Commentaar – Preek eens over de duivel

logoIdW

Ooit preekte ik als student over de verzoeking van Jezus in de woestijn; komt na de dienst een mevrouw naar mij toe, die zegt: ‘Fascinerend, hoe u over de Satan sprak. Het lijkt wel of u gelooft dat ie echt bestaat!’ Tsja, ik geloof dat ik dat ook doe, nog steeds. Sterker nog: er zijn dagen bij dat het bestaan van de Satan voor mij heel wat evidenter is dan dat van God.

            Toch zwijgt de kerk grotendeels over de Boze, die niet voor niets zelfs in het onze Vader voorkomt. Hetzelfde geldt voor de theologie. Dit kerkelijk en theologisch zwijgen bevreemdt mij steeds meer. Dat wordt nog versterkt door het feit, dat buiten de kerk om er overal over het Kwaad (met hoofdletter) gesproken wordt. Heel Netflix barst ervan uit zijn voegen (kijk eens naar Squid game!). Psychiaters en rechters weten ervan. (Een jongen die stemmen hoorde, vroeg mij: ‘gelooft u in demonen?’ Als ik ‘nee’ had gezegd, was ik hem volledig kwijt geweest.) En dan Halloween. Het is toch fascinerend dat dit rare ‘feest’ van bloeddoorlopen koppen en wandelende geraamtes zo in opkomst is. Het bewijst maar weer eens dat na het christendom geen leegte komt, geen neutraliteit, ook geen humanisme, maar nieuw heidendom. Halloween is het wolkje als eens mans hand, dat laat zien wat ons nog te wachten staat.

            Ik dacht altijd dat het dualisme, waarin de Satan echt een eigen plek krijgt, van vrij recente datum is. Tot ik laatst ging preken over de grote Verzoendag en stuitte op de bok ‘voor Azazel’ (Leviticus 16:8). De eerste bok daar, die geslacht wordt, is ‘voor JHWH’, de tweede, die de woestijn in gestuurd wordt, is ‘voor Azazel’. Van Azazel weten we alleen dat het een woestijndemon was, verder is er helaas nauwelijks iets over bekend. Maar wat we hier dus lezen, is dat er in zekere zin niet alleen aan God geofferd wordt, maar ook aan de Boze. De zonde wordt daar gebracht waar hij thuishoort: in het doodse land, bij de demon. Leviticus zegt niet: die kwade wereld bestaat niet. Ook niet: die kwade wereld wordt overwonnen. Nee, verzoening is geen overwinning, maar scheiding. Er is de wereld van God, het goede en het verbond. Daarbuiten is de wereld van zonde, dood en Duivel. In zekere zin houdt de eerste de tweede in stand. De liturgie voert de Duivel – met de zonde. En houdt hem juist zo buiten de deur. Een extreem ‘primitieve’ manier van denken! Maar als wij gaan denken dat wij verder zijn en méér kunnen met de Boze dan hem onze zonden te vreten geven – dán gaat het pas mis.

Willem Maarten Dekker

In de Waagschaal, jaargang 50, nr. 12. 11 december 2021