ten nauwste met elkaar verbonden zijn.” In hem zien we hoeveel er is verloren gegaan aan het besef van gemis; aan het besef dat onze romantiek moet worden geheiligd “tot een droefheid naar God”. Dat zijn mooie woorden. Het lukt Spruyt alleen niet echt ze in dit tweede boek aan de hand van Doornenbal verder te onderbouwen.

Aangrijpend is het opnieuw te lezen hoe Doornenbal na afloop van een Gereformeerde Bondstoogdag in zijn eigen pastorietuin in Oene huilend wordt aangetroffen. Je verwacht het Koninkrijk Gods, maar weet dat de jongens en meisjes vooral op zoek zijn naar een goede huwelijkspartij. Minstens zo opvallend is zijn wilde ‘vlucht’ naar het klooster om uit te huilen bij de moeder-overste na de eigen viering van… hervormingsdag! En hoe intens was zijn natuurbeleving, alsof zij nog warm van Gods Woord is. Wat we in de eerste plaats zien aan Doornenbal is niet een groot theoloog (als Noordmans bv) die ons heimwee naar God in goede banen leidt, maar een dominee die zelf aan dit heimwee haast ondraaglijk lijdt. Wat heeft deze man geleden aan God, zijn ambt, zijn geloof, zijn gemeente – en hoe heeft hij zich tot dit lijden steeds geroepen geweten en er zich vrijwillig in gevoegd, met al die ondertussen toch wat plichtmatig aandoende preken of verhandelingen over Brakel en Comrie, die in dit boek rijkelijk zijn verzameld. Maar leert die theologie ons iets over het christelijke heimwee? Niet vanwege zijn theologie was Doornenbal geliefd, maar vanwege zijn stukjes in de Veluwse kerkbode die hem tekenden als een hoogst fijnzinnig en excentriek mens.

Het eerste boek bood een integer portret van een man die wist wat ‘de heiliging van onze droefheid’ inhoudt. In het tweede boek leek iemand mij zichzelf ietwat te overschreeuwen. Wat is het nu precies, wat Spruyt aan Doornenbal zo belangrijk acht?

Wessel ten Boom

Bart Jan Spruyt (red.), Romantiek en stichtelijkheid. Nagelaten geschriften van ds. J.T. Doornenbal, De Banier 2016, 541 blzz.