Commentaar (Breuklijnen)

logoIdW

 

In de Scandinavische landen duurt de kabinetsformatie vaak niet langer dan een week. In Nederland zou dat ook moeten kunnen. De waarde van harde afspraken in het regeerakkoord is tenslotte relatief. Een deel van het Nederlandse beleid wordt niet in Den Haag bepaald, maar in Brussel of Berlijn. Begrotingstekorten of -overschotten zien er na een jaar weer anders uit. Internationale ontwikkelingen, rentestanden, olieprijzen en nieuwe technieken kunnen hele andere regeerscenario’s wenselijk maken.

Dat de Nederlandse kabinetsformatie zo lang geduurd heeft, ligt voor een deel aan de Haagse politieke cultuur. Maar het weerspiegelt ook de breuken in de samenleving en het wantrouwen dat er bestaat.

Grofweg zie ik vijf, elkaar vaak overlappende, breuklijnen door onze samenleving lopen. De eerste is die van een liberaal, levensgenietend individualisme versus een christelijk en gemeenschap-georiënteerd leven. Een tweede breuklijn is de sociaaleconomische tussen de hogere middenklasse en de rest van de bevolking. Direct hieraan verwant is de opleidingskloof tussen mensen die hoger onderwijs genoten hebben en de anderen. Een vierde breuklijn loopt tussen een kosmopolitisch georiënteerde levensstijl en een lokaal georiënteerd leven. Een vijfde is die tussen gevestigden en allochtone nieuwkomers.

De eerste opgave van het kabinet is er om te zorgen dat de kloven die er zijn niet dieper worden en liefst minder diep. Want vertrouwen is belangrijk. Het CDA-rapport ‘Wissels omzetten’ uit 2009 stelde dat een samenleving meer door ‘vertrouwen’ bij elkaar gehouden wordt dan door de wet of door ‘het volk’. Een ‘high trust’ samenleving biedt geborgenheid en voorkomt destructieve revoltes zoals Brexit. Dit kabinet heeft een redelijke samenstelling om het vertrouwen te bevorderen. In ieder geval zijn de groepen langs de culturele breuklijnen vertegenwoordigd en enigszins in evenwicht (D66,VVD versus CDA,CU). Zorgelijker is het ontbreken van duidelijke stemmen van de onderkant van de samenleving. Ik hoop dat het nieuwe kabinet desondanks ook inzet op woningbouw, werkgelegenheid, anti-discriminatie en arbeidsmarktbescherming.

De vereniging van deze culturele tegenpolen in dit kabinet heeft een risico. Progressief-liberale intellectuelen lopen nu al storm tegen het kabinet. Dat zal de komende jaren niet minder zijn. Columnisten, cabaretiers en journalisten zullen een permanente campagne voeren. De deelname van twee christelijke partijen is hun een te grote doorn in het oog. Ik hoop van harte dat het nieuwe kabinet niet onder deze stormen bezwijkt, maar ik houd 20 maart 2020 alvast vrij voor een spannende verkiezingsavond.

 

Coen Wessel