David Pinto over vluchtelingen en integratie

logoIdW

 

 

In de talkshow Pauw van 15 oktober stelde rabbijn Yanki Jacobs dat het niet wenselijk is om een vluchtelingencentrum te vestigen nabij de Joodse wijk Buitenveldert. Een wijk waar de Joodse scholen al zwaar beveiligd moet worden uit vrees voor antisemitisch geweld is niet de meest ideale plek om vluchtelingen op te vangen die in meerderheid islamitisch zijn. De idealen van gastvrijheid en solidariteit stuiten op de realiteit van concreet antisemitisme. Volgens David Pinto, emeritus hoogleraar interculturele communicatie aan de Universiteit van Amsterdam, komen met de vluchtelingen ook dieperliggende cultuurconflicten mee.

Vluchtelingen

In het kantoor van zijn Intercultureel Instituut in Amsterdam Zuid spreekt Pinto zijn ergernis uit over de discussie zoals deze ook de joodse gemeenschap in Amsterdam en Amstelveen verdeelt. De bereidheid om zonder onderscheid vluchtelingen op te nemen vindt hij naïef. Opgegroeid in Marokko weet hij wat het is om in een Islamitische omgeving te leven. Als jongeman emigreerde hij naar Israel. In 1967 werd hij als hospik ingezet in de zesdaagse oorlog. Ervaringen die hem ervan weerhouden lichtvaardig over de conflicten in die regio te spreken en over de gevolgen daarvan, zoals die zich nu in de vluchtelingencrisis aandienen. De zorgen van Jacobs zijn reëel. Het volstaat niet te verwijzen naar wat de Bijbel over vluchtelingen zegt, zoals journalist Max van Weezel deed in de Volkskrant. ‘De Thora kent geen moslims en geen Koran waarin wordt opgeroepen om Joden te doden.’ Pinto wantrouwt ook het beroep op de geschiedenis waarmee Nederland wordt voorgesteld als een land waar vreemdelingen altijd welkom zijn geweest. ‘De Joodse vluchtelingen uit de jaren ’30 van de twintigste eeuw kun je niet vergelijken met de vluchtelingen die nu naar Nederland komen. De immigranten die nu in grote getale uit het Midden Oosten komen staan vaak ronduit vijandig tegenover de westerse cultuur.’ Wanneer wij te maken zouden hebben met Belgische vluchtelingen zoals tijdens de Eerste Wereldoorlog of Franse protestanten, zoals in de 17e eeuw, zou een dergelijk cultuurconflict zich niet voordoen.

Integratie of participatie?

In zijn boekenkast staat een imposante Talmud collectie. Na zijn studie semitica stond Pinto op het punt om als promovendus bij prof. A.S. van der Woude aan de slag te gaan. In plaats van een promotieonderzoek naar de tempelrol uit Qumran ging hij zich toeleggen op interculturele communicatie, wat leidde tot zijn promotie aan de Rijksuniversiteit Groningen in 1993. Van 1998 tot 2005 was hij bijzonder hoogleraar interculturele communicatie aan de Universiteit van Amsterdam. Voor Pinto kwamen ook de grenzen van de multiculturele samenleving in zicht. Hij introduceerde de term ‘doodknuffelen’, waarmee hij uitdrukte dat de integratiepolitiek zwakke en afhankelijke burgers kweekte. Het beleid zou zich niet moeten richten op integratie, maar op participatie. Enerzijds hekelt Pinto de linkse politieke correctheid die niet in staat is de gevaren te benoemen. Anderzijds bewaart hij afstand tot de lijn die door Wilders wordt voorgestaan. Toen hij in 2002 door de LPF gevraagd werd als minister van Integratie in het eerste kabinet Balkenende bedankte hij voor deze positie. Het standpunt ten aanzien van immigranten vond hij te hard.

