Commentaar (De Kristallnachtherdenking)

logoIdW

 

Joodse organisaties hebben Arjan Plaisier overgehaald om niet te spreken op een Kristallnachtherdenking. Deze herdenking wordt ondersteund door organisaties die weinig afstand houden tot Hamas of betrokken waren bij pro-Palestijnse demonstraties waar antisemitische incidenten plaats hadden.

Palestijnse activisten van het eerste uur zullen het betreuren, maar wereldwijd komt de pro-Palestijnse strijd steeds meer in antisemitisch vaarwater terecht. Een belangrijke oorzaak is dat de seculiere krachten in de Arabische wereld terrein verliezen aan radicaal Islamitische bewegingen als de Moslimbroederschap, Isis, Hamas en Hezbollah. Deze bewegingen hebben een onversneden antisemitische agenda. Wereldwijd resoneert dat in een in elkaar overvloeien van Islamitisch zelfbewustzijn, pro-Palestijnse agitatie en antisemitische incidenten. De man die in Syrië tegen Assad had gevochten schoot bezoekers van het Joodse museum in Brussel neer. Tijdens een pro-Palestijnse demonstratie in de Schilderswijk werd een Isisvlag meegevoerd. Al eerder werden tijdens een pro-Palestijnse demonstraties antisemitische leuzen geroepen.

De genoemde Kristallnachtherdenking wil een brede les trekken uit de Kristallnacht. De herdenking staat daarom ook in het teken van verzet tegen racisme en ‘Islamofobie’. Die brede les heeft zijn goede kanten, maar het gevaar is dat het specifieke van het Joodse lijden vervluchtigt. Met als volgende stap dat die algemene les tegen Joden en tegen Israël gekeerd wordt. Internationaal gebeurt dat voortdurend. Israël wordt vergeleken met Nazi-Duitsland. Synagoges worden beklad met hakenkruizen, ‘Israël pleegt genocide’ (Abbas), ‘Israël overtreft Hitler in barbarij’ (Erdogan).

Tijdens de Kristallnachtherdenking van 2014 hield hoogleraar Ido de Haan een uitstekend verhaal. Maar imam Elforkani vloog precies op dit punt uit de bocht. Hij keerde zich duidelijk tegen antisemitisme maar zei ook: ‘Ja er is antisemitisme, ja er is Islamofobie. Moslims moeten op zichzelf reflecteren en ik vraag aan onze Joodse broeders dat ook te doen’.  Joden, die een terechte angst hebben voor aanslagen van radicale moslims op synagoges en Joodse scholen, krijgen zo tijdens de herdenking van de Kristallnachtpogrom te horen dat zij niet zo ziekelijk bang (‘Islamofoob’) moeten zijn voor moslims.

Kerk in Actie heeft op eigen initiatief meegedaan aan deze Kristallnachtherdenking en heeft ook financieel bijgedragen terwijl men wist dat de meeste Joodse organisaties deze herdenking juist niet steunen en al een aantal jaar een eigen herdenking organiseren. Het is raar om mee te willen doen aan een Kristallnachtherdenking en niet eerst met Joodse organisaties om de tafel te gaan. Of kan Kerk in Actie niet uit de voeten met een op Joden toegespitste herdenking? Is een Jood niet algemeen genoeg? Wil Kerk in Actie alleen humanistisch universeel bezig zijn? Komt daarom de solidariteit met vervolgde christenen – ook een heel specifieke groep – zo moeizaam van de grond? En heeft Kerk in Actie wel in de gaten hoezeer gewelddadig moslimfundamentalisme nationale en internationale verhoudingen veranderd en vergiftigd heeft?

Coen Wessel