Chris Rutenfrans over euthanasie en over de Coronacrisis

logoIdW

‘Veel mensen vinden het vanzelfsprekend om bij het toekennen van een schaars intensive care-bed jongeren voorrang te geven boven ouderen. Dat is discriminatie op grond van leeftijd. Ieder mens heeft een eigen waarde, die los staat van leeftijd, geslacht of etniciteit. Dat is een grondwaarde van het Christendom, die de grondslag van onze beschaving geworden is.’

Chris Rutenfrans (1953) was redacteur van de opinie pagina van De Volkskrant. Met hem spreek ik over zijn betrokkenheid bij het protest van Andreas Burnier tegen de normalisering van euthanasie en over de huidige Corona-crisis waarin sociaal-darwinistische geluiden onverwacht luid klinken.

In de jaren tachtig raakte je betrokken bij het protest van Andreas Burnier tegen de geruisvolle aanvaarding van euthanasie, ja zelfs het ‘euthanasiasme’ waarmee euthanasie werd omarmd. Hoe ben je bij haar tegenstem betrokken geraakt?

‘Andreas Burnier was onder haar echte naam, C.I. Dessaur, hoogleraar-directeur van het Criminologisch Instituut van de Radboud Universiteit in Nijmegen. In de jaren tachtig werkte ik daar als junior wetenschappelijk medewerker, in wat wij nu een PhD-aanstelling zouden noemen. Dessaur schreef in december 1985 een column in een vakblad tegen de aanvaarding van euthanasie, onder de kop ‘De zelfmoord op zieken en bejaarden’. Een week later stond het in alle kranten. Dat Dessaur/Burnier, een toonaangevend romancier en feministe, die als progressief werd beschouwd, zich keerde tegen euthanasie, was een regelrechte sensatie. Vanaf dat moment stroomden de brieven en adhesiebetuigingen binnen. Deze hebben wij destijds, aangevuld met artikelen van geestverwanten, gebundeld tot een pamflet: Mag de dokter doden?

Dessaur liet haar artikel voor publicatie lezen aan alle medewerkers van het Instituut. Ik was de enige die het volkomen met haar eens was. Voor mij was het belangrijkste dat de aanvaarding van euthanasie ernstig zieke mensen in een chantabele positie brengt. Waarom zou je je omgeving nog tot last willen zijn als het ook mogelijk is er middels euthanasie uit te stappen? Het individu komt, juist als hij of zij het kwetsbaarste is, onder ontoelaatbare druk te staan. Ik vond het onbegrijpelijk dat niet veel meer werd geïnvesteerd in pijnbestrijding en palliatieve zorg, waardoor de vraag naar euthanasie tot nul gereduceerd kan worden.

Mijn wantrouwen werd nog versterkt toen bleek dat in de praktijk veel mensen ‘euthanasie’ kregen zonder dat zij daartoe een vrijwillig verzoek hadden gedaan. Vanuit de euthanasiebeweging kwamen daar bijzonder weinig protesten tegen.’

Heb je de indruk dat het geholpen heeft?

‘Dessaur schreef haar column eind 1985. In 1984 had de Hoge Raad al in een arrest de zorgvuldigheidseisen geformuleerd waaraan een arts moest voldoen om bij euthanasie vervolging te voorkomen. Hiermee was euthanasie in feite al geaccepteerd. Zij was te laat. Toch denk ik dat het de wetgeving sterk vertraagd heeft. Er lag toen een wetsvoorstel van Wessel-Tuinstra (D66) dat het niet gehaald heeft. Pas in 2001, onder minister Els Borst (ook D66), is euthanasie gelegaliseerd.’

Wat vind je nog steeds belangrijk aan dat protest?

‘Dat je met een hartekreet, op het juiste moment gedaan, nog heel veel kunt bereiken. Wat de medische en juridische elites hadden bekokstoofd, namelijk een consensus over de aanvaardbaarheid van medisch doden onder voorwaarden, bleek voor veel ‘gewone mensen’ helemaal niet zo acceptabel te zijn. Er ontstond meer ruimte voor de bezwaren die aan euthanasie kleven.’

In de Coronacrisis zijn er discussies over wie je moet toelaten op de Intensive Care in het geval van een tekort aan bedden. Een aantal mensen hebben gesuggereerd om jonge en gezonde mensen voorrang te geven op oude en minder gezonde mensen.

‘Veel mensen vinden het vanzelfsprekend om bij het toekennen van een schaars intensive care-bed jongeren voorrang te geven boven ouderen. Dat is discriminatie op grond van leeftijd. Ik ben daar tegen. Nederland heeft relatief zeer weinig ic-bedden. Dat is al kwalijk. Er hoeft maar iets te gebeuren, een virus in dit geval, of er moet geselecteerd worden wie een ic-bed krijgt en wie niet. Onverkwikkelijk. Maar als je dan toch moet kiezen, moet de kans op herstel de doorslag geven. Die kans is wel enigszins gerelateerd aan leeftijd, maar niet absoluut. Gezondheid, conditie, andere kwalen zijn belangrijker. Een 70-jarige kan een betere kans op herstel hebben dan een 35-jarige.

