Commentaar (Begroting)

logoIdW

 

De komende jaren zal er in de Nederlandse politiek gesproken worden over het kader voor de Europese begrotingen in de periode 2021-2027. Niet het meest tot de verbeelding sprekende onderwerp. Ook gaat het in vergelijking met andere posten op de Nederlandse begroting om relatief geringe bedragen. In totaal om iets meer dan 1% van ons bruto nationaal inkomen. Toch zal het voorstel dat nu door de EU gedaan wordt ook in Nederland tot felle politieke debatten leiden. Zeker omdat de voorstellen een verhoging beogen van de Nederlandse bijdrage; een verhoging die volgens de Europese Commissie nodig is door het vertrek van Engeland uit de EU, maar vooral door de toegenomen taken van de EU, zoals grensbewaking en veiligheid.

De openingszet van Nederland is niet bemoedigend. Nederland wil volgens de regering niet meer, maar juist minder aan Europa uitgeven. Hoe dat te rijmen valt met de wens van Nederland om tot een restrictief Europees migratiebeleid te komen, moet in het debat maar duidelijk worden. Ik zie dat voorlopig nog niet. Dat is ook niet de reden waarom ik de openingszet van Nederland niet bemoedigend noem. Het gaat mij om de visie.

In 1946 formuleerde Karl Barth voorbeelden hoe Christenen vanuit het geloof zich in de politiek kunnen opstellen. Christenen zijn oecumenisch. Dat bepaalt hun handelen. Zij zoeken het beste voor de staat waarbinnen ze wonen, maar dat betekent niet dat de eigen staat het kader is waarbinnen gedacht wordt. Zij zullen zich, zo stelt Barth, altijd voor toenadering en samenwerken in groter verband inzetten.

In het debat over het Europese kader gaat het dus om meer dan technocratische maatregelen. Het gaat om meer dan de vraag of de Europese landbouw nu minder of juist meer gesubsidieerd moet worden. Het gaat om meer dan de vraag of de EU het goede instrument is om vrede en veiligheid in Europa te waarborgen. Allemaal vragen waarover de komende jaren grondig gediscussieerd moet worden, maar als niet de katholiciteit het kader is, maar nationale en lokale belangen, dan zijn die discussies schallend koper.

Barth rekende het bewaken van de katholiciteit tot de taken van Christenen en kerken. Zijn opmerkingen daarover zijn een uitwerking van de Barmer thesen, die door de PKN in haar kerkorde erkend wordt als betekenisvol voor het belijden in het heden. Er is dus voor de kerk, samen met haar Europese zusterkerken, vanaf nu werk aan de winkel. Europa heeft een hart en ziel dringend nodig.

At Polhuis

(In de Waagschaal, jaargang 47, nr. 7. 23 juni 2018)