De vooronderstellingen waarop de Nederlandse integratiepolitiek zich richtte waren in zijn ogen typisch westers. Hij maakt dit duidelijk aan de hand van de klassieke ‘piramide van Maslow’. Daarin geldt zelfontplooiing als hoogste waarde. Voor westerse mensen is dat herkenbaar en hun solidariteit met immigranten is vaak gebaseerd op de aanname dat die waarden gedeeld zijn. Maar dat is vaak een kwestie van attributie, toeschrijving. Immigranten uit het Midden Oosten hebben vaak een premodern waardenpatroon, waarmee hij bedoelt dat niet individuele vrijheid, maar het collectief richtinggevend is. Voor hen geldt een piramide waarin eer geldt als hoogste waarde. De Islam stelt ons dus wel degelijk voor problemen. ‘Nederlandse Joden zijn er steeds in geslaagd enerzijds hun culturele en religieuze identiteit te behouden en zich anderzijds aan te passen aan de context waarin zij leefden. Geen Jood zal betogen dat iemand die op de Sabbat werkt gestenigd moet worden. In de Islam is dat anders. ‘Het is precies de combinatie van een rigide islamitische leer en het voormoderne waardepatroon die een gevaarlijk cocktail oplevert.’

Oplossingen

Volgens Pinto ontbreekt het veel politici aan lef om de echte problemen te benoemen. Zelfs al zou de oorlog in Syrië binnenkort over zijn, dan nog blijft de migratiestroom doorgaan. Die heeft te maken met de structurele verschillen in welvaart tussen het Midden-Oosten en Afrika enerzijds en Europa anderzijds. Pinto pleit niet voor het sluiten van de grenzen. De overheid moet doen wat nodig is om mensen in nood op te vangen. ‘Mensen moeten zich hier veilig weten, ze hoeven hier niet bang te zijn voor geweld en vervolging, maar wij zullen nooit onze identiteit en onze kernwaarden opgeven.’ Ook meent Pinto dat de samenleving hier niet mee belast hoeft te worden. ‘Waarom moet je 1500 vluchtelingen opvangen in een dorpje als Oranje?’ De voortdurende discussie om toestemming van burgemeesters en het draagvlak onder de bevolking staan een effectieve aanpak in de weg. Pinto zou het liever anders zien. ‘Ik pleit voor een enclave voor vluchtelingen. Wijs één plek aan in Nederland waar mensen kunnen worden opgevangen. De boodschap naar de immigranten moet duidelijk zijn. Als je uit Aleppo naar Nederland komt, kom je niet in het land van melk en honing, maar in het Nederlandse Aleppo. In New York wonen ook duizenden Chinezen in Chinatown, in Amstelveen wonen honderden Japanners. Zijn die geïntegreerd? Ook zouden christenen, soennieten en sjiieten apart moeten worden opgevangen. Hou op met integreren. Hou op met mensen dingen door de strot te duwen die ze helemaal niet willen.’ Ook wat premier Rutte het asielshoppen heeft genoemd is een doorn in het oog voor Pinto. ‘Aan de buitengrenzen zouden we vluchtelingen centraal kunnen registreren. Ga uit van wat mensen kunnen. Kijk naar wat mensen kunnen bijdragen, als loodgieter of elektricien en laat ze doorreizen naar landen waar daar behoefte aan is.’

Links-rechts tegenstelling

Paul Witteman vroeg zich onlangs in de Vara Gids af of ‘de strijd tussen soennieten en sjiieten, oorzaak van veel ellende in het Midden-Oosten, ook meegenomen is naar de polder’ en sprak de vrees uit dat ‘het multiculturele drama daarmee een geheel nieuwe dimensie zal krijgen.’ Met de voorspelling van de Verenigde Naties dat in 2016 nog eens 3 miljoen vluchtelingen in Europa asiel zullen aanvragen, worden deze vragen alleen maar urgenter. Pinto’s oplossingen zullen niet iedereen overtuigen, maar de problemen die hij signaleert overstijgen de traditionele tegenstellingen van linkse en rechtse politiek en beperken zich niet tot Oranje en Buitenveldert.

Henk-Jan Prosman