Commentaar – Het abortus-debat

logoIdW

In de VS en elders in de wereld staat het recht op abortus onder druk. Ook in Nederland is er meer debat, vooral doordat van conservatieve en christelijke zijde kritiek blijft op de abortus-praktijk. Op zichzelf is debat een goede zaak: morele kwesties staan niet los van de maatschappelijke context en verandering van relevante omstandigheden vraagt om een nieuwe ethische afweging. Spijtig genoeg gebeurt dat laatste zelden. Men blijft bij eerder ingenomen standpunten, met de bijbehorende argumenten. Vaak ontbreekt het aan het vermogen of de bereidheid om de zaak op een andere, nieuwe manier te bekijken, aan een bredere blik, morele verbeeldingskracht. Het abortus-debat stemt daarom vaak zo droevig: het speelt zich geheel af tussen verklaarde voor- en tegenstanders, met veelal een vast arsenaal aan argumenten. Men strijdt vanuit ingegraven posities, vooral in termen van rechten. De één ziet abortus als verworvenheid en mensenrecht, en nauwelijks nog als morele kwestie. De ander ontwaart een groot, soms bijna absoluut kwaad.

De strijd voor het recht op abortus was een morele strijd, om wezenlijke morele waarden als zelfbeschikking en lichamelijke integriteit van vrouwen. Een gerechtvaardigde emancipatoire strijd, een strijd ook tegen onveilige abortussen. Bij het ‘baas in eigen buik’, bij die individuele zelfbeschikking waren echter altijd al wel vragen te stellen. Dat is in toenemende mate zo. De huidige tijd stelt de vraag naar de verantwoordelijkheid van mannen op een nieuwe manier (o.a. mannelijke anticonceptie: waarom geen mannen-pil?). Maar de huidige tijd met haar uitdagingen vraagt om een bredere blik dan alleen de geïsoleerde kwestie zwangerschapsafbreking. Wat is het leven, het goede leven? We zouden moeten spreken over het verband tussen seksualiteit, vitaliteit en ‘nataliteit’: over hoe het leven geleefd en gevierd wordt en hoe het voortgaat. Anders en indringender dan in de jaren 60-70 is onze omgang met toekomstige generaties actueel. Opmerkelijk aan het abortus-debat is dat tegenstanders – beschermwaardigheid van het ongeboren leven! – veelal voor de ecologische condities van dat toekomstige leven minder aandacht hebben. Omgekeerd komt het afdrijven van de kiem van toekomstig leven (dat onwelgevallig en onwelkom is door de belasting die het betekent), ook in een ander licht te staan. Al zullen betrokkenen die afweging zelden lichtzinnig maken, toch is de vraag: is die voorrang van het eigen leven nu – ‘alles eruit halen wat erin zit’; de bucket-list enz. – niet een bepalende onderliggende houding in onze samenleving, en één die inmiddels gebleken is niet houdbaar, niet duurzaam te zijn? Hoe welkom is toekomstig leven? Wat mag het ons kosten?

Coen Constandse

Un de Waagschaal, jaargang 51, nr. 7. 2 juli 2022