Commentaar, Oikofobie of zelfkritiek

logoIdW

Oikofobie of zelfkritiek?

Pijnlijk ironisch was het, dat de aanslag in Halle nu juist op Jom Kippoer plaatsvond, op Grote Verzoendag: de dag waarop iedereen nog eens in de spiegel kijkt en zich afvraagt: wie heb ik pijn gedaan en hoe valt dat goed te maken? Een zeer zelfkritisch feest dus, waarop nota bene het boekje Jona wordt gelezen. De synagoge kijkt daarmee in de lachspiegel van de vrome profeet die niet werkelijk hoopt of gelooft dat de heidenen zich kunnen bekeren, en tegelijk maar al te bang is dat JHWH ook voor anderen een barmhartig God blijkt.

Dat ongemeen kritische verhaal staat in de bijbel niet op zichzelf. Welk volk of welke godsdienstige groepering heeft een verhaal dat zó zelfkritisch is en waarin zo de eigen onmacht, de eigen onmogelijkheid centraal staat? De synagoge (en in haar voetspoor als het goed is ook de kerk!) leest in de Torah over zichzelf als onhandig, onwillig en onmogelijk volk, dat maar niet beantwoorden kan aan de liefde van degene die hen uit het slavenhuis bevrijdt. Het Nieuwe Testament is, ten principale, niet veel anders met de vrome farizeeërs die het Jezus verbieden om op de sabbat mensen te bevrijden van ziekte. En ook de inner circle van Jezus komt er bepaald niet goed van af, met Petrus en Judas voorop.

Dat is dus de paradox van die zogenaamde ‘joods-christelijke’ traditie waarvan velen menen dat die verdedigd moet worden tegen de ‘oikofobie’ van cultuurmarxisten en multiculturele ‘dhimmi’s’. Die bijbelse verhaaltraditie breekt de eigen goden en identiteiten juist af, en staat open voor de mogelijkheid dat de heiden (Ruth, Rachab) meer van het Godsrijk waarmaakt dan de vrome gelovige.

Paradoxaal genoeg heeft juist de christelijke traditie, met haar ‘waarheid’ in de hand, hele volkeren gekoloniseerd en uitgemoord – en zo haar eigen verhaal verkwanseld. Het is verbijsterend dat elke poging om eens in de spiegel te kijken en ons af te vragen waar wij zelf fout zaten, nu wordt geframed als oikofobie, in naam van de ‘joods-christelijke’ traditie. Haar hart wordt juist gevormd door wat mensen als Baudet en Cliteur wel de ‘weg-met-ons-mentaliteit’ noemen. Was het daarom uit die hoek zo opvallend stil na de extreemrechtse en antisemitische aanslag in Halle? Het is maar de vraag of de strijd tegen het antisemitisme in goede handen is bij hen die zo vol vuur de ‘joods-christelijke traditie’ verdedigen. Zelfspot en zelfkritiek vormen het hart van die traditie. Wie dat opgeeft, geeft Nederland en Europa cultureel pas écht op.

Mirjam Elbers

In de Waagschaal, jaargang 48, nr. 11. 9 november 2019