Commentaar – De samenleving als helpdesk

logoIdW

Al vóór de Coronacrisis leefden we in een hulpvaardig land. Raadpleeg internet of huis-aan-huisblad en je vindt allerlei mensen die je maar hoeft aan te klikken of op te bellen en je hulpvraag wordt… in behandeling genomen. Ook de kerk werkt met hulpvaardigen, vrijwilligers genaamd, die afhankelijk van zin, tijd en gezondheid graag een taak vervullen. Hulpvaardigheid is niet het probleem.

Ook niet in het geval van de oudere alleenstaande zonder kinderen. Zij wil graag af en toe haar neefjes en nichtjes zien. ‘Geen probleem, tante,’ zeggen die, ‘je hoeft maar te bellen en we staan voor je klaar.’ Volgens tante is er op de nichtjes en neefjes niets aan te merken. Het zijn lieve, begaafde jonge mensen, altijd even hartelijk als ze bij je zijn. Maar zij belt ze niet. Waarom niet? Omdat zij, als ze hun aandacht vraagt, haar behoefte aan hulp of gewoon aan gezelligheid – want behoefte aan contact heeft soms banale oorzaken – samen met hun beweegredenen in een weegschaal legt. En iets zegt haar dat haar behoefte dan niet de doorslag geeft.

Hoe lief de neefjes en nichtjes ook zijn, ze delen in het manco van talloze hulpvaardige mensen en instellingen: hun hulp is extra. Het zijn kometen die hun eigen banen trekken. Zou je je stil houden, dan komen ze op hun tijd vriendelijk zwaaiend jouw planeet voorbij, maar uit zichzelf zouden ze niet bij je stoppen. Pas als je ze bij hun staart grijpt, remmen ze af. Ze doen het graag, hoor, maar als je ze loslaat, verdwijnen ze weer.

Dat hulp op deze manier functioneert, is typisch voor onze vraaggestuurde samenleving. Wij doen dingen omdat aan ons wordt getrokken. Oude tantes hoeven niet hard te trekken en wie aanklopt bij een hulporganisatie evenmin, maar als je de aandacht van onbekenden wilt vangen, moet je hard je best doen.

Is een andere wijze van hulpbetoon denkbaar? Nou en of. Hulp zou ook deel kunnen uitmaken van ons aanbod. In plaats van op kometen zouden wij kunnen lijken op de kinderen van Het ministerie van oplossingen. In dit spannende kinderboek zijn kinderen in het geheim ambtenaar van het internationale Ministerie van Oplossingen. Het doel van dit ministerie is helpen. Helpen volgens vijf regels. De derde regel is cruciaal: ‘We vinden zelf problemen’. Dat wil zeggen: helpen zit in ons systeem en als er toch een hulpvraag komt, zijn wij al met helpen bezig. Werkte het niet ook zo bij de Barmhartige Samaritaan?

Udo Doedens

In de Waagschaal, jaargang 49, nr. 8. 22 augustus 2020