De academische Luther vertaald

logoIdW

Het wereldwijd en zeker ook in ons land goed bedachte Reformatiejubileumjaar 2017 ligt al weer een poosje achter ons. Op de theologische agenda heeft de belangstelling voor Luther en andere hervormers plaatsgemaakt voor het Barth-jaar. Maar laten we onze zegeningen tellen en niet vergeten wat voor bijzonder mooie vruchten 2017 heeft voortgebracht en nog steeds doet. Want nooit eerder is zoveel werk van Maarten Luther in de Nederlandse taal beschikbaar gekomen als in de afgelopen paar jaar. In 2016 verscheen onder redactie van Herman Selderhuis Luther Verzameld bij VBK Media. Een tweedelig werk waarin zo’n 25 vertalers een ruime dwarsdoorsnede van Luthers geschriften toegankelijk maken voor een breed Nederlands publiek. Zonder meer een mooie en waardevolle uitgave van team Selderhuis.

Alsof het feestje (en ook het geld) niet op kon, volgde team Markus Matthias in 2017 en 2018 met de eerste twee delen van een driedelige Latijn-Nederlandse uitgave. Deze verschenen bij Damon in Eindhoven. Het derde deel over de ecclesiologie zal volgens planning dit jaar nog uitkomen. Mede dankzij subsidies zijn het zeer kloeke en fraai uitgegeven boekwerken geworden die fysiek lang mee kunnen gaan en volgens toezegging ook lang op de plank beschikbaar blijven voor toekomstige kopers. Matthias en zijn medevertalers (Peter Verbaan, Roel Braakhuis, Jan Bloemendal, Max Staudt, Pieter Oussoren, Krista Mirjam Dijkerman, Willem Maarten Dekker, Johan A. Antonides, Carel van der Meij, Hans Lam) beperken zich tot het academische en Latijnse werk van Luther en hebben daarmee, anders dan team Selderhuis, een specifieke doelgroep op het oog. Door de Latijnse en Nederlandse tekst naast elkaar af te drukken op resp. de linker en de rechter bladzijde, kan elke theoloog voortaan de brontekst erbij houden en de precieze bewoordingen en argumenten wegen. Huidige en toekomstige generaties van Nederlandse studenten, predikanten en andere geestelijken zullen met deze tekstboeken zich veel makkelijker de academische Luther eigen kunnen maken dan voorheen. Aan het materiaal zal het in elk geval niet meer liggen.

Uitgangspunt van de uitgave, ook wat betreft de thematische selectie en indeling van het materiaal, is de Lateinisch-Deutsche Studienausgabe die in Leipzig in 2006-2009 het licht zag. Oorspronkelijk lag het in de bedoeling, aldus Matthias in zijn voorwoord, om ter gelegenheid van het 500-jarig jubileum op basis van deze Studienausgabe tot een echte parallel-uitgave te komen. Hoewel de impulsen hiervoor al in 2015 werden gegeven, bleek het ideaal uiteindelijk een brug te ver. Niettemin mag met het voorliggende eindresultaat de missie meer dan geslaagd heten en is een hartelijke gelukwens voor het team Matthias op zijn plaats. De aanhouder heeft gewonnen en met glans. Luther zelf was er veel aan gelegen dat mensen in hun eigen taal de Schrift konden lezen en ook van zijn werk en bedoelingen kennis zouden nemen. In zijn eigen vertaalarbeid wilde hij het alledaagse spraakgebruik van zijn landgenoten zo dicht mogelijk naderen, hen “aufs Maul sehen”. Zo vertalen betekent de zaak niet verraden maar dienen. Mutatis mutandis geldt dit natuurlijk ook voor het vertalen van disputaties en andere academische geschriften van Luther zelf, hoewel argumentatie en retorica in dit soort werk uiteraard ook een rol van betekenis spelen.

Deel I over de antropologie, de mens voor God (ondertitel), bevat vijf bekende disputaties en, als pièce de résistance, het ook in Luthers eigen ogen zo grootse en belangrijke De servo arbitrio waarin hij zijn theologische inzet scherp en vlammend tegen Erasmus in stelling brengt. In 2010 was al een mooie vertaling verschenen onder de titel Kiezen is dienen, die voor deze uitgave opnieuw bewerkt is door Staudt en Dijkerman. In deel II over de soteriologie, de christelijke vrijheid in Christus (ondertitel), zijn o.a. te vinden een tiental kleine en grote disputaties, enkele kernpreken, de verhandeling over de christelijke vrijheid en de omvangrijke weerlegging van Latomus. Alles gecompleteerd door registers op naam en bijbeltekst.

