Commentaar (Broodnodige arrogantie voor de PvdA)

logoIdW

 

De arrogantie van de sociaaldemocratie heeft oude papieren. Ze komt voort uit de bevlogen gedachte dat de sociaaldemocratie de weg naar de toekomst wijst en die toekomst nu al belichaamt. Alle anderen zijn daarom uiteindelijk moreel slecht (VVD, CDA), ouderwets en belachelijk (CDA, Christendom) of te onbeduidend om rekening mee te houden (GroenLinks). Maar nadat de PvdA zich in de jaren negentig in de fuik van internationalisering, individualisering en liberalisering verstrikte, raakte de toekomst en daarmee de inhoud uit zicht en bleef alleen de arrogantie over. De verkiezingscampagne van 2012 was daarbij een dieptepunt. De afkeer van de VVD werd tot grote hoogte opgestookt. Vervolgens werd met een groot dedain voor de eigen kiezers ‘in het landsbelang’ een regering met de VVD gevormd die een bezuinigingsprogramma uitvoerde dat volgens de econoom Coen Teulings onze economie 80 miljard gekost heeft. In het debat rond identiteit en integratie raakte de PvdA zo de weg kwijt dat ze zowel allochtonen als autochtonen van zich vervreemdde.

Het was natuurlijk ook lastig om een goede koers te bepalen. De partij moest reageren op individualisering, internationalisering, een snel veranderende arbeidsmarkt en tegelijkertijd op de reactie die dat oproept: de roep om gemeenschap en identiteit. De nog grotere onmacht van het FNV om op veranderende arbeidsverhoudingen te reageren of zelfs maar om zichzelf te besturen hielp daarbij ook niet.

Er is toekomst voor de PvdA. Maar dan moet er opnieuw een visie voor ons land komen. Het moet dan gaan over de echt grote vragen: waar gaan we naar toe, wie willen we zijn. In de tijd dat In de Waagschaal werd opgericht formuleerde Banning een sociaaldemocratische mensheidsideaal over de samenhang tussen de zedelijke ontwikkeling van een vrij individu en de ontwikkeling van een zedelijke gemeenschap. Hij durfde het om mens en gemeenschap niet aan hun vrijheid over te laten, maar om morele en culturele lijnen uit te zetten. Hij sprak over de verbondenheid van persoonlijke en culturele identiteit. Precies als Banning hoeft het niet, maar er moet wel een vergelijkbare visie komen. Eentje die aansluit aan bij wat de Europese cultuur wil doen: een mens verheffen en een gemeenschap creëren waarin recht, rechtvaardigheid en culturele ontwikkeling centraal staan. Ook daar zit arrogantie in want er worden grenzen en richting aan een mens gegeven. Maar zo’n broodnodige arrogantie heeft de kracht om opnieuw mensen uit verschillende groepen van de samenleving te verbinden en onze beschaving toekomst te geven.

Coen Wessel