Commentaar (Het einde van de Duitse boetecultuur)

logoIdW

 

De aanrandingen in Keulen en de discussies die daarna in Duitsland ontstaan zijn, betekenen het einde van de Duitse boetecultuur. Dat zal onvoorspelbare gevolgen hebben voor Europa.

In de afgelopen zeventig jaar waren Duitse intellectuelen en politici diep doordrongen van de grote historische verantwoordelijkheid die Duitsland na de Tweede Wereldoorlog had. Duitsland koos daarbij eenzelfde insteek als het volk Israël in de Babylonische ballingschap. Tijdens de ballingschap zei Israël: ‘het is onze eigen schuld dat we in ballingschap gevoerd zijn’. Op een gelijke wijze accepteerde Duitsland de platgebombardeerde steden, de verkrachtingen, verdrijvingen en bezettingen als een gericht over de eigen wandaden. En zoals Israël zich in de ballingschap opnieuw oriënteerde op God, zo oriënteerde Duitsland zich op de humanistische en democratische cultuur van Europa.

Meewerken aan een hechte Europese unie was een belangrijke onderdeel daarvan. Ook toen de Europese idealen in andere landen de afgelopen jaren verbleekten en er naar Europa vooral gekeken werd vanuit het oogpunt: ‘wat levert het ons op’, bleef Duitsland vasthouden aan de idealen van broederschap en ‘Nooit meer Verdun’. Het heeft daarvoor de eigen economische trots, de D-mark, opgegeven en Griekenland met miljarden gesteund. Het heeft zich laten welgevallen dat omringende landen de Duitsers voortdurend en weinig fijnzinnig aan het verleden herinnerden.

De laatste jaren zijn de Duitsers trotser geworden op hun land. De hartelijke verwelkoming van vluchtelingen had weliswaar nog een element van boete – ‘wij Duitsers moeten dit doen’ – maar moest vooral als een trots bewijs van Duitslands geslaagde bekering dienen: ‘zo doen we dit tegenwoordig in Duitsland’. Juist op dat moment is de boetecultuur tegen haar grenzen aangelopen. Een miljoen vluchtelingen uit Islamitische landen in 2015 en geen reëel uitzicht op een vermindering bleek een ethische overstretch. De reacties op ‘Keulen’ hebben duidelijk gemaakt dat Duitsland de massale aanranding van vrouwen niet meer als een gericht ervaart, dat boetvaardig gedragen moet worden.

‘Keulen’ markeert het einde van de Duitse boetecultuur. Op zich is dat niet erg. Ook Israël boette niet langer dan zeventig jaar. ‘Nooit meer Auschwitz’ betekent ook niet oneindig boete doen voor Auschwitz. ‘Nooit meer Auschwitz’ is een politieke en culturele opdracht om een herhaling van Auschwitz te voorkomen. De vraag is alleen wat er voor de Duitse boetecultuur in de plaats komt. In Europa zijn nauwelijks andere culturele en politieke krachten dan de kortzichtige politiek van het eigen voordeel. Wat gaat het betekenen als ook Duitsland zich daarop gaat oriënteren? Dat is lastig te voorspellen, maar ik ben er niet gerust op.

Coen Wessel