Commentaar – Luisteren naar de geschiedenis

logoIdW

De geschiedbeoefening, aldus historicus Frank Ankersmit, bevindt zich tussen de polen van de historische ervaring en het historische inzicht. In de historische ervaring verschijnt de geschiedenis als een aan alle bestudering en interpretatie voorafgaande werkelijkheid. In het historische inzicht is de geschiedenis onderworpen aan ons verstaan ervan.

Hoewel de belangstelling voor de geschiedenis al jaren groot is (denk aan de vele bestsellers over historische onderwerpen van de afgelopen jaren, de talrijke historische magazines met hun goedbezochte lezersdagen en de programma’s ‘OVT’ en ‘Andere tijden’ op radio en TV), kun je je afvragen in hoeverre achter onze bemoeienis met de geschiedenis zoiets schuilgaat als ‘historische ervaring’. Voor veel groepen en auteurs is de geschiedenis in de eerste plaats het schouwtoneel van ontwikkelingen die vanuit het gezichtspunt van deze tijd te laken of te prijzen zijn. Zelfs de voorzichtigste historicus verliest gemakkelijk het besef dat de geschiedenis zich uiteindelijk aan ons begrip en oordeel onttrekt. Toch kan geschiedschrijving die ‘zonder toorn en voorliefde’ (Tacitus) beoefend wordt dit besef niet missen. Het feit dat er geschiedenis is en dat wij met onze tijd voortkomen uit mensen en tijden die wij niet hebben gekend of gemaakt, moet de historicus bescheiden stemmen.

Als het voorgaande juist is en geschiedbeoefening niet zonder ‘historische sensatie’ (Huizinga) kan, is het te hopen dat leerkrachten die op de basisschool geschiedenis geven de recente NTR-serie ‘Welkom in de Middeleeuwen’ links laten liggen. In deze televisieserie, die kinderen via sketches invoert in het tijdvak van kerstening, kloosters en kruistochten, verdwijnt die periode onder een dikke laag 21e-eeuwse preoccupaties met hygiëne, religie, macht en seks. Volwassenen die nog vaag weten dat Bonifatius, Karel de Grote en Franciscus groten uit de geschiedenis zijn, zullen wellicht begrijpen dat de NTR satire bedrijft (maar waarom eigenlijk?), kinderen die voor de eerste keer deze namen horen, zullen echter concluderen dat we behalve van de apen ook van idioten afstammen. Wat het geschiedenisonderwijs daarmee opschiet, is een raadsel.

In zijn recente kersttoespraak sprak koning Willem-Alexander over de vele indringende en soms ook tegenstrijdige verhalen die hij de laatste tijd had gehoord. De vrijheid om deze verhalen te vertellen noemde hij een groot goed. Maar, vervolgde hij, het recht op meningsuiting veronderstelt de bereidheid om naar meningen te luisteren. Zonder de bereidheid tot luisteren is het vertellen van verhalen niet langer geloofwaardig als een poging tot het zoeken van contact en begrip. Dit wijze inzicht geldt ook voor wie zich bezighouden met het verleden.

Udo Doedens

In de Waagschaal, jaargang 51, nr. 2, 5 februari 2022