Wanneer je alleen maar kijkt naar leeftijd, gebruik je een collectief kenmerk om te beoordelen of een specifieke persoon, een individu, een levensreddende behandeling krijgt. Dat is in strijd met een kernwaarde van de westerse beschaving, namelijk dat elk individu een intrinsieke waarde heeft, een waarde die niet afhankelijk is van collectieve kenmerken als etniciteit, sekse, seksuele voorkeur, en dus ook leeftijd. Deze kernwaarde is neergelegd in artikel 1 van de Nederlandse Grondwet, het gebod tot gelijke behandeling.

Een voorbeeld kan dit verduidelijken. Stel dat Marokkanen als groep meer crimineel gedrag vertonen dan andere groepen. Dan mag je daar een individuele Marokkaan niet op aanspreken en niet naar behandelen. Je moet hem of haar persoonlijk beoordelen.

En stel dat 70-jarigen als groep een slechtere kans op herstel hebben na een ic-behandeling dan jongeren. Dan mag je daar een individuele 70-jarige niet naar beoordelen. Je moet kijken of die kans op herstel bij hem of haar, op grond van een reeks andere factoren, óók slecht is. Zo niet, dan moet hij een gelijk recht op dat ic-bed hebben.’

Bij het nadenken over hoe het verder moet zijn er ook mensen die voorrang willen geven aan het opstarten van de economie. Hun argumenten variëren van: ‘met een sterke economie blijft de gezondheidszorg betaalbaar’ en dus redden we zo uiteindelijk meer levens tot ‘waarom zouden we de economie stil leggen voor mensen die toch anders over twee jaar dood zouden gaan’. Hoe kijk jij aan tegen de verschillende argumenten in de discussie?

‘Volkskrant-redacteur Maarten Keulemans heeft berekend dat zo’n 50 duizend mensen jonger dan 70 jaar het slachtoffer zouden worden van het weer opstarten van de economie. Dat plan gaat dus niet door.

Maar het idee dat het, in de formulering van de filosoof Damiaan Denys, een goeie zaak is dat het coronavirus ‘ons verlost van een zwakke bevolking die ziek is en zwaar op de maatschappij weegt’ doet sterk denken aan het sociaal-darwinisme dat een van de pijlers was van het nationaalsocialisme. Volgens het sociaal-darwinisme wordt de maatschappij geschaad door het uit liefdadigheid in leven houden van zwakkeren en ouderen. Zo vond de de sociaal-darwinist Ernst Haeckel  (1834-1919) dat de moraal niet het individu moet beschermen maar het welzijn van de soort moet dienen. Burgers hebben voor de staat ‘alleen de waarde van machineonderdelen’. De gezondheidszorg belemmert de natuurlijke selectie door het leven van psychisch gehandicapten en ongeneeslijk zieken te verlengen. Haeckel vond dat die snel en pijnloos uit hun lijden verlost moesten worden. Deze eliminatie zou de biologische kwaliteit van het Duitse volk vergroten. Dit soort ideeën zijn door Hitler meedogenloos uitgevoerd.

Het stellen van de gemeenschap, de economie, de maatschappij boven het individu is in strijd met de kernwaarde van de westerse cultuur dat het individu een intrinsieke waarde heeft. In zijn boek Inventing the Individual laat de Amerikaans-Britse historicus Larry Siedentop zien hoe de gedachte dat alle mensen, ongeacht de collectiviteit waartoe zij behoren, gelijk zijn, geleidelijk veld won en uiteindelijk heeft gezegevierd. Die gedachte kwam voor het eerst op in het vroege christendom. Jezus sprak over God als over zijn ‘vader’ die van al zijn kinderen hield en juist ook van de meest marginalen onder hen. En de apostel Paulus zette die gedachte voort. In zijn Brief aan de Galaten staat: ‘Er is geen jood of heiden meer, er is geen slaaf of vrije, er is geen man en vrouw, want u bent allen één in Christus Jezus.’

Dat betekent dat iedereen een autonome waarde heeft, een waarde die niet bepaald wordt door etniciteit (jood of heiden), maatschappelijke status (slaaf of vrije) of sekse (man of vrouw). Met dit idee is het individu geboren. Aangezien de autonomie van het individu voortkomt uit het christendom zou je verwachten dat de kerken deze waarde hoog in het vaandel hebben en steeds met nadruk protesteren als zij in gevaar komt. Een voorbeeld waar men zich aan zou kunnen spiegelen is kardinaal Graf von Galen van Münster die in 1941 met grote felheid protesteerde tegen de ‘vreselijke leer, die het vermoorden van onschuldigen wil verdedigen, die het gewelddadig doden van niet meer tot arbeid in staat zijnde invaliden, gebrekkigen, ongeneeslijk zieken, door ouderdom verzwakten principieel veroorlooft’. Maar van een dergelijke strijdbaarheid is van de zijde van de kerken weinig te merken. Te weinig, wat mij betreft.’

Coen Wessel

Dit interview verschijnt in In de Waagschaal, 3 mei 2020, jaargang 49, nr. 5