Matthias zelf heeft voor beide delen de inleiding verzorgd waarin hij de vertaalde werken kort typeert en introduceert. In het eerste deel valt die introductie jammer genoeg wat vlak uit, omdat Matthias kiest voor een vrij formele benadering van de antropologische kwestie bij Luther vanuit een modern en m.i. Luthervreemd referentiekader. Dan krijg je zinnen als: “Uiteindelijk drong zich aan hem de vraag op hoe er in de dubbele zin van zelfbeschikking en verantwoordelijkheid echt van menselijke vrijheid sprake kan zijn” (I, 9). En een paar bladzijden verder: “Luthers theologische reflecties over de vrije wil zijn voortgekomen uit zijn reflectie op het zelf van de menselijke ziel. Ik beleef mijzelf (en wil mijzelf beleven) als een vrij en verantwoordelijk subject, maar ik kan de verantwoordelijkheid niet dragen” (14/15). Alsof van meet af aan en zeker in een werk als De servo arbitrio de perspectieven van het sola gratia en het solus Christus niet doorslaggevend zijn geweest bij de plaatsbepaling van de menselijke wil coram Deo.

De soteriologie levert de kaders voor de antropologie. Omdat de verlossing door Christus geen half werk betreft, moet ook de verlorenheid totaal en radicaal worden genomen. Juist de hier aangeboden vertalingen maken nog eens opnieuw duidelijk hoe ook in het academische werk van Luther de toon vaak existentieel, direct, confronterend en polemisch is. Niet afstandelijk, met sofistische en rustig afgewogen bespiegelingen over de menselijke vermogens, maar soms geduldig en dan weer heel ongeduldig dringend naar die ene onderscheiding waar in het licht van het evangelie alles op aankomt en alles mee staat en valt: het mens-zijn van de mens en het God-zijn van God. Bij Luther zijn theologie en theoloog nooit los van elkaar verkrijgbaar.

Maar zoals gezegd, de inhoudelijke introductie is summier gehouden en secundair van karakter. Het gaat om de teksten van de geleerde Luther zelf. Die kunnen nu ook in het Nederlands volop voor zichzelf spreken en zo makkelijker meedoen in het theologische debat te onzent. Dat op zich zal deze uitgave voor menig theoloog tot een waardevolle aanwinst in de bibliotheek maken. Het zeer te betreuren gegeven dat tegenwoordig in het theologisch onderwijs veel mensen de Duitse taal niet meer goed kunnen lezen en daardoor in de praktijk slecht uit de voeten zullen kunnen met bijvoorbeeld de genoemde Studienausgabe uit Leipzig, zal ongetwijfeld mee hebben gewogen in de wenselijkheid en totstandkoming van dit driedelige werk, die we misschien de Eindhovense Uitgave mogen noemen, naar analogie van de bekende Weimarer Ausgaube (en daaropvolgende als de Bonner, Münchener, Berliner en Leipziger Ausgaben).

Tegelijk laat in retrospectief de vraag zich niet helemaal onderdrukken of het voor de kleine en krimpende Nederlandse markt niet een beetje veel van het goede is geweest: twee teams die allebei hun eigen vertaalwerk hebben afgeleverd, waaronder flinke doublures zoals De servo arbitrio. Je kunt er in bonam partem de zegen van academische diversiteit en productiviteit in zien, maar in malam partem ook een onnodige verspilling van menselijke middelen. Of en in hoeverre de beide vertaalgroepen hun werk op elkaar afgestemd hebben, is mij niet bekend, maar een verwijzing naar het eerder verschenen Luther Verzameld kwam ik niet tegen. Neemt niet weg dat de felicitatie voor Matthias en zijn medewerkers volop blijft staan. De oogst van het Lutherjubileum is groot geweest en heeft ons een rijke opbrengst aan vertalingen gebracht waar breed uit te putten valt. Iets om dankbaar te memoreren. Met de vertaalde, Nederlandse Luther kunnen we voorlopig weer jaren vooruit, thuis en op de universiteit. Of het helpen zal de “Luthervergessenheit” te keren? Laten we het hopen.

Eelco van der Veer

Markus Matthias (red.), Maarten Luther, deel I Theologische antropologie en deel II Soteriologie, Damon 2017/18 (€ 59,90 per deel).

In de Waagschaal, jaargang 28, nr. 10. 12 oktober 2019