Commentaar (Trump)

logoIdW

 

Obama beloofde ‘change’, Trump doet het. Daar is en wordt deze dagen veel over geschreven. Er is alle reden tot zorg. De verontrusting wordt op grote schaal geuit. In Amerika, maar ook elders wordt massaal gedemonstreerd. Hoewel ik er sympathie voor heb, is er iets dat mij in het protest hindert.

Al decennia weten we van de onvrede in brede lagen van onze samenleving. Als ik de ‘boze, blanke man’ uit Amerika hoor spreken, hoor ik hetzelfde wat ik in Crooswijk en andere Rotterdamse oude wijken in de jaren ’80 en ’90 opving. Sindsdien was het bij elke verkiezing een terugkerend refrein. We moeten beter naar die geluiden luisteren. We zeiden het wel, maar de politiek ging verder waar zij gebleven was. Ik verwijt het de politici niet. Ook ikzelf heb het antwoord niet. Ook ikzelf koos uiteindelijk toch voor de internationale orde, voor ‘Brussel’. Ook ik kwam klem te zitten tussen mededogen met vluchtelingen en opkomen voor de verliezers in de samenleving.

Met Trump heeft deze vergeten groep een stem gekregen, toegegeven de verkeerde, één die op een dwaalspoor leidt. Allemaal waar, maar niet te ontkennen valt dat juist deze stem de harten van veel ‘vergetenen’ met hoop vult. Hun woede, verbittering krijgen letterlijk een gezicht in deze president. Hij neemt het op tegen de krachten waar zij machteloos tegen zijn. Het merkwaardige feit dat hij zelf bij uitstek van juist die krachten geprofiteerd heeft, wordt op de koop toe genomen.

Moet daar dan niet tegen gedemonstreerd worden, juist ook omdat de kans groot is, dat de ‘vergetenen’ opnieuw verraden worden? Zeker, alternatieven die werkelijk in hun belang zijn, zijn dringend nodig. Alleen, dat gaat niet zonder het serieus nemen van het sentiment dat Trump losmaakt. Laat ik het theologisch zeggen. Wat er nu met kracht loskomt aan woede is een oordeel over de bestaande orde waarin ook ik mij wel bevond. Een oordeel Gods? Ik durf het haast niet te zeggen, maar moet dat toch niet gezegd worden? Pas als we dat oordeel serieus nemen en aanvaarden, komt er energie vrij voor werkelijke verandering, ruimte voor het gelijk van de ‘vergetenen’. Dit besef ontbreekt te veel in de protesten die nu gehoord worden. Dat kan niet anders dan een nog grotere tweedeling veroorzaken. Dan zijn we nog verder van huis.

Om het met Barth te zeggen: “Laat iedereen die niet in staat is iets ‘tegen’ anderen te zeggen zonder tegelijk met zichzelf af te rekenen zijn mond houden in de gemeente” (RII, 414/408).

At Polhuis