Commentaar – In transitie

logoIdW

                Maxim Februari vind ik een van de interessantste Nederlandse columnisten omdat hij zo intelligent, grappig en indringend maatschappelijk zaken aankaart waar we met z’n allen meestal liever de ogen voor sluiten, zoals de macht van private bedrijven over ons geld (credit cards) en onze data. En zijn boek Klont kan ik iedereen aanraden.

                Dat de datum van zijn Zomergastenaflevering al maanden in mijn agenda stond, had dus niet te maken met het feit dat hij voorheen Marjolijn Februari heette en een vrouw was. Dat leek en lijkt mij een privé-kwestie die ik naar de aard der zaak niet kan navoelen maar wel respecteer. Toch kwam deze kwestie even voorbij in het programma. Hij liet een aangrijpend fragment zien van concertpianist(e) Sara Davis Buechner die van man vrouw was geworden, waarin zij vertelde dat het (toen zij nog man was) voelde alsof er iemand anders in zijn binnenste gevangen zat en zich vasthield aan de ribben alsof het tralies waren. Het liet me niet meer los. Wat is het dat we doen als we mensen toestaan van geslacht te veranderen? Is dat een bevrijding (zoals voor Februari en Buechner) of kan het ook misgaan? En wie houdt daar eigenlijk toezicht op?

                Een week na deze uitzending sprak ik een psycholoog die werkt bij een van de begeleidingscentra voor gendertransities. Zijn kritiek op de huidige protocollen voor professionele psychologische begeleiding verontrustte mij. Hoe zorgvuldig is de begeleiding van transgenders eigenlijk in ons land, en wie is verantwoordelijk als iemand later (te laat) tot de ontdekking komt dat hij eigenlijk ‘alleen maar’ travestiet of homoseksueel was? Het zijn vragen die m.i. nauwelijks gesteld kunnen worden, uit angst om als bekrompen te boek staan of iemand zijn/haar bevrijding te ontzeggen. Maar zelfs op het bassischoolplein is gendertransitie ‘gewoon’ geworden, zo merk ik, en vragen kinderen elkaar of ze misschien jongen/meisje willen worden(?!). Anderzijds is het lastig voorstelbaar dat mensen zulke ingrijpende operaties ondergaan zonder een zeer heftige problematiek.

Voor de goede orde: ik geloof niet in de heiligheid en onaantastbaarheid van de natuur. Als we tumoren operatief verwijderen, groeischijven uit knieën snijden, bij mensen stukjes varkenshart implanteren, dan zie ik niet in waarom we geen mastectomie zouden kunnen verrichten – of verdergaande operaties. Maar dat moet wel heel zorgvuldig gebeuren. De ervaring leert dat zelfs zulke heftige ingrepen ‘mode-gevoelig’ zijn. Juist in een tijd waarin we niet meer vastzitten aan stereotype modellen voor mannen en vrouwen, verbaast me de normalisering van zulke ‘uiterste middelen’.

Mirjam Elbers

In de Waagschaal, jaargang 48, nr. 9. 14 september 2019