Commentaar – Het zwaard grijpen

logo-idW-oud

De snel opgekomen bereidheid van westerse landen om Oekraïne in zijn oorlog te steunen, dwingt ons stil te staan bij de blijvende 1-0 voorsprong van de pacifist. ‘Wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen.’

Er kunnen redenen zijn om naar het zwaard te grijpen en de wetenschap te trotseren dat het zich vroeg of laat tegen je keert. De belangrijkste is dat erger bloedvergieten voorkomen moet worden. Onschuldigen moeten worden beschermd tegen het geweld van de agressor.

De rekensommen echter die bewijzen dat het deelnemen aan een oorlog minder onschuldige slachtoffers kost dan het laten uitwoeden ervan lijken meer op een wilde gok. Reeds van de bombardementen op Duitsland en de atoombommen op Japan aan het einde van de Tweede Wereldoorlog kan men zich afvragen of de wens om onschuldige slachtoffers te beschermen niet een veelvoud aan onschuldige slachtoffers heeft veroorzaakt. Sinds 1945 is het wapentuig vele malen verwoestender geworden. Atoomwapens staan gebruiksklaar en conventionele wapens zijn ongemeen wreed en dodelijk. Bedenken we daarbij dat de regering Poetin opportunistisch en meedogenloos optreedt, dan rijst de vraag wat het zal kosten om dit regime met geweld te verslaan.

Een directe of, zoals nu, getrapte strijd met Rusland zal niet alleen zorgen voor onschuldige doden aan Russische zijde, maar ook voor extra hevige aanvallen van de Russen op hun tegenstanders, militairen en burgers. Is er, moeten we ons afvragen, onder de huidige omstandigheden een gerechtvaardigde oorlog mogelijk, een die ingegeven wordt door puur humanitaire overwegingen? En als de motivatie ‘onschuldige slachtoffers voorkomen’ onvoldoende gewaarborgd kan worden, zijn er dan nog geldige redenen over om naar het zwaard te grijpen? Links en rechts worden redenen genoemd: de wens om aan economische afhankelijkheid van Rusland te ontkomen en culturele zelfstandigheid te behouden, het belang om als Europa opnieuw een wereldmacht te worden tussen Azië en Amerika in, de wens om als afzonderlijk land binnen de EU leiderschap te tonen en de handhaving van internationaal recht en de soevereiniteit van democratische staten.

Maar wegen deze belangen op tegen een verlenging en verergering van de oorlog? We zullen in het westen moeten bedenken of wij ons met ons verzet tegen Rusland niet in feite verzetten tegen het verlies van privileges die voor ons niet levensnoodzakelijk zijn. Hoe zeker is het dat we met onze bereidheid ten oorlog te gaan het belang van de onschuldige burger dienen en niet dat van een bepaalde staat van leven die zo’n groot vergrijp als deelname aan een oorlog nooit rechtvaardigen kan?

Udo Doedens

In de Waagschaal, jaargang 51, nr. 4. 2 april